Transfers remmen de groei

Wat iedereen aanvoelde, is nu wetenschappelijk bewezen. De geldstromen van noord naar zuid werken verlammend op de Waalse en Vlaamse economie. En nog geen klein beetje ook, zo toont onthullend onderzoekswerk van Vives aan.

“Verlaag de geldstromen in België van noord naar zuid met de helft, en de Waalse economie groeit 0,55 procent extra per jaar”, zegt Damiaan Persyn, researcher van Vives, de denktank van de KULeuven voor economische beleidsvraagstukken, en auteur van recent studiewerk over transfers. “Vooral de armste provincies in België zouden een flinke duw in de rug krijgen. Henegouwen zou meer dan de helft sneller groeien. Ook de Vlaamse economie krijgt een boost van 0,38 procent extra groei per jaar als de uitgaande geldstroom met de helft wordt afgeroomd. Transfers remmen de Waalse, Brusselse en Vlaamse economie dus vrij hard af.”

Gespreid over een aantal jaar zijn de groeiverlammende effecten van de transfers enorm. Damiaan Persyn maakte een simulatie voor Henegouwen. Hoe zou het beschikbare inkomen van de gezinnen er geëvolueerd zijn, als in 1995 de transfers met een derde waren verminderd? Persyn: “Aanvankelijk daalt het beschikbare inkomen – een overgangsperiode was dus raadzaam. Maar na 9 jaar zou de hogere economische groei ervoor gezorgd hebben dat het beschikbare inkomen dit inkomensverlies goedmaakt; ondanks de vermindering van transfers. De jaren daarna had Henegouwen al kunnen genieten van een hoger beschikbaar inkomen dan bij onveranderde transfers.”

Deze cijfers zijn niet het resultaat van het betere nattevingerwerk, maar zijn gebaseerd op een econometrische analyse van regionale transfers en groeicijfers in verschillende Europese landen. Dat gebeurde op basis van cijfers van Eurostat. “De cijfers voor België zijn wellicht een ondergrens. Het negatieve effect van transfers op de groei is in België hoger dan gemiddeld in Europa omdat hier bijvoorbeeld de werkloosheidsuitkeringen in de tijd onbeperkt zijn”, zegt Damiaan Persyn.

Beleidsconclusies liggen voor de hand

Het is voor het eerst dat empirisch en wetenschappelijk wordt aangetoond dat transfers verlammend werken op de economie van de ontvangende regio. “In het verleden was de gedachtegang: hoe meer transfers, hoe beter voor de economie van de achtergebleven regio. Maar het tegenovergestelde is waar: hoe meer herverdeling tussen de regio’s, hoe trager de inhaalrace verloopt. De resultaten van onze studie tonen aan dat de economische groei heel gevoelig is voor transfers. Het Waalse Gewest geniet al jaren van transfers, maar van convergentie met Vlaanderen komt niet veel in huis”, zegt Erik Buyst, professor economie van de KULeuven en directeur van Vives.

De beleidsconclusies liggen voor de hand. Erik Buyst: “Het is geen kwestie van méér transfers, maar van andere transfers. Er moet veel beter op toegekeken worden hoe dat geld besteed wordt. Nu gaat het vooral op aan sociale uitkeringen. Dat is nobel, maar de Waalse economie heeft vooral nood aan investeringen in de economie. Het Waalse marshallplan is daarom een stap in de goede richting. Onze studie is niet antagonistisch bedoeld, ze moedigt Wallonië aan om verder te gaan op de ingeslagen weg. Ik denk dat de Waalse leiders tot dezelfde conclusie als wij zijn gekomen.”

Voorlopig is het nog wachten op de eerste resultaten van het Waalse relancebeleid. De Waalse economie groeide de voorbije jaren ongeveer even snel als de Vlaamse, maar de welvaartskloof bleef even diep, terwijl die dringend dicht moet. Erik Buyst: “Convergentie in Wallonië is meer dan wenselijk. Dan worden de transfers een uitdovend verhaal, en dat zal Vlaanderen geruststellen. Want vergeet niet, Vlaanderen kan op termijn de transfers niet meer betalen als gevolg van de vergrijzing. Zelfs als we de transfers nog zouden willen financieren, we kunnen ze niet meer financieren. De transfers remmen de groei in Vlaanderen te veel af, terwijl ook wij het geld nodig hebben om te investeren in de Vlaamse economie. We kunnen niet langer surfen op de cyclus van buitenlandse investeringen van de jaren zestig. We moeten nu zelf nieuwe bedrijven en sectoren uit de grond stampen.”

Resultaten bevestigen theorie

De transfers in België zijn vrij aanzienlijk en werken 32 procent van de inkomensongelijkheid tussen Vlaanderen en Wallonië weg. Anders gezegd: als het primaire inkomen (dat is het inkomen voor belastingen en voor bijdragen en ontvangsten uit de Sociale Zekerheid) één euro hoger is in Vlaanderen dan in Wallonië, dan is het beschikbare inkomen (het inkomen na afhouding van belastingen en de sociale zekerheid) slechts 68 cent hoger na de herverdelende transfers. Die mate van herverdeling in België is vergelijkbaar met de herverdeling in andere Europese lidstaten. In België verschilt de herverdeling van provincie tot provincie. Zo ligt het primair inkomen van Vlaams-Brabant 30 procent boven het rijksgemiddelde, maar is het beschikbaar inkomen slechts 20 procent hoger dan het rijksgemiddelde. Henegouwen is initieel 25 procent armer dan het rijksgemiddelde, maar na herverdeling nog maar 12 procent. Transfers werken in Henegouwen dus de helft van de inkomensongelijkheid met het rijksgemiddelde weg.

Deze benadering berekent de transfers dus op basis van het inkomen van de individuele gezinnen, en verschilt daarom van eerdere berekeningen van de transfers – de Nationale Bank schatte die in 2008 op 5,8 miljard euro per jaar – omdat die gebaseerd zijn op de geldstromen tussen de overheden. “Maar de dynamiek achter de transfers is dezelfde. Ze ontstaan omdat in het rijkere Vlaanderen meer belastingen worden betaald, en omdat er in het armere Wallonië meer wordt besteed aan sociale uitkeringen”, zegt Damiaan Persyn.

Door de mate van herverdeling te koppelen aan de regionale groeicijfers in verschillende Europese landen, kon Damiaan Persyn het verband tussen transfers en groei bloot- leggen. “Regio’s die een grote mate van interregionale herverdeling kennen, groeien gemiddeld gezien trager. En het zijn vooral de armste regio’s die het traagste groeien. Herverdeling werkt dus de convergentie tegen. Dat zien we in verschillende Europese landen, wat des te opmerkelijker is omdat de ongelijkheid tussen de landen afneemt”, zegt Damiaan Persyn.

Voor België zijn de resultaten vrij verbluffend. De empirische vaststellingen bevestigen de economische theorie die stelt dat transfers niet zo gezond zijn voor de ontvangende regio. Want zonder transfers zouden de lonen lager liggen, wat bedrijfsinvesteringen stimuleert en het pendelen naar rijkere regio’s aanmoedigt. Het aantrekken van activiteit en de toegenomen schaarste van lokale arbeid, zorgt daarna voor hogere lonen en welvaart. Landelijke loonakkoorden, gulle werkloosheidsvergoedingen en progressieve belastingen remmen echter de loonverschillen en prikkels tot convergentie af. Als Wallonië dus iets meer de theorie in praktijk omzet, dan zal het op relatief korte termijn al beter af zijn zonder transfers dan met transfers.

Door daan killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content