‘Sukkelgang rond voorkennis is een drama’

Francis Desterbeck schreef niet alleen een boek over de fiscale fraude. De advocaat-generaal van Gent pakt ze ook aan. De hetze tegen schikkingen in fraudezaken noemt hij populistisch, net als politici die zich afzetten tegen Justitie als er weer een fraudezaak verjaart. Dat is hun eigen schuld.

Francis Desterbeck is advocaat-generaal van het hof van beroep in Gent. In die functie treedt hij ook op als aanklager in fiscale strafdossiers. Enkele weken geleden publiceerde hij een boek over fiscaal strafrecht. De aanpak van die dossiers lag de voorbije maanden onder vuur, onder meer na enkele schikkingen tussen fiscale fraudeurs en het parket. Zelfs Damien Vandermeersch, advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie, laakte de praktijk dat enkel rijke financieel criminelen zo hun proces kunnen afkopen.

Is een fiscale schikking “klassenjustitie”, zoals uw collega Vandermeersch het noemt?

FRANCIS DESTERBECK. “Hij bekijkt de schikking juridisch-theoretisch, als een magistraat van het Hof van Cassatie. Uiteraard wordt elk misdrijf het best op dezelfde manier behandeld, maar de rechters op het terrein en ik leven in de rechtspraktijk. Er ligt bij de parketten een berg financiële dossiers te wachten. Financieel-economische zaken kennen een lange sukkelgang eer ze voor de feitenrechter komen. Met een minnelijke schikking kan het parket snel en praktisch bestraffeb, nadat — toch belangrijk — de betrokkene zijn schuld heeft erkend. Justitie heeft soms beter één vogel in de hand dan tien in de lucht.”

Er was ook commotie over de stijgende beurskoers na de schikking met Bois Sauvage in het onderzoek naar voorkennis. Terecht?

DESTERBECK. “Veel reacties waren populistisch. Het is normaal dat de koers stijgt als de onzekerheid van een proces wegvalt. Nadat het onderzoek naar voorkennis bekendgeraakt was, was de koers ook scherp gedaald.

“Een strafzaak is een blok aan het been. Ik begrijp dat witteboordcriminelen zo snel mogelijk — in dit geval na een hoge boete — de zaak achter de rug willen hebben. Dit dossier had nog jaren kunnen aanslepen. Het maakt het functioneren van het management onmogelijk. Bovendien was het niet duidelijk of er straffen zouden vallen. Ik heb als openbaar ministerie insidertrading onderzocht, zoals in de dossiers-Ter Beke en -Bekaert/Batibo. Procedureel werden alle registers opengetrokken, onder meer door de huidige minister van Financiën. Met succes. Na Bekaert werd bij de toezichthouder FSMA een auditoraat opgericht om die zaken administratief af te handelen. Dat systeem werkt uitstekend. Maar ik erken dat de gerechtelijke sukkelgang rond insidertrading een drama is.”

Soms pleiten advocaten in financiële zaken voor een vrijspraak omdat de media-aandacht al een straf op zich was voor de arme ondernemer in de beklaagdenbank. Terecht?

DESTERBECK. “Dat is een realiteit. Ik kan trouwens meespreken over het verschijnsel mediahetze (zie kader COIV of de complete puinhoop). Het lijdend voorwerp staat machteloos, zeker in een georkestreerde campagne. In fiscale zaken gebeurt dat meer dan eens. In het fiscale onderzoek tegen Karel De Gucht was het weer prijs. Hij moest inderdaad veel kritiek slikken, maar uiteindelijk haalde hij wel zijn slag thuis in de rechtbank.”

Hij noemde de gewestelijke BBI-directeur Karel Anthonissen, die zijn dossier beheerde, een machtswellusteling.

DESTERBECK. “Ik zou in alle talen gezwegen hebben, al was het maar dat hij enkel gelijk kreeg over de procedure, niet over de grond van de zaak. Het was zuivere weerwraak. Ondermaats uit de mond van een Europees commissaris. Anthonissen was te goeder trouw. Wanneer hij in de fout gaat, is het aan zijn administratieve oversten om disciplinaire maatregelen te treffen.”

