Superministerraad is paniekvoetbal

De superministerraad over sociaal-economische thema’s die premier Yves Leterme op vrijdag 23 mei samenroept, wordt een maat voor niets. De bijeenkomst heeft vooral tot doel de indruk te wekken dat onze beleidsmakers echt bezig zijn met ‘de problemen van de mensen’. Bovendien is zo’n ministerraad rond sociaaleconomische thema’s een perfect alibi om de communautaire problemen voor de zoveelste keer in de koelkast te stoppen. Wie het nu plots in zijn hoofd zou halen om over BHV te beginnen, krijgt onmiddellijk banbliksems over zich. De regering is immers bezig met de ‘echte problemen’.

Wie dat laatste gelooft, maakt zichzelf wat wijs. De superministerraad wordt weinig meer dan een herlezing van het regeerakkoord. Verder dan het vastleggen van een agenda voor de komende maanden zal men niet gaan. Dat is ook niet verwonderlijk. De regering wil immers de sociale partners bij het proces betrekken. Daarmee knoopt ze voor een deel aan bij de intenties die in het al bij al vage regeerakkoord zijn opgenomen. In het 48 pagina’s tellende document komt de term ‘sociale partners’ 31 keer voor. Probleem is dat de regering met de sociale partners nog niet eens overleg heeft gepleegd die naam waardig. Vorige donderdag wachtte Unizo-topman Karel Van Eetvelt nog altijd op een concrete uitnodiging.

Overigens hoeft de regering niet echt op veel concrete steun te rekenen van de sociale partners om een economische ‘big bang’ te veroorzaken. De vakbonden focussen vooral op het behoud of de versterking van de koopkracht. De werkgevers weten dat het in de aanloop naar het interprofessioneel overleg van dit najaar onbegonnen werk is diepgaande beslissingen te nemen. De weinige sociaaleconomische voorstellen in het regeerakkoord hebben veel weg van borrelhapjes: een beter evenwicht tussen privé- en professioneel leven, ploegenarbeid en nachtwerk aantrekkelijker maken, …

Een daadkrachtige regering zou de sociale partners mee kunnen krijgen. Maar de regeringspartners zitten zelf in de loopgraven. Expertsvergaderingen op de kabinetten gaan vooral over de manier waarop men een andere minister kan pesten. De vaudeville over de benoeming van een nieuwe topman voor de administratie Financiën is bijvoorbeeld voor vicepremier Didier Reynders (MR) het perfecte alibi om alle voorstellen van minister van Ambtenarenzaken Inge Vervotte (CD&V) met een vergrootglas te bekijken en af te blokken.

Een superministerraad heeft in zo’n klimaat veel weg van paniekvoetbal. Een vergelijking met de superministerraden onder Verhofstadt II dringt zich op. Toen werden er wel knopen doorgehakt. Niet dat dit getuigde van een groot staatsmanschap, want ook toen moest zo’n ministerraad vooral de illusie wekken dat de regering bleef functioneren. Niettemin werden toen belangrijke stappen gedaan in richting van een beter sociaal statuut voor de zelfstandigen. Eigenlijk waren die superministerraden gewoon de concrete uitvoering van wat in het regeerakkoord was afgesproken. Wat Leterme I betreft, zijn we daar nog mijlenver van verwijderd. (T)

Focus

De ‘agenda’ van de superministerraad, blz. 31

Door Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content