‘Te veel politiek, te weinig daadkracht’

Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Op de Trends Summer University werd dit jaar gepeild naar de strategieën en businessmodellen om succesvol te kunnen zijn in een wereld die gekenmerkt is door vervelend trage groei. Het leverde een gesprek op over autoverkoop, baggeren en de rol van de ECB.

De Summer University, een mini-Davos waar bedrijfsleiders en topeconomen zich buigen over de uitdagingen voor onze maatschappij, verzamelde voor haar tweede debat een panel met de CEO’s Alain Bernard (DEME), Françoise Chombar (Melexis) en Ian Gallienne (GBL), plus Lampiris-medeoprichter Bruno Venanzi en Frank Vranken, chief strategist van Puilaetco Dewaay Private Bankers. Zij kregen van Vincent Piron, partner bij KPMG, de vraag hoe zij inspelen op de megatrends in onze maatschappij. “Er zijn vele uitdagingen”, trok Piron het debat op gang. “Maar dat zorgt voor een sense of urgency, het besef dat het anders moet. En bedrijven die erin slagen zich opnieuw uit te vinden, kijken goed naar de megatrends.” Piron wees op de impact van nieuwe markten, met de vooral in Azië exploderende middenklasse, op de vergrijzing en op disruptieve technologie.

Megatrends

“Als je je zakenmodel wil aanpassen om een omgeving met lage groei het hoofd te bieden, moet je minstens twee megatrends aanpakken”, vond Piron. “Wij gaan al lang in op de megatrends die spelen in onze business, en dan vooral op internationalisering”, reageerde DEME-topman Alain Bernard meteen. “Er is geen enkele plek in de wereld waar wij niet zouden willen werken.” Bernard wees voorts op het milieu- en energieprobleem. Ook de schaarste van grondstoffen speelt DEME in de kaart. “Op zee zijn er daarvan veel te vinden.”

Françoise Chombar zet naar eigen zeggen vooral in op energie, mobiliteit en technologie. En overal zit Melexis goed, zo blijkt. “De meeste van onze producten helpen om het brandstofverbruik van auto’s en de emissie van CO2 en andere partikels te verminderen”, aldus Chombar. Alleen zullen minder auto’s worden gebouwd en verkocht. Melexis onderzoekt daarom hoe zijn technologie kan worden toegepast in andere sectoren. “We zijn klaar voor de megatrends”, benadrukte Chombar. “Wat we nog moeten finetunen, is de planning van ons scenario. We geraken er wel.”

Ook de holding GBL heeft sterk ingespeeld op megatrends, zoals de vergrijzing en de groei in Azië. Topman Gallienne gaf het voorbeeld van de drankengroep Pernod Ricard, waarin GBL uitgroeide tot de op een na grootste aandeelhouder. Hij wees onder meer op het enorme potentieel van de Chinese markt voor het bedrijf. Maar ook voor een zakenbank als Puilaetco Dewaay is de zoektocht naar groeibedrijven in een periode van lage groei een hele uitdaging. “Groei is een schaars goed”, stelt Vranken. Hij wijst erop dat sterke merken als Gillette of Coca-Cola het beste periodes van lage groei verteren. “Bij grote bedrijven die zeer recurrente cashflows hebben, zitten we meestal goed.”

Investeren

De vraag is alleen wie bij zo’n lage economische groei nog wil investeren. DEME doet dat in ieder geval ongestoord, maar is dan ook een buitenbeentje. “Onze fabrieken zijn schepen. Wij zijn dus zeer mobiel”, stelde topman Bernard. “Mobiliteit betekent ook heel alert zijn om te weten wat gebeurt in bijvoorbeeld Zuid-Amerika, Afrika en Rusland, en daarop inspelen.” Dat betekent ook voort investeren in mindere tijden. “Tien jaar geleden is de markt in Singapore in elkaar gestuikt, en nu is die weer booming. In Australië hebben we zwaar geïnvesteerd. Volgend jaar stuikt heel die markt in elkaar, maar ook dat blijft zo niet. Binnen enkele jaren komt die markt opnieuw van de grond.”

Ook de Luikse stroom- en gasleverancier Lampiris investeert nog, en zet zijn eerste stappen in elektriciteitsproductie. “Maar we moeten heel voorzichtig zijn, want er is heel wat onzekerheid”, zei Venanzi. Melexis blijft investeren in Europa, hoewel de vraag verschuift richting Azië. “De autoproductie in Europa gaat achteruit. Maar in systemen die nodig zijn om die auto’s te bouwen, gaat het zeer goed. De vraag naar halfgeleiders groeit overal”, stelde Chombar.

