Toekomst troef!

Vandaag onbekend, morgen gevestigde waarden. Terwijl de festiviteiten rond de herdenking van de Expo ’58 in volle gang zijn, blikt Trends liever 50 jaar vooruit. Wij gidsen u nu al naar de bedrijven van Expo 2058.

Als er in 2058 een heruitgave zou komen van de grote wereldtentoonstelling, welke sectoren en bedrijven zullen tegen dan zo ingeburgerd zijn, dat hun aanwezigheid een evidentie is? Trends maakte deze analyse, op basis van gesprekken met ondernemers, financiers, trendwatchers. Daar valt een zekere lijn in te bespeuren: energie, gezondheidszorg en technologie zijn de drie kernsectoren met het meeste potentieel. En wat meer is, er zijn ook raakvlakken tussen deze drie sectoren. Hernieuwbare energiebronnen winnen via het gebruik van technologie. De opmars van biotechnologie, of de doorgedreven ICT zijn mogelijke antwoorden op het aanzwengelende gezondheidszorgbudget. Vlaanderen heeft enkele boeiende pioniers in elk van die sectoren; vandaag nog onvoldoende bekend. Maar binnen 50 jaar hoort een aantal van hen misschien tot de leidende bedrijven in hun sector.

Rijden op algenbrandstof

Het energievraagstuk is niet nieuw, en kiemt als geloofsbelijdenis in de jaren tachtig met de opkomst van de groene beweging. Vandaag is het een economische realiteit, voortgestuwd door de kostprijs van een vat ruwe olie. Windenergie en zonne-energie zijn dan wel valabele alternatieven, maar in de Vlaamse context waar er weinig zon en weinig vrije ruimte beschikbaar is, zijn deze toepassingen bijna gedoemd om marginaal te blijven. Zelfs in een Europese context, waar de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen tegen 2020 op 34 % van het totale elektriciteitsverbruik wordt geschat, is de bijdrage van windenergie tegen 2020 op ‘slechts’ 12 % berekend. De biomassasector daarentegen zal aanzienlijk groeien indien hout, energiegewassen en bioafval in krachtcentrales worden gebruikt. Dat blijkt uit het EU-rapport Routekaart voor hernieuwbare energie. Hernieuwbare energiebronnen in de 21ste eeuw: een duurzamere toekomst opbouwen. Vlaanderen moet dus vooral deze kaart trekken. Het heeft met Vincke Energietechniek al een traditionele speler in dit segment, dat langzaam aan maturiteit wint. Afval en mest zijn twee ‘grondstoffen’ die in Vlaanderen massaal aanwezig zijn, en die via de beschikbare technologie vrij gemakkelijk kunnen worden omgezet in biomassa. Maar deze grondstoffen zijn niet uniek en zijn ook in andere landen massaal aanwezig. Om een unieke speler te worden is een andere grondstof of technologie dus aangewezen. In het verlengde van die optiek werkt het Gentse SBAE Industries, dat via microalgen oliën produceert voor biodiesel en groene energie. Allegro Investment Fund ziet heil in het bedrijf en gelooft dat er nog een bijkomend voordeel speelt. “Met de algenkweek treed je niet in concurrentie met voedselwinning, in tegenstelling tot bijvoorbeeld koolzaad of palmolie”, analyseert bestuurder Alex Vandenbossche. Zelfs de topman van Shell zei al dat algen een joker zijn voor alternatieve brandstof. Binnen drie tot vijf jaar zitten de eerste algenoliën in de brandstoftanks, luidt het zelfverzekerd. Koppel die Vlaamse technologie aan een grote energiespeler en Vlaanderen biedt mee het antwoord op een van dé poten- tiële energievraagstukken van de komende jaren.

Gezondheidszorg van morgen

De gezondheidszorg kwalitatief én betaalbaar houden is ook al een mondiaal probleem. Toch wordt gezondheidszorg vooral gezien als een nationale bedrijfstak. In de industrie, handel en dienstverlening is internationalisering al jaren heel gewoon. Uit de PwC-studie Healthcast 2020, blijkt dat vandaag in veel landen succesvolle initiatieven worden ontwikkeld op het gebied van technologische innovatie. Het zijn initiatieven die niet alleen de resultaten van de zorg verbeteren, maar ook leiden tot kostenbesparing. Vaak blijft men daarbij op zijn nationalistische reflexen betrouwen. “Toch zal de sector evolueren naar samenwerkingsverbanden”, zegt Peter Hinssen van het managementconsultancybureau Across. Hij is net terug van de Global CIO Executive Summit (VS) waar hij als gastspreker onder meer met LaVerne Council, vicepresident en Chief Information Officer van Johnson & Johnson in debat ging. “In de gezondheidszorg schuiven we op naar meer hybride bedrijven waar technologie, biotech en farma elkaar vinden.”