Een andere procedure, die Karel Anthonissen verloor, ging over het visitatierecht van ambtenaren van Financiën. Bent u voorstander van een brede interpretatie waarbij de fiscus naar eigen goeddunken elk bedrijf mag bezoeken en alle digitale informatie meenemen?

DESTERBECK. “Zeker. In het begin van zijn carrière trokken Anthonissen en zijn collega’s op pad met een Atoma-schriftje, waarin alle informatie uit de boeken werd genoteerd. Vandaag laden ze met een USB-stick in enkele klikken alle informatie van het bedrijf op. Het visitatierecht zou in het licht van de huidige werkomstandigheden herbekeken moeten worden.

“In het Optima-dossier ging de discussie echter niet over dat recht, wel over de reikwijdte ervan. Tijdens de rechtszaak bleek dat het de bedoeling was ook de klanten aan te pakken, en dat mocht volgens de rechtbank niet. Een fishing expedition naar nevendossiers mag dus niet. Heel de visitatie werd nietig verklaard. Dat heeft natuurlijk niet alleen een gerechtelijk onderzoek naar de klanten onmogelijk gemaakt, maar ook dat naar Optima zelf.”

In het rechtsgebied van het hof van beroep van Gent wordt een kleine helft van de fiscale fraudedossiers zonder gevolg gerangschikt. Is dat een andere vorm van klassenjustitie?

DESTERBECK. “Dat een aantal zaken de rechtbank niet haalt, is normaal. Maar een op de drie fiscale fraudezaken wordt geseponeerd om redenen ‘eigen aan het beleid’. Met andere woorden: de zaak is niet prioritair of er is een gebrek aan recherchecapaciteit. Het parket wil wel, maar kán niet optreden. Die zaken komen bij het parket terecht na een eerder onderzoek door de fiscus, die vindt dat de onderzoeksbevoegdheden van het gerecht nodig zijn om het dossier af te handelen. Fiscale zaken verdienen beter dan zonder meer verticaal geklasseerd te worden.”

Hoe komt het dat zo veel fiscale zaken verjaren?

DESTERBECK. “De wet wil dat de fiscus in fiscale strafzaken eerst een volledig administratief onderzoek voert. Pas aan het einde van de rit start het parket eventueel een strafrechtelijk onderzoek. Dat gebeurt van nul. Dat is niet efficiënt, zo gaat heel wat kostbare tijd verloren. Niet alleen loert het gevaar van de verjaring om de hoek, bij de eindbeoordeling weegt ook de redelijke termijn almaar zwaarder. Hoe langer de duur van de behandeling, des te milder de straf. In fiscale strafzaken spelen advocaten vaak op de procedure. Ze rekken de zaak en roepen dan zelf in dat alles onredelijk lang heeft geduurd. Logisch is dat niet, maar het werkt wel.”

Kan de una via-wet, die sinds vorig jaar van kracht is, daar verandering in brengen?

DESTERBECK. “Ik hoop het. De wet voert het overleg tussen fiscus en gerecht op. Ze moeten samen beslissen of een fiscaal dossier administratief of strafrechtelijk wordt afgehandeld. Voor mij mag het nog een stap verder gaan. Het lijkt me zinvol in één klap een eind te maken aan de artificiële scheiding tussen fiscus en gerecht en hen vanaf stap één samen te laten werken.”

Dat druist dan wel in tegen het Charter van de belastingplichtige uit 1986, dat medewerking van de fiscus, meer bepaald de BBI, aan fiscale strafonderzoeken uitsluit.

DESTERBECK. “Dat charter is niet meer van deze tijd. In de loop van de jaren brachten de wet en de rechtspraak zo veel nuances en uitzonderingen aan dat het een gatenkaas werd. De huidige fiscale procedure geeft alleen maar aanleiding tot vertragingen en proceduregevechten — zeg maar vrijspraken van fraudeurs. Een betere samenwerking tussen het parket en de administratie kan de fiscale fraude ernstig indijken en het gevoel van straffeloosheid wegwerken.”

U krijgt met dit voorstel de fiscalistengilde over u heen. Is het realistisch?

DESTERBECK. “Allicht niet. De materie heeft 25 jaar geleden het land op zijn kop gezet. Ik zie de politici er niet zo gemakkelijk op terugkomen. Het stoort