Talentmobilisatie

Marc De Vos © Marc De Vos

Herinnert u zich Frey en Osborne nog? Die onderzoekers van de universiteit van Oxford kregen in 2013 wereldfaam met een studie over banen die verloren zouden gaan door de digitalisering. Gewapend met projecties over artificiële intelligentie en robotisering berekenden ze dat liefst 47 procent van alle beroepen in de Verenigde Staten een hoog risico liep in de komende tien tot twintig jaar geautomatiseerd te worden. De auteurs fileerden 700 beroepsgroepen en voorspelden voor tientallen groepen een gewisse technologische dood.

Daarop volgde wereldwijde apocalyptiek over een toekomst zonder banen. De media kopten met het verval en de ondergang voor truckers, accountants, horecapersoneel, tuinbouwers, kappers, buschauffeurs en bewakingsagenten, enkele van de risicogroepen uit de studie. Een allegaartje van techneuten, utopisten en activisten vond in het basisinkomen de redding voor samenlevingen met te veel werk voor de technologische elite en geen werk voor al de rest.

Maar kijk, we zijn al eind 2021 en van al dat onheil valt niets te bespeuren. Wel integendeel: trucker, boekhouder, keukenhulp, kok, groenwerker, kapper, buschauffeur en bewakingsagent zijn officiële knelpuntberoepen in Vlaanderen. En dat is maar de top van de Vlaamse ijsberg. Buiten Vlaanderen zijn ook overal handen te kort. Vraag het maar aan de Britten. Die merken nu dat zonder de Oost-Europese truckers hun tankstations droogstaan.

Daarmee is niet gezegd dat technologische innovatie geen oude beroepen uitdooft. Dat is van alle tijden. Maar de dominante trend is vooralsnog niet het vervangen van mensen door machines, maar het aanvullen van mensen met machines. Dat heet productiviteit, en het brengt zelf ook nieuwe groei en banen met zich. En nieuwe technologie betekent sowieso al nieuwe banen.

Tel daarbij de pensioneringsgolf van de babyboomers, de heropleving na de pandemie, de grote switch naar de groene economie en post-fossiele energie, de investeringsdrive voor de relance, de verdere digitalisering, het terugdraaien van de globalisering voor meer nationale productie en veiligheid, en je weet het wel. Voor de voorzienbare toekomst is er geen tekort aan banen maar een acuut tekort aan arbeidskrachten.

Als we het talent niet vinden, zal de economie oververhitten of vastlopen, de inflatie oprukken, het klimaatbeleid blokkeren en de vergrijzing op droog zaad geraken. Het is harken voor elke gram inzetbaar talent. We moeten de werkloosheidsverzekering hervormen, om de werkzoekende daadwerkelijk richting vacatures te brengen, inclusief aflopende uitkeringen. Er is voluntarisme nodig voor de activering van de pakweg anderhalf miljoen niet-actieven op normale beroepsleeftijd. We moeten gezonde gepensioneerden richting nieuw werk verleiden.

Naast financiële prikkels zoals loonkosten, minimumlonen, uitkeringen als tijdelijke loonsubsidies, werkbonussen en pensioenmalussen, naast een volgende fase in performante begeleiding en activering met een nieuwe focus, naast preventief inzetten op transities in de economie met loopbaanverandering, is meer arbeidsflexibiliteit cruciaal. Het inzetten van talent dat nu niet inzetbaar is of wil zijn, vergt meer ruimte voor werkformules die aangepast zijn aan de diversiteit van de noden en de wensen die de inactiviteit verklaren.

Op het kleine Belgische grondgebied bevinden zich daarenboven drie arbeidsmarkten: Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Zelfs binnen die regio’s zijn er veel lokale verschillen. Er moet een schokeffect komen voor meer mobiliteit, meer pendelen, meer verhuizen, met alles wat daarvoor nodig is. Dat zal de grenzen overstijgen. Grensarbeid en arbeidsimmigratie, van de selectieve soort, zijn ook nodig. Iedereen kan winnen: de gezinnen, de werknemers, de werkgevers, de economie en de staatskas. Wat belet ons daarvoor te gaan?

De auteur is decaan aan de Macquarie University in Sydney en visiting fellow bij het Itinera Institute in Brussel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content