Typisch is dat grote farmabedrijven aansluiting zoeken bij kleine biotechbedrijven. En laat Vlaanderen nu een flinke cluster van biotechbedrijven hebben, iets waar men ons in het buitenland voor benijdt. Tal van die bedrijfjes dragen een enorm potentieel in zich, alleen is er nog te vaak drempelvrees om die bedrijven ook daadwerkelijk voldoende te ondersteunen. Hun kapitaalbehoefte is immers groot, het risico nog groter, zo luidt het in financieringskringen. Toch schrijft een aantal van die bedrijven mee aan het potentiële toekomstverhaal van de mondiale gezondheidszorgindustrie. Een van die parels is Actogenix. “Als hun methode met de melkzuurbacteriën waarmee zij werken wordt geaccepteerd door de farma-industrie, ontstaat er een gigantische waaier aan mogelijkheden”, stelt Patrick Van Beneden, Vicepresident Life Sciences bij de GIMV. Ook Advanced Medical Diagnostics (AMD) dat met zijn HistoScanning een technologie heeft ontwikkeld waarmee op een patiëntvriendelijke manier weefsel herkend en gekarakteriseerd wordt, staat voor zo’n potentiële doorbraak. De medische wereld zal op termijn een beslissing moeten nemen of dit een standaard wordt. Maar het bedrijf sluit alvast aan bij de heersende – en kostenbesparende – trend om medische interventies zoveel mogelijk extern te maken. De noodzaak om de heersende inefficiëntie in de gezondheidszorg in België en Europa op te heffen zal voorts voor een flink deel gebeuren via vaandeldragers uit de e-healthcare. IT is echter geen oplossing op zichzelf, maar vooral een ondersteunend middel om medische en administratieve informatie tussen partijen uit te wisselen. Een van de Vlaamse pioniers op dit vlak heet Language & Computing. Dat focust op de ontwikkeling van medische taaltechnologie. Voor Steven Coppens, senior investment manager bij de ICT-poot van de GIMV is het duidelijk: “Dit is het prototype van een IT-healthcarebedrijf van de toekomst.”

Technologie van morgen

Even een open deur intrappen: het internet heeft definitief zijn intrede gedaan in ons dagelijkse leven. E-mail, online banking, eCommerce en internettelefonie zijn slechts enkele diensten die op enkele jaren tijd volledig ingeburgerd zijn. De internettechnologie, die iedereen met elkaar verbindt, wordt mogelijk gemaakt door een enorm complexe infrastructuur. Het internet wordt omschreven als één groot netwerk, waarbij vaak wordt vergeten dat het de datacenters zijn die de hersenen van dat internet vormen. Dat stelt Niko Nelissen, medeoprichter van het technologiebedrijf Q-Layer, actief in de virtualisatie van datacenters. Virtualisatie laat toe dat internetdiensten zonder grenzen gebruik kunnen maken van datacentercapaciteit over de hele wereld. Generaliserend gesteld: zoals het elektriciteitsnetwerk ervoor zorgt dat er stroom uit uw stopcontacten komt, zo zorgen datacenters ervoor dat er bits en bytes uit uw internetkabel komen. Even een boude uitspraak: binnen 50 jaar wordt datacentercapaciteit verhandeld op een internationale beurs, naast energie en grondstoffen. Andere technologiekleppers met een mondiaal marktpotentieel zijn Gemidis, met zijn ‘liquid on crystal technologie’ (microdisplays van vloeibare kristallen), dat onze manier van kijken kan beïnvloeden, en Geo-Automotion, actief in de markt van geografische informatiesystemen (GIS) en cartografie, een nog embryonale markt. (T)

Door Sjoukje Smedts en Lieven Desmet / Foto’s Pat Verbruggen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content