China riep bij de panelleden de nodige twijfels op. “Onze grootste concurrenten zijn de Chinezen, maar daar werken we niet, want het is erg afgeschermd. We zullen nooit geld verdienen in China”, merkte Bernard op. Vranken wijst vooral op de problematische overcapaciteit in China. “Ik ben iemand die erop vertrouwt dat het goed afloopt, maar het zal toch meer tijd vergen dan verwacht”, zei Vranken, die een boontje heeft voor Afrika. “Je moet wel aanvaarden dat die landen een grotere volatiliteit hebben. Ze kunnen maatregelen nemen die westerse bedrijven verrassen.” Piron ziet in Afrika een sterke vraag naar bankdiensten, mede door de hoge vlucht die mobilofonie er neemt. “Een van onze grootste kantoren is in Nigeria, een complex land waarvan wordt voorspeld dat het 300 miljoen inwoners zal tellen in 2030 en daarmee groter zal zijn dan Brazilië. De erg jonge bevolking zal enorm veel bankdiensten nodig hebben.”

Thuismarkt

Verscheidene CEO’s riepen op bij alle ontwikkelingen en trends de klant niet uit het oog te verliezen. “Het spreekt voor zich dat in een downturn de band met de klant het belangrijkst is. Toen ik de baas van Starbucks ontmoette, vroeg ik wat hij het belangrijkste vond, de klanten of de werknemers. Hij zei ‘als alles goed gaat, mijn werknemers. Als het slecht gaat, mijn klanten'”, aldus Gallienne. Venanzi wees erop dat Lampiris sneller dan vele sectorgenoten groeide door de band met zijn klanten online aan te halen.

De panelleden kregen ook de vraag hoe zij aankijken tegen het Duitse economische model. Voor Gallienne is een hoge graad van industrialisering niet zaligmakend. “Italië is erg geïndustrialiseerd, bijna evenveel als Duitsland. En toch heeft Italië sterk geleden in de crisis. Maar Duitsland heeft ook de nodige economische en sociale hervormingen gedaan. Vergeet niet dat het vijftien jaar geleden nog de zieke man van Europa was.” “Waarom is Duitsland succesvol? Omdat de politiek de industrie steunt”, pikte Bernard in. “De thuismarkt is heel belangrijk. In Duitsland is er een thuismarkt. Dat is de basis van export. De toekomst voor België is export, maar daarvoor heb je wel een thuismarkt nodig.”

Chombar wees nog op het te lage aantal studenten in ons land die kiezen voor wetenschappen, technologie of engineering. “We zijn daarin een van de slechtste leerlingen in de Europese klas. Als je wil dat je economie groeit, moet je waarde creëren. En dan moet je technische mensen hebben. Het gebrek daaraan is de reden waarom we nog maar een derde van onze mensen in België hebben. We zijn gegaan daar waar we de ingenieurs konden vinden, naar Duitsland, Bulgarije, en Oekraïne.”

Vranken hekelde intussen het onvermogen van Europa om de groeimotor weer aan de praat te krijgen. “U hebt hier te maken met een beetje euroscepticisme. ik zie te veel politiek en te weinig daadkracht”, aldus Vranken. “Het belangrijkste is het oude continent terug op de rails te zetten en daarin speelt de flexibiliteit van de arbeidsmarkt een grote rol. Een ander voorbeeld: wij zitten in België met 250 miljard euro op de spaarboekjes. Daar zouden we veel meer mee kunnen doen. Ook daarin kan Europa een voortrekkersrol spelen. Op dat vlak schiet de politiek tekort”, zei Vranken, die ook kritiek op de ECB pareerde. “Van de ECB wordt wel veel te veel gevraagd. De ECB moet geld goedkoper en meer toegankelijk maken als het moeilijk gaat. Dat heeft ze ook gedaan. Je mag niet verwachten dat de ECB wonderen kan verrichten.”

BERT LAUWERS

“De toekomst voor België is export, maar daarvoor heb je wel een thuismarkt nodig” Alain Bernard

“Je mag niet verwachten dat de ECB wonderen kan verrichten” Frank Vranken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content