Telefoneren wordt weer goedkoper

De prijzen van de meeste courante telecomdiensten gaan volgend jaar omlaag op groothandelsniveau. Zo krijgen de alternatieve operatoren wat meer ademruimte.

Omstreeks de tijd dat je de kerstboom kan ruiken, vallen de zware beslissingen in telecomland. Voor de gebruikers brengt de kerstman goed nieuws. In tegenstelling tot de geruchten over een stabilisatie wordt telecommunicatie ook volgend jaar weer goedkoper. De prijzen van de meest courante diensten gaan in 2003 op groothandelsniveau gemiddeld tussen 6,4% en 8,8% omlaag, afhankelijk van de infrastructuur van de alternatieve operator.

Dat blijkt uit de nieuwe interconnectietarieven die het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie ( BIPT, de toezichthouder van de telecomsector) op zijn website heeft geplaatst. Interconnectietarieven bepalen wat operatoren elkaar betalen voor het onderling uitwisselen van verkeer. Het zijn de groothandelsprijzen van de binnenlandse telecommarkt. Sommige diensten, zoals de huurlijnen die de operatoren met Belgacom verbinden, worden meer dan 50% goedkoper.

De groothandelskostprijs voor een lokaal gesprek bij Belgacom zal in 2003 gemiddeld rond 1,288 eurocent per minuut liggen. Landelijke gesprekken kosten tussen 1,81 en 1,984 cent per minuut. Dat zijn gemiddelden, zonder BTW. Bellen tussen de piekuren blijft grosso modo dubbel zo duur als in de daluren.

De lagere interconnectietarieven weerspiegelen de lagere kosten van Belgacom, ook al heeft dat bedrijf te maken gehad met extra uitgaven, zoals het afvloeiingsprogramma BEST en de onroerende voorheffing die het sinds dit jaar op zijn vastgoed moet betalen aan steden en gemeenten.

Strikt genomen is alleen Belgacom gebonden door de interconnectietarieven, maar in de praktijk volgen alle operatoren ze – behalve Telenet, dat veel hogere interconnectiekosten aanrekent.

Lagere groothandelstarieven geven in principe meer manoeuvreerruimte aan alternatieve operatoren, maar alles hangt af van de eindgebruikersprijzen die Belgacom zal aanrekenen. Momenteel klagen de alternatieve operatoren steen en been over het win back-programma waarmee Belgacom interessante “afvallige” abonnees terug naar de stal wil lokken. Op de consumentenmarkt pakt de dominante operator uit met speciale tariefpakketten die specifieke klantengroepen op lagere prijzen trakteren.

Steuntje voor de concurrentie

Ander nieuws uit de hoek van het BIPT: sinds 9 december is Belgacom verplicht om per maand minstens 9000 ontbundelde ADSL- of SDSL-lijnen te kunnen migreren. Ontbundeling betekent dat alternatieve operatoren de lokale lijn van Belgacom kunnen overnemen, zodat de klant geen abonnementsgeld meer betaalt aan Belgacom. Voor de overzetting mag Belgacom maximaal 64,11 euro of 80,20 euro vragen. De concurrentie kan een steuntje gebruiken: op 1 oktober waren er amper 1553 lijnen geheel aan alternatieve operatoren overgedragen, hoewel het systeem op meer dan 2,9 miljoen lijnen toepasbaar was.

Morgen, vrijdag 20 december, staat op de ministerraad de oprichting van een fonds ter financiering van een universele dienstverlening op de agenda. Historisch gezien levert Belgacom immers heel wat diensten die wel het algemeen belang maar niet noodzakelijk het belang van Belgacom dienen: een universele basisdienst (de verplichting tot aansluiting van abonnees, ook al zijn ze door hun geografische ligging niet rendabel), sociale en speciale tarieven, ononderbroken dienstverlening, publieke betaaltelefoons, de inlichtingendienst en de telefoongidsen.

Oneerlijk dat wij die last alleen moeten dragen, vindt Belgacom, wijzend op de telecomwet van 1991. Die voorziet vanaf 2000 in de mogelijke oprichting van een fonds om de universele dienstverlening te financieren. Concurrenten van Belgacom zouden daaraan moeten bijdragen. Totnogtoe is daar niets van in huis gekomen, maar in februari heeft Belgacom officieel om de oprichting van het fonds gevraagd, met de bedoeling het vanaf 1 januari 2003 te laten werken.

In juli startte het BIPT een consultatie om af te tasten hoe men de zogenaamde nettokosten van de universele dienstverlening zou bepalen. Boekhoudkundig is dat een bijzonder complex probleem. Een klant die bij Belgacom van een sociaal tarief geniet, bijvoorbeeld, kan best nog winstgevend zijn omdat hij wordt gebeld.

Geen controle op Belgacom

Volgens het Platform Telecom Operators & Service Providers, de belangenvereniging van de alternatieve operatoren, heeft het BIPT geen conclusies en geen feedback gegeven over zijn consultatie, wat nochtans de gewoonte is. Het Platform vreest dat er, na het gevaar voor een zogenaamde ongemakkenretributie en voor een deelname in de kosten van Geografische Informatie Systemen (GIS), een nieuwe aanslag op hun marges dreigt. Het fonds zou tientallen miljoenen euro’s gaan kosten, evenwichtig te spreiden over de verschillende operatoren.

Het Platform voert onder meer aan dat er moeilijk nu al over de nettokosten van de universele dienstverlening voor Belgacom kan worden gesproken als het boekhoudkundige kader voor de berekening daarvan nog niet helemaal klaar is. Dat argument snijdt hout. Begin december, in zijn achtste rapport over de toepassing van de telecomregulering, stelde de Europese Commissie nog dat het BIPT pas onlangs de rekeningen van Belgacom voor 1998 heeft geverifieerd en pas in april klaar zal zijn met jaargang 2000. België is op 19 september ook veroordeeld voor het Europees Hof van Justitie omdat er nog geen deugdelijk kader is om te controleren of Belgacom zijn kosten wel op de juiste manier toewijst in zijn boekhouding.

Het BIPT (dat desondanks vooruitgang maakt in deze ingewikkelde materie) was niet bereikbaar voor commentaar. Op het kabinet van minister van Telecommunicatie Rik Daems ( VLD) werd de indruk gegeven dat het fonds nog een jaartje zou worden uitgesteld.

Bij Belgacom wijst de persdienst er fijntjes op dat het fonds eveneens moet toelaten dat ook alternatieve operatoren (gesubsidieerde) diensten kunnen aanbieden als onderdeel van de universele dienstverlening. Het is niet altijd Belgacom dat de kerstman moet zijn.

Bruno Leijnse [{ssquf}], bruno.leijnse@trends.be

De nieuwe groothandelsprijzen van Belgacom liggen 6,4% tot 8,8% lager dan vorig jaar.

Belgacom wil niet alleen opdraaien voor de kosten van universele telecomdiensten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content