Trek in Java ?

Robert Van Apeldoorn redacteur Trends-Tendances

Start uw programma’s op vanaf het netwerk, telkens als u er zin in heeft. Een oud concept door Java opgepept.

Vroeger was Java een Indonesisch eiland en voor de kenners een koffiesoort. Nu associeert men de naam met een nieuwe manier om computerprogramma’s te ontwerpen een instrument dat het Internet nog boeiender kan maken. Volgens de ontwerper van Java, Sun Microsystems, zal de computer van de toekomst slechts één programma meer bevatten : een browser, de software die nodig is om het Internet te raadplegen.

Telkens als men iets wil doen een tekst schrijven, een grafiek tekenen, een berekening maken, een spelletje spelen, de spelling van een tekst controleren zal de computer het vereiste programma-onderdeel (een in Java geschreven applet) op het netwerk gaan zoeken. Diskettes en cd-roms worden dan overbodig. Het zal allemaal zo eenvoudig zijn als zappen op de televisie. Zo eenvoudig zelfs, dat sommige experts verwachten dat de computers van de toekomst eenvoudige terminals zullen zijn die niet meer dan 15.000 frank zullen kosten (zie kader : Na de pc de nc ?).

BEURS IN REAL TIME.

Met “netwerk” bedoelt men ofwel een plaatselijk netwerk, binnen een organisatie, ofwel het Internet. Het principe heeft verscheidene voordelen. De programma’s die men laadt zijn altijd de nieuwste, actueelste versies. De waaier van functies hangt af van de verbeeldingskracht van de programmeurs. Bovendien worden de mogelijkheden van het Internet nog groter. Dankzij Java zal men bijvoorbeeld beurskoersen in real time kunnen raadplegen en de waarde van zijn aandelenportefeuille kunnen updaten, een weerkaart bekijken die enkele seconden tevoren door een satelliet is gemaakt (en enkele seconden later weer wordt bijgewerkt), een vliegtuigticket reserveren of een tekst automatisch laten vertalen.

Volgens Scott McNealy, de grote baas van Sun Microsystems, zal Java de idee waarop hij zijn bedrijf heeft opgebouwd algemeen ingang doen vinden : ” the network is the computer“. Het netwerk is alles, de computer is niets. Gegevens en programma’s worden gedeeld. McNealy gelooft zo sterk in die idee dat hij zelfs zijn hond Network heeft genoemd. Sinds de ontwikkeling van het Internet is hij lang niet de enige die er zo over denkt : IBM en zelfs McNealy’s grote vijand, Microsoft, hebben allebei een licentie op Java gekocht. De Amerikaanse zakenpers, Business Week voorop, maakt veel drukte over het programma : men gaat ervan uit dat Java een bedreiging kan vormen voor het bestaande concept van de softwarebusiness.

Vandaag koopt de gebruiker zijn software op één van twee manieren. Ofwel tegelijk met zijn computer, die meestal met een waaier van programma’s en cd’s wordt geleverd. Ofwel in de vorm van pakketten die men zich in winkels als Fnac of Exell aanschaft. De softwarehuizen leven ook van de upgrades, die nieuwe functies toevoegen aan bestaande programma’s. Het grote succes van Windows 95, de opvolger van Windows 3.11, is daar een voorbeeld van. De formule heeft het nadeel dat de computers voortdurend krachtiger moeten worden, met vooral steeds grotere capaciteiten op het vlak van de opslag, dus van de harde schijf. Een upgrade veronderstelt bovendien een aantal niet altijd eenvoudige ingrepen.

VERZOEKPROGRAMMA’S.

Java zou dit model kunnen veranderen door een systeem tot stand te brengen van “programma’s op verzoek” : de gebruiker zou in databanken met software de programma’s vinden die hij nodig heeft, zodat hij altijd de meest recente versie krijgt.

Het moet allemaal nog worden uitgevonden te beginnen met de manier waarop de softwareleveranciers zullen worden vergoed. Erg moeilijk moet dat niet zijn, want men kan zich gemakkelijk een maand- of jaarabonnement voorstellen dat toegang geeft tot een rijke bibliotheek van software.

De mogelijkheden gaan veel verder dan wat momenteel bestaat. Dat is vooral het gevolg van de twee basisprincipes van Java : het is een objectgeoriënteerde taal die niet aan een bepaald hardwareplatform gebonden is, wat het lastige probleem van de compatibiliteit omzeilt. Objectgeoriënteerde software beschouwt een programma als een soort Lego-puzzel, waarvan elk deeltje kan worden gebruikt om weer andere programma’s samen te stellen. Zo wordt een spellingmodule of een module om grafieken te tekenen bruikbaar in elk programma dat hetzelfde principe hanteert. Iedereen kan zijn toepassing volgens de eigen behoeften opbouwen. Aangezien men niet heel het programma moet binnenhalen, zijn de objecten veel kleiner dan de traditionele pakketten. In plaats van meer dan 10 Mb te moeten sponsen (een minimum voor een moderne toepassing), wat uren kan duren, kan men objecten van 64 of 128 Kb van het netwerk halen.

De onafhankelijkheid van de hardware opent een interessant perspectief. Vandaag staat elke kandidaat-koper van een microcomputer voor een moeilijke keuze. Welke standaard zal hij kiezen ? Pc Windows of Macintosh ? De oude Windows of Windows 95 ? Windows 95 of OS/2 van IBM ? Nogal wat toepassingsprogramma’s zijn maar voor één bepaalde standaard beschikbaar. Java kan een einde maken aan deze incompatibiliteit : elk programma dat in deze taal is geschreven, zal op eender welke computer kunnen draaien. Net zoals elke pagina op het Web van het Internet door alle soorten computers kan worden gelezen.

GOEDE BROWSERS.

De enige voorwaarde : de computer van de gebruiker (de client) moet over een decoderingsprogramma beschikken, een zogenoemde browser meestal is dat dezelfde software die wordt gebruikt om op het Web van het Internet te surfen. Sun Microsystems verkoopt HotJava voor Unix-computers en heeft een versie voor Pc Windows 95 uitgebracht. De nieuwste versie van de meest gebruikte browser, Netscape Navigator 2.0, kan eveneens met Java-toepassingen werken. Voor de Apple Macintosh-gebruikers is er een beta-versie van Netscape met Java. Deze browsers zijn ofwel gratis, ofwel goedkoop. Netscape Navigator kost in de commerciële versie 1000 tot 2000 frank en kan door bepaalde categorieën van gebruikers, vooral leerkrachten en studenten, gratis van het Internet worden gehaald.

Bedoeling is uiteindelijk dat ook zakcomputers, PDA’s (personal digital assistant) zoals de Apple Newton, intelligente telefoons met scherm, zoals Minitel, of tv-schermen met een decoder met Java-applets kunnen werken. Java wordt daardoor meer en meer als een instrument gezien om de Windows-producten van Microsoft voorbijgestreefd te maken.

NIET ECHT RIJP.

Het mirakel zal echter nog enkele jaren uitblijven. Het enthousiasme over Java loopt immers sterk vooruit op de reële ontwikkeling van de technologie. Het systeem wordt nauwelijks gebruikt, hoewel er op het Internet steeds meer applets te vinden zijn. Bovendien blijven er een aantal vragen. Java is eufemisme vrij traag. Een traditioneel programma draait tien keer sneller dan een Java-applet. Sun belooft dat er een snellere versie op komst is en zegt dat de huidige versie nog niet echt op punt staat.

Het gebruik van het Internet stelt nog een ander snelheidsprobleem, namelijk dat van de bandbreedte van het netwerk zelf. Alleen voor wie Java gebruikt over het lokale bedrijfsnetwerk of via gehuurde lijnen of ISDN zou de snelheid aanvaardbaar zijn.

Java is nog lang niet klaar, maar oefent een sterke aantrekkingskracht uit op de programmeurs, die ongeduldig wachten op de verschijning van pakketten. Zo belooft Sun Microsoft dat binnenkort “Workshop for Java” uitkomt, een Windows-pakket voor ontwikkelaars. Het zal in de VS 100 dollar kosten (3100 frank). Een beta-versie voor Macintosh is via het Internet verkrijgbaar.

ROBERT VAN APELDOORN

Informatie en opvraagbare programma’s op het Internet : http://java.sun.com.

GEOGRAFISCH INFORMATIE SYSTEEM VAN ROTTERDAM Een van de Java applets in ontwikkeling.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content