Terug naar Plato

LUC SOETE

Het leuke en spannende aan Nederland is dat verkiezingen er nog tot heuse verrassingen kunnen leiden, ondanks de opiniepeilingen die tijdens de campagne dagelijks breed worden uitgemeten in de nationale media. Ook de verkiezingen van 12 september hadden een onverwachte ontknoping. De opiniepeilingen voorspelden steeds meer een nek-aan-nekrace tussen de politieke leider van de liberale VVD, Mark Rutte, en die van de sociaaldemocratische PvdA, Diederik Samsom. Niemand had voorzien dat die tweestrijd zo’n aantrekkingskracht zou hebben op de Nederlandse kiezers – jong en oud, links en rechts, progressief en conservatief. Het gevolg is dat er voortaan twee echt grote partijen zetelen in de Tweede Kamer.

De laatste opiniepeiling op de dag vóór de verkiezingen had het over 37 zetels voor de VVD en 36 voor de PvdA. Dat was onvoldoende om samen een regering te vormen. Er werd verwacht dat de verkiezingen een centrumrechtse of centrumlinkse coalitie zouden opleveren. Een stem voor de populistisch rechtse PVV van Geert Wilders was eigenlijk een stem voor de PvdA, dixit Mark Rutte. De veel hogere stemmenwinst van beide partijen – met 41 zetels voor de VVD en 38 voor de PvdA op een totaal van 150 zetels – maakt nu wel mogelijk dat beide partijen een regering vormen. Meer nog: de VVD en de PvdA lijken min of meer gedoemd om met elkaar te regeren, bijgestaan door een of meer kleinere centrumpartijen. Het resultaat van de radicaal linkse SP werd de dag vóór de verkiezingen nog geschat op 21 zetels, dat van de PVV op 17. Beide eindigden broederlijk naast elkaar op 15 zetels. Op het eerste gezicht lijken de extremen aan de linker- en de rechterzijde in de Haagse politieke wereld plots aan kracht te hebben ingeboet. Alsof de Nederlanders opeens weer volwassener zijn geworden en zich niet langer laten charmeren door de populistische oneliners van Geert Wilders of de bezorgdheid voor de gewone man van Emile Roemer. Voor de buitenlandse media leek het alsof de Nederlanders plots opnieuw in het Europese project geloven, vertrouwen hebben in het reddingsplan voor de euro en de Brusselse eurocratie weer omarmen. “Brussel viert feest”, was de commentaar van Geert Wilders op het verlies van zijn partij.

Die interpretaties lijken me niet geloofwaardig. Het populisme is ongetwijfeld nog even populair bij de gemiddelde Nederlandse kiezer als toen Pim Fortuyn zijn intrede deed in de Nederlandse politiek. En Europa, de euro en Brussel zijn nog steeds even ongeliefd als vóór 12 september. De belangrijkste verklaring voor de verrassend gematigde verkiezingsuitslag is de kwaliteit van de politieke leiders van de VVD en de PvdA. Daar was noch Emile Roemer, noch Geert Wilders tegen opgewassen. Misschien had Jan Marijnissen, de voormalige leider van de SP, of Pim Fortuyn wel kunnen winnen, maar zowel Mark Rutte als Diederik Samsom torende met zijn retorisch talent en zijn argumenten boven de andere politieke leiders uit. Onder leiding van Job Cohen had de PvdA vorige week wellicht glansrijk verloren.

De Nederlandse verkiezingen illustreren dat politici de kiezers nog altijd kunnen overtuigen met scherpe argumenten, eerder dan met drogredenen en oneliners. De invloed van Plato in de politiek blijkt dus nog levend en efficiënt te zijn. Daarom verwacht ik dat ook Barack Obama de Amerikaanse presidentsverkiezingen zal winnen op basis van zijn overtuigingskracht en redenaarstalent, net zoals Bill Clinton dat in de vorige eeuw heeft gedaan. Misschien kan dat een bron van inspiratie zijn voor onze lokale politici in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen.

De auteur is rector van de Universiteit Maastricht.

De Nederlandse verkiezingen illustreren dat politici de kiezers nog altijd kunnen overtuigen met scherpe argumenten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content