Tweesporenbeleid

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Bij de “dwarsliggeraffaire” maakten twee clans binnen de NMBS zich schuldig aan onderlinge afrekeningen, tegenstrijdige afspraken en dubieuze belangentegenstellingen. Dat blijkt uit het eindverslag van het Brusselse gerecht, dat Trends kon inkijken.

“Dat er tot op heden nog door niemand sancties werden opgelegd, is onbegrijpelijk,” besluit commissaris Yvan Lefever (gerechtelijke politie) in het eindverslag voor de Brusselse onderzoeksrechter Bruno Bulthé. De commissaris onderzocht malversaties van het personeel van de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen ( NMBS) in het dossier van de dwarsliggers. Zijn eindverslag werpt een schril licht op de interne keuken van de Spoorwegen. En beschrijft hoe de NMBS zie ook Omslagverhaal Trends, 24 januari 1997 het begrip “management” invult.

Sinds 17 januari 1997 wordt op de Brusselse rechtbank van eerste aanleg het proces gevoerd tussen het Limburgse Betonac-Beton (BB) en de NMBS. BB vordert 1,014 miljard frank schadevergoeding van de Spoorwegen, de voltallige raad van bestuur en een aantal topmedewerkers van de maatschappij (die “gezien de procedure hangende is” niet voor commentaar beschikbaar waren).

BB verwijst naar het strafrechtelijk onderzoek, gestart na een klacht van lobbyist Jacques Brunet. Die beweert dat NMBS-personeelsleden opzettelijk BB-materiaal hebben gesaboteerd om de Limburgers in discrediet te brengen. Quod non. Volgens commissaris Lefever is de thesis “niet onmogelijk”, maar ontbreken “keiharde bewijzen”, zodat het parket de zaak klasseert.

Hilde Cuykx, gedelegeerd bestuurder van Betonac-Beton : “Het strafdossier bevat echter voldoende elementen die wijzen op zware fouten bij de NMBS. Fouten die ons honderden miljoenen hebben gekost.”

Octrooien

De bal in dit dossier gaat aan het rollen in 1987, aan de vooravond van een enorme bestelling dwarsliggers voor de hogesnelheidstrein (HST). NMBS-topman Etienne Schouppe wil het monopolie van VDH Betonkonstruktie breken. VDH de Hemiksemse dochter van het Waalse ITB, is op dat ogenblik octrooihouder van een bepaald type “biblocs” (twee betonnen blokken die door een staaf aan elkaar zijn gehecht), die voor de HST vereist zijn. Het bedrijf kan binnen de NMBS rekenen op de steun van Jean-Pierre Van Wouwe (directeur-generaal Infrastructuur) en Jean Herbauts (directeur Aankopen). Beide PS-getrouwen zijn actief in de lobbyclub Beltrack, waartoe ook toplui van VDH en ITB behoren (zie kader : Paniekvoetbal).

Schouppe schakelt de ietwat schimmige Jacques Brunet in. Deze lobbyist, die in deze affaire 12 miljoen frank commissies opstrijkt toch is hij vandaag insolvabel ! , stapt in december 1987 naar Betonac-Beton, op dat ogenblik onbekend bij de NMBS. Het bedrijf krijgt de toezegging om elk jaar 100.000 dwarsliggers te produceren, en dat gedurende tien jaar. Om het VDH-octrooi te omzeilen, ontwikkelt BB (in nauwe samenwerking met de NMBS) op eigen kosten het bet. bet.1-type HST-dwarsligger, waarbij een staaf aan de wapeningen van twee betonblokken wordt gelast. Belangrijk : BB blijft zelf aansprakelijk voor eventuele inbreuken op andere octrooien en ziet af van de intellectuele eigendomsrechten op de bet. bet.1 als anderen dit type voor de NMBS produceren. Na een beperkte, op maat van BB gescheven offerte krijgen de Limburgers op 9 december 1988 een proefbestelling van 16.600 stuks.

Dit gaat regelrecht in tegen de belangen van de Beltrack-lobby. Is dat de reden waarom NMBS-directeur Van Wouwe op 5 december 1988 aan VDH de (onvoltooide) uitvoeringsplannen van de bet. bet.1 opstuurt ? Formeel gebeurt dit met het verzoek af te zien van octrooirechten die indruisen tegen de BB-plannen. Maar het is de vraag of deze feitelijke erkenning van een inbreuk zo betoogt VDH althans juridisch gezien wel zo verstandig is. In elk geval wijst VDH de Limburgers op 20 december 1988 in een aanmaningsbrief op octrooi-inbreuken.

Ingenieur Van Wouwe start begin 1989 parallelle gesprekken met VDH over een levering, van 150.000 betonblokken voor 1989-’91. Er volgt een overeenkomst, waarbij VDH als tegenprestatie aan de uitoefening van haar octrooirechten tegenover de NMBS en haar leveranciers verzaakt. “Een nutteloze operatie,” meent Cuykx. “Waarom vraagt de NMBS zo’n vrijwaring ? Wij, niet de NMBS, waren verantwoordelijk voor eventuele inbreuken.”

Dan gebeurt er iets vreemds. VDH-topman Christian Thomas zendt op 24 maart 1989 aan Etienne Schouppe het contract op. Schouppe zal het nooit ondertekenen. Toch lezen wij in de notulen van de raad van bestuur van de NMBS (25 april 1989) dat Schouppe het contract met VDH verdedigt. Meer nog : VDH bezit een brief van de toenmalige kabinetschef van Verkeersminister Jean-Luc Dehaene, Eric Kirsch, die de goedkeuring van het akkoord bevestigt. (Ook Schouppe werkte ooit op het kabinet van Dehaene.)

Hilde Cuykx (BB) : “Schouppe doorbreekt het VDH-monopolie. Dezelfde Schouppe verdedigt even later in zijn raad van bestuur een akkoord, als een compensatie voor het veroorzaakte leed. Dat wordt nooit uitgevoerd. Ik begrijp dat VDH frauduleuze machinaties vermoedt bij dergelijke kafkaiaanse toestanden. Wij verwijten dat de NMBS ons de overeenkomst met VDH verzwijgt. Had de Spoorwegmaatschappij dit contract uitgevoerd, zouden we nooit problemen hebben gehad met VDH. Het valt trouwens op dat VDH ons pas dagvaardt wegens een zogenaamde octrooi-inbreuk twee jaar na de aanmaning ! als duidelijk wordt dat de NMBS de beloofde bestelling niet plaatst. Voor ons is pas recentelijk duidelijk geworden dat de clan-Beltrack en de groep rond Schouppe tegenstrijdige contracten sloten en achteraf niet akkoord raakten over de uitwerking. VDH én Betonac-Beton worden er uiteindelijk de dupe van.”

Met het gevolg dat ook VDH, waarvan de productie van dwarsliggers is stilgevallen, de NMBS dagvaardt tot betaling van een schadevergoeding van een kwart miljard.

Breuken

De octrooi-inbreuken zijn slechts één aspect van het dwarsliggerdossier. Belangrijker is het ontstaan van breuken in de geleverde dwarsliggers.

In 1990-1993 levert BB 422.000 biblocs “B31” en “B41” naar rato van 1350 tot 1500 frank per stuk. BB beheerst 41 % van de markt. Andere fabrikanten zijn Prefer, Van den Bulcke & Olivier Beton, De Bonte-Vanhecke, Betonfabriek Gerard Welkenhuysen, VDH en zijn partner Tradetech.

Aan de uitzonderingspositie van BB komt in 1993 een brutaal einde. Op 2 april 1993 ontdekt de NMBS ernstige breuken in de staven van BB-dwarsliggers in Haren. Later houdt de NMBS voor 23 miljoen facturen in bij BB, dat op 16 mei in gebreke wordt gesteld. De oorzaak van de breuk is (meer dan waarschijnlijk) de hardheid van het gebruikte staal. De leverancier is het Franse Forges et Laminoirs de Breteuil (FLB). FLB herwalst schrootmateriaal van de NMBS tot nieuwe spoorstaven. Het krijgt in 1991 de toelating van de Spoorwegen om dit materiaal te leveren aan de producenten van dwarsliggers.

Dit gebeurt tegen het advies van enkele NMBS-medewerkers. Ingenieur Willy Van Verdeghem, de ambtenaar van de dienst Keuringen die het dossier Betonac-Beton beheert, heeft negatieve bedenkingen over de kwaliteit van het FLB-staal. Net als zijn medewerker Jan Bruyneel. Die wijst al sinds 1991 op het gevaar van breuken en lasproblemen met dit soort staal.

Als in juni 1992 zoals voorspeld breuken worden ontdekt in Bertrix, spreken de NMBS en FLB af dat de hardheid van de staven moet afnemen. Er volgt echter geen ingebrekestelling. FLB meldt in september 1992 aan de NMBS dat eigen proeven (bij het Institut de Soudure de Paris) het gebrek bevestigen.

Enkele weken later worden bij dwarsliggers van VDH en Prefer breuken vastgesteld, weliswaar in het beton. Hilde Cuykx : “Betonac-Beton ondervindt problemen met zijn dwarsliggers door het gebruikte staal. Dat staal is goedgekeurd door de NMBS, ondanks het feit wat we niet weten dat het niet conform het bestek is. Toch worden wij en alleen wij aansprakelijk gesteld voor de breuken. Prefer en VDH, waarvan de dwarsliggers ook breuken (van een ander soort) vertonen, mogen verder produceren. Bovendien werden we slechts na het incident in Haren, door FLB nog wel, op de hoogte gebracht van het onderzoek in Parijs. Eigen NMBS-bevindingen over de kwaliteit van het staal worden ons niet meegedeeld. Waarom niet ? Van Wouwe en Herbauts hebben ons wetens en willens in de val gelokt om ons achteraf uit de markt te kunnen weren.”

Cuykx baseert zich voor deze bevinding op het strafdossier. Van Verdeghem verklaart aan de gerechtelijke politie dat Betonac-Beton steeds “conform de normen” heeft geproduceerd. En : “In 1991 hebben we nooit problemen met koppelstaven gehad (…). Die problemen zijn zich pas beginnen voordoen vanaf 1992 en wel vanaf het ogenblik dat FLB voor het materiaal voor de koppelstaven zorgde.”

Als Gaby Van der Cruysen, een ingenieur van Infrastructuur, zijn directie inlicht over de gevaren van scheurvorming bij de dwarsliggers van Prefer, wordt hij prompt beschuldigd van “een gemis aan respect voor een hiërarchische overste”. Hij wordt overgeplaatst zodat hij zich “niet meer kan bemoeien met zaken waarvoor hij niet competent is,” verklaart Van Wouwe aan de gerechtelijke politie. Volgens Van Verdeghem wil men Van der Cruysen “beletten inzage te krijgen in al te gevoelige dossiers”.

Het verslag Lefever is duidelijk : “Vermits Herbauts, noch Van Wouwe, inhouding van de facturen lieten doen of kredietnota’s deden opstellen door deze firma (…), kan men zich afvragen of het belang van Prefer (licentiehouder van VDH/Tradetech) niet primeerde op het belang van de NMBS en haar aandeelhouders.”

Afrekening

Intussen ligt in Sint-Truiden de productie van dwarsliggers stil. Hilde Cuykx maakt de rekening. Voor 586 miljoen frank beloofde bestellingen hebben nooit plaatsgevonden. Voor 32 miljoen frank facturen zijn niet betaald. Voorraadkosten van de niet-geleverde dwarsliggers : 10 miljoen. Cuykx spreekt van een ” boycot door de spoorwegen van ál onze producten”. Ze verwijst onder meer naar een offerte van Tuc Rail. Deze NMBS-dochter brengt BB veertien dagen later dan een concurrent op de hoogte van een offerte (die een maand later wordt afgesloten). BB ziet een andere NMBS-bestelling van akoestische schermen aan zich voorbijgaan omdat producent D2S een exclusiviteitscontract voor dit product opzegt en dit “gezien de problemen met de NMBS”. Gederfde winst : 40 miljoen. De NMBS trekt in november 1996 een eerder toegestane levering van spoorwegovergangen in “ten gevolge van een beslissing van de hogere overheid”. Schade voor BB : 89 miljoen.

Ernst & Young raamt de commerciële schade van Betonac-Beton, onder meer door imagoverlies, op 140 miljoen. In totaal eist Cuykx een vergoeding van 1,014 miljard. Enorm voor een bedrijf met 180 miljoen frank omzet. “Eigenlijk zijn we te klein voor een procedureslag,” vreest Cuykx. “De NMBS kan de zaak rekken, terwijl wij het geld dringend nodig hebben. Als dit te lang aansleept, worden wij gekraakt.”

HANS BROCKMANS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content