Terug naar de ‘Aziatische waarden’?

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Terwijl andersglobalisten in het zuid-Franse Larzac hun zomerhappening hielden, zorgde de Thaise premier Thaksin Shinwatra wellicht voor een fundamenteler keerpunt in de globalisering zoals voorgeschreven door het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Wereldbank en “de Amerikaanse superstaat”.

Thaksin, zelf een succesvol ondernemer, greep vorige week naar de zelfzekere retoriek van zijn Maleisische collega Mahathir bin Mohamad. De banbliksems negerend van Wall Street en het IMF legde Mahathir zes jaar geleden, in volle Azië-crisis, de kapitaalstromen (tijdelijk) aan banden. Met succes.

Het IMF geeft toe dat Mahathirs anticrisisrecept sneller tot een economisch herstel leidde dan de door Washington in de buurlanden opgedrongen maatregelen. De vroegtijdige terugbetaling van een IMF-lening was de aanleiding voor Thaksins uitval: “weg met de neoliberale doctrines en nooit meer in zee met het IMF”. De vlotte terugbetaling werd mogelijk na consumptiestimulerende maatregelen van de Thaise regering – waartegen het IMF nochtans had geprotesteerd. Ook Zuid-Korea heeft zijn schulden afgelost en Indonesië kondigde aan het IMF spoedig te zullen uitwuiven en bijkomend advies overbodig te vinden.

De bittere nasmaak van de financiële crisis uit 1997 blijft, vooral wegens de manier waarop die onder druk van Washington werd aangepakt. Het herwonnen zelfvertrouwen kan de neiging versterken om één en ander terug te draaien. Temeer nu gebleken is dat de zedenprekers – die zich tijdens de crisis vrolijk maakten over zogenaamde ‘Aziatische waarden’ – zelf niet immuun waren voor boekhoudschandalen, financiële goocheltrucs en vriendjespolitiek in de bedrijfswereld.

Ondanks de financiële wervelwind, de negatieve weerslag op het toerisme van terroristische dreigingen en de longziekte sars koersen de herstellende landen op een 4 %-groei, dikken hun reserves aan en consolideren hun munten. Bovendien zijn de rollen nu enigszins omgedraaid: de Verenigde Staten is afhankelijk van kapitaalinjecties uit Azië om zijn tekorten te financieren en China vervangt stilaan de VS als de belangrijkste handelspartner van de regio.

In zijn boek met de provocerende titel ‘ Can Asians think?‘ pleit Kishore Mahbubani, een oud-diplomaat van Singapore, voor het tot stand brengen van een optimale vrije markt. Hij wijst daarbij naar de invloed van een opkomende middenklasse van weldra 500 miljoen burgers in de regio: “Zij weten heus wel wat er in de wereld omgaat, zodat ze voor hun welvaartcreatie met kennis van zaken eigen keuzes kunnen maken.” In heel Oost- en Zuidoost-Azië vordert de democratie, aangewakkerd door meer vrijemarkteconomie, meer vrije meningsuiting en nieuwe kritische media.

Dwepen met ‘Aziatische waarden’ is een sentimentele bezigheid zonder veel inhoud. Maar de groeiende bewustwording in de meest dynamische delen van Azië dat dit vage begrip even waardevol kan zijn als de gemeenschappelijke waarden en specifieke inzichten waarop de Europese Unie werd gebouwd, zal op termijn meer impact hebben op de globalisering dan de leuke happening in Larzac.

Erik Bruyland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content