‘SUPERRIJKEN BEDREIGEN DE KUNSTMARKT’

De superrijke kunstkopers worden steeds rijker en doen de prijzen op de kunstmarkt stijgen. Wie minder rijk is, dreigt te moeten afhaken. De sector maakt zich zorgen.

Het was een bezorgde Clare McAndrew, die onlangs haar jaarlijkse Art Market Report kwam voorstellen op de kunst- en antiekbeurs Tefaf in Maastricht. De doctor in de economie analyseert jaarlijks hoe en waar kunst wordt gekocht en verkocht. McAndrew constateerde dat het aantal kunstkopers in het topechelon kleiner wordt, maar dat ze steeds rijker worden. Dat houdt volgens haar serieuze risico’s in voor de kunstmarkt.

Eerst de cijfers. Het Art Market Report gaat over het boekjaar 2014. Het was een grandcrujaar voor de sector, want wereldwijd werd voor 51 miljard euro kunst verhandeld. Het hoogste cijfer ooit: het bedrag ligt 3 miljard hoger dan het vorige record van 2007. Er werden in 2014 weliswaar minder kunstwerken verkocht, maar ze gingen wel tegen gemiddeld hogere prijzen van de hand. 1530 veilingloten haalden meer dan 1 miljoen euro, of 17 procent meer dan in 2013. Die topstukken — die nauwelijks 0,5 procent van het aantal transacties uitmaken — zijn goed voor bijna de helft van de totale kunstomzet.

Een dertigtal artiesten haalde meer dan 10 miljoen euro op veilingen, waaronder Pablo Picasso, Andy Warhol, Francis Bacon, Gerhard Richter en Alberto Giacometti. De namen verraden het al: naoorlogse en hedendaagse kunst is het segment waar het meeste geld in omgaat.

Smalle toplaag

De kunstmarkt wordt gedomineerd door drie landen: de Verenigde Staten (39 %), China (22 %) en het Verenigd Koninkrijk (22 %). Slechts enkele kunstenaars en een paar supervermogende verzamelaars draaien mee op het absolute topniveau. Musea zijn nauwelijks nog concurrentie voor die ultrarijke kopers: de aankoopbudgetten van publieke instellingen zijn peanuts in vergelijking met de middelen die zulke particuliere collectioneurs kunnen inzetten.

In 2014 waren er volgens Credit Suisse wereldwijd 35 miljoen dollarmiljonairs. Dat was 10 procent meer dan in 2013. De voorbije vijf jaar steeg hun vermogen met 67 procent. Het aantal miljonairs kan toenemen tot 53 miljoen binnen de vijf jaar, blijkt uit verscheidene studies. De meeste dollarmiljonairs wonen in de Verenigde Staten (41 %), gevolgd door Japan, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Maar hun aantal steeg in 2014 het snelst in Rusland en Mexico — twee groeilanden op de kunstmarkt. Hoeveel van die miljonairs kunst kopen, is moeilijker te berekenen. McAndrew houdt het op ongeveer 2 procent, dus rond 700.000 kopers.

Nooit meer miljardairs

Het vermogen van de allerrijksten groeide de voorbije vijf jaar het snelst. Volgens het gespecialiseerde onderzoeksbureau Wealth-X waren er vorig jaar 211.000 ultra high net worth individuals (UHNWI’s) — mensen met een vermogen boven 30 miljoen dollar. In die groep zijn er 2325 miljardairs. Dat is het hoogste aantal ooit. De meeste UHNWI’s — bijna 75.000 — wonen in de Verenigde Staten, Europa telt er 62.000.

De UHNWI’s zijn cruciaal voor de luxemarkt: zij zorgen voor een vijfde van de omzet in de sector. Ze spenderen in hun vrije tijd vooral veel geld aan juwelen en edelstenen (29 %), auto’s, boten en vliegtuigen (20 %) en kunst (11 %). Dat heeft grote consequenties voor die branches. Zo zorgen de ultrarijken voor 82 en 88 procent van de wereldwijde omzet in de jacht- en de privéjetindustrie. In de kunstsector kapen ze de helft weg.

“De welvaart is niet goed verdeeld in de wereld. 1 procent van de wereldbevolking heeft 44 procent van alle rijkdom in handen. 9 procent heeft 85 procent”, zegt Clare McAndrew. “Sinds de jaren zeventig stijgt de concentratie van rijkdom. Dat is het opvallendst in de Verenigde Staten. Nergens ter wereld is de ongelijkheid in rijkdom en inkomens groter. De 10 procent rijksten heeft daar ongeveer 75 procent van alle vermogen in handen. En die kloof wordt alleen maar breder. Sinds de jaren twintig van de vorige eeuw is die in de Verenigde Staten nog nooit zo groot geweest.”

“Historisch is al meermaals bewezen dat hoe meer geld de ultrarijken hebben, hoe meer ze sparen en hoe minder ze procentueel uitgeven. Dat kan een voelbaar effect hebben op de economie en bijgevolg ook de kunstmarkt.”

Reddingsbootje met gelukzakken

Dat het aantal miljonairs en miljardairs blijft stijgen, kan goed nieuws zijn voor veilinghuizen en kunsthandelaars. Ze kunnen topwerken tegen steeds hogere prijzen verkopen. Maar er is een schaduwzijde die de kunstmarkt steeds meer zorgen baart. “De groep verzamelaars die de steeds duurdere topwerken kan kopen, wordt almaar kleiner”, zegt McAndrew. “De minder vermogenden worden gewoon weggeconcurreerd. Ik sprak met verscheidene handelaars die de risico’s van dat versmallende topsegment inzien.”

Het zou gezonder zijn dat de kunstmarkt wat democratischer was. Het risico bestaat dat de verzamelaars uit de hogere middenklasse afhaken en hun geld in andere passiedomeinen investeren, waar de verhouding tussen de emotionele waarde en de kostprijs eerlijker is. Dat zou een enorm probleem zijn. Op de kunstmarkt werken wereldwijd zo’n 2,8 miljoen mensen. In dienstenbedrijven zijn er nog eens 315.000 werknemers — zoals verzekeraars, curatoren, adviseurs en transporteurs.

De kunstmarkt kan dus verzwakken, omdat de koopkracht van een grote groep kopers afneemt. Of zoals een analist van Standard & Poor’s het omschreef: “Hoogtij tilt alle boten op. Maar het reddingsbootje met enkele gelukzakken riskeert te zinken. Vooral als iedereen eromheen in het water begint te trappelen.”

THIJS DEMEULEMEESTER

“Hoogtij tilt alle boten op. Maar het reddingsbootje met enkele gelukzakken riskeert te zinken”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content