Uw kapotte broodrooster is geld waard

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Fabrikanten zullen op termijn hun afgedankte producten zelf moeten inzamelen en verwerken. Dat zorgt voor een omwenteling in de productie die vergeleken kan worden met de komst van het internet in de communicatie. De Vlaming Frans De Neve trekt bij de Amerikaanse multinational 3M aan de ecologische kar.

We vergaan stilaan in ons eigen vuil, en daar wil de wetgever wat aan doen. De Europese Commissie wil dat we gaan hergebruiken en recycleren. Na de richtlijn over het verpakkingsafval pakken de lidstaten nu wit- en bruingoed aan. In 2002 volgt de automobielsector. Op termijn zullen alle fabrikanten hun afgedankte goederen moeten inzamelen en verwerken.

Deze maand leggen de drie Belgische gewesten de laatste hand aan een gemeenschappelijke milieubeleidsovereenkomst (MBO) met de betrokken beroepsfederaties voor de inzameling en verwerking van oude elektrotoestellen. Die terugnameplicht gold in Vlaanderen eigenlijk al sinds 1 juli 2000 voor fabrikanten en handelaars van wit- en bruingoed. Vanaf medio 2004 hoeft de consument daarvoor zelfs geen nieuw product in de plaats te kopen. Van dan af kunnen gebruikte toestellen gratis bij de winkelier, het containerpark of het kringloopcentrum worden gedumpt.

De producent blijft eigenaar van het product, en heeft dus alle belang bij een minimum aan grondstoffen, een laag energieverbruik, grote herstelbaarheid en lange levensduur van het product.

Revolutie in de productie

Pionier in deze milieuvriendelijke aanpak is 3M, dat deze maand zijn Electronic Test System (ETS) op de Belgische markt brengt. Bij de ontwikkeling van dit elektronische apparaat om sterilisatie van medisch materiaal te monitoren is van begin tot eind rekening gehouden met de levenscyclusanalyse van alle componenten. Een van de vaandeldragers van deze Amerikaanse multinational is de Ninovenaar Frans De Neve – sinds 1998 de resource recovery manager Europe & Middle East van de groep.

“Het geld ligt op straat te rapen” is De Neves lijfspreuk. In klassieke kostenberekeningen hebben reststoffen geen enkele waarde. De Neve is het daar niet mee eens: “Integendeel, Pollution Prevention Pays (3P), vervuiling vermijden loont. Door vervuiling te verminderen, stijgt de opbrengst van het proces, bespaar je op de kosten inherent aan het afval en worden emissies voorkomen. Op 25 jaar hebben de 4722 3P-projecten bij 3M 807.000 ton afval en 14 miljoen kubieke meter afvalwater voorkomen, resulterend in een besparing van 38 miljard frank.”

Volgens critici is het concern alleen geïnteresseerd in kostenbesparingen. De Neve weerlegt die kritiek met klem: “Sinds eind 2000 wordt Life Cycle Management – een beleid dat tijdens het hele productieproces van begin tot einde rekening houdt met het milieu, de gezondheid en de veiligheid – in de vestigingen van de groep geïntegreerd.”

Tussen de fabriek in Antwerpen en de klanten pendelen herbruikbare containers in plaats van eenmalige vaten. Ook stapte de multinational in 1995 over op gestandaardiseerde Europool-pallets. Bij 3M Filtrete in Breda drukken ze het 3M-logo niet langer rechtstreeks op de verpakkingsdozen van de halffabrikaten, maar staat het merk nu op verwijderbare etiketten, zodat de dozen herbruikbaar zijn. Drums (stalen vaten met een plastic binnenwerk) werden vervangen door stalen vaten met een dunne coating, die makkelijker gerecycleerd kunnen worden. Maar uiteindelijk gaat het erom de cyclus volledig te sluiten, besluit De Neve, een scheikundig ingenieur: “Pas wanneer een efficiënte infrastructuur opgebouwd wordt en men op de juiste manier materialen ophaalt, zal men op een verantwoorde manier kunnen omspringen met alle soorten grondstoffen.”

Papiermolen verbranden

Wel wijst de resource recovery manager op mogelijke misinterpretaties van de terugnameplicht: “Je mag het concept niet al te letterlijk nemen, want je kunt onmogelijk álle gebruikte goederen naar de betrokken producent in kwestie terugsturen. Dat is al te gek. Je moet het probleem doeltreffend aanpakken. Zo zijn bepaalde verpakkingen, zoals vervuilde botervlootjes, economisch gezien onmogelijk te recycleren. Dergelijk afval moet je als brandstof gebruiken om energie op te wekken. In Nederland staan al centrales die louter en alleen op reststoffen draaien.”

De Neve heeft het niet zo begrepen op de beruchte ecotaks als ecologische stimulans. Hij geeft de voorkeur aan onderlinge overeenkomsten tussen overheid en industrie – de zogenaamde convenanten. “Ons land kent twee systemen: één voor consumentenafval (Fost Plus) en één voor producentenafval ( Valipac). Daarbij moet in België voor iedere verpakking een administratief bestand worden bijgehouden: blik, doos, wikkel, gewicht, aantallen enzovoort. Met 50.000 voortdurend veranderende producten betekent dat een administratieve nachtmerrie voor 3M. In Nederland rapporteer je enkel het gewicht van vier materialen – kunststof, karton, metaal en glas – die je op de markt brengt, en dit voor alle verpakkingen samen. Door middel van regelmatige audits vergelijkt de overheid deze gegevens met de verkoopstatistieken en productiehoeveelheden, zodat de controle sluitend is. Beide systemen functioneren, maar het Nederlandse systeem met actief partnership als basis is veel pragmatischer.”

Het is natuurlijk veel milieuvriendelijker om onderdelen te hergebruiken dan ze te vermalen tot secundaire grondstoffen. In het geval van het Electronic Test System van 3M werkt het als volgt. Na 400 beurten stuurt de klant het oude toestel naar een recyclagebedrijf dat door 3M wordt gekozen en krijgt hij een nieuw apparaat in de bus. Die service zit in de prijs inbegrepen. Is men dan niet gebonden aan één en dezelfde leverancier, met andere woorden koppelverkoop?

De Neve: “Voor een stuk wel ja. Maar je kunt moeilijk elke producent verplichten de producten van zijn concurrenten te recycleren.”

Bestaat dan niet het risico dat de kans op misbruiken zal stijgen eenmaal de gebruikers geen eigenaar van de producten meer zijn? Waarom zouden ze nog een ‘goede huisvader’ zijn? De Neve: “Neen, want je kunt de prijs hiervoor onderhandelen met de klant. Als de consument het gebruikte toestel in slechte staat teruggeeft, zal hij daarvoor beboet worden. Het is vergelijkbaar met het statiegeldsysteem. Wie niet meedoet, betaalt de volle pot.”

ERIC POMPEN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content