Tweede Belg bij Hollandse brouwer

Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Chris Van Steenbergen is terug van weggeweest. Hij verwierf in 2000 bekendheid als gedelegeerd bestuurder van Quick. In eigen land werd het daarna stil rond de man. Hij komt nu via de grote poort terug als wereldwijde hr-directeur van Heineken.

Op de vraag over de reputatie van het merk Heineken bij de gemiddelde Belg, moet Chris Van Steenbergen eens goed lachen. “Daar lig ik niet wakker van. Ik ga ook Heineken drinken, maar in de Heineken-groep zijn er ongetwijfeld mogelijkheden voor de Belgische bieren, bijvoorbeeld Alken Maes, Cristal en Affligem.”

Van Steenbergen is hr-directeur van het Nederlandse chemieconcern DSM. Toen Heineken vorige week aankondigde dat hij vanaf mei de nieuwe hr-directeur van de brouwerijgroep wordt, kwam dat als een verrassing. Van Steenbergen wordt de tweede Belg in het wereldwijde directiecomité, naast CEO Jean-François van Boxmeer. “Mijn aanstelling heeft uiteraard niets te maken met mijn Belg-zijn”, benadrukt Van Steenbergen. “Maar we mogen er als Belg toch trots op zijn.” Heineken is de derde grootste brouwerijgroep, na AB InBev en SABMiller.

De Vlaming Chris Van Steenbergen is een internationale manager die veel waarde hecht aan zijn land. Hij woont sinds het einde van de jaren negentig in Schilde bij Antwerpen. “Voordien werkte ik in Barcelona, de Verenigde Staten en Frankrijk. Mijn gezin verhuisde voortdurend en daarom zochten mijn vrouw en ik stabiliteit voor de kinderen. Het blijft heel goed wonen in België, het is een uitstekend land.”

Als Van Steenbergen dat zegt, klinkt dat overtuigend. Hij is een van de Belgen met een grootse internationale carrière. Hij begon als jurist in 1981 bij het toenmalige Bell Telephone, “een kweekschool van talent”. Al gauw was hij de leidinggevende jurist in het huis, en sloot hij jointventurecontracten in China, Rusland, Turkije.

Familiale sfeer

In 1988 trok Van Steenbergen naar Cadbury, de internationale producent van chocolade, frisdrank en kauwgom. Hij bleef er tot 2010, met een onderbreking tussen 1998 en 2002. “Ik heb heel veel gekregen van Cadbury. Het bedrijf geeft je enorme mogelijkheden, waardoor je heel breed kunt groeien. Ik begon als jurist, later werd ik algemeen directeur van landen en continenten, en aan het einde was ik hr-directeur van de groep. Het is uiteraard een prestatiegerichte onderneming, maar ik heb er vooral geleerd dat je met andere mensen moet samenwerken. Bij Cadbury hing een leuke, bijna familiale, enthousiaste sfeer.”

Het is ook via Cadbury dat Van Steenbergen tot vandaag socio, betalend lid, is van de voetbalploeg FC Barcelona. Die liefde kreeg hij in 1989 mee toen hij vanuit de Catalaanse stad bij Cadbury werkte. “In maart ga ik er weer naartoe, voor een wedstrijd van de Champions League.”

In zijn laatste functie bij Cadbury, als hr-directeur (2009-2010), leerde hij voor een groot stuk nieuw talent ontdekken in de groeilanden. In een van zijn schaarse interviews uit het voorbije decennium zwaaide hij in 2009 in de Indiase The Economic Times met lof naar de werknemers in India. “Het land is een heel belangrijke markt voor Cadbury, in chocolade hebben we 85 procent marktaandeel. Cadbury is in India een generieke naam voor chocolade. Een kritische massa uitbouwen in die landen kan je alleen met lokale topmensen, ook bij Cadbury. Ik ontdekte in India heel leergierige en verstandige mensen en we gaven hun ook veel kansen. In het wereldwijde directiecomité zaten drie Indiërs, een Braziliaan en een Zuid-Afrikaan.”

“In die groeilanden zitten heel veel goede mensen. Kijk maar naar AB InBev, die Brazilianen zijn straffe kerels.” Bij Heineken, dat ook steeds meer op de groeilanden mikt, worden het in de eerste plaats zijn concurrenten. Die internationale sfeer ligt Van Steenbergen. Van 1998 tot 2002 werkte Van Steenbergen in eigen land. Als gedelegeerd bestuurder van Randstad Interlabor liet hij een goede indruk na. Hij kon het personeel van de fusiegroep in uitzendwerk motiveren, maar zijn avontuur bij de hamburgerketen Quick verliep minder voorspoedig. Een dag na zijn vertrek op 11 januari 2002 veerde de beurskoers op met 3,52 procent. Tijdens zijn periode als CEO beleefde de onderneming bijzonder moeilijke jaren, in een verzadigde markt, met dolle koeien en de dioxinecrisis.

WOLFGANG RIEPL

“Die Brazilianen van AB InBev zijn straffe kerels”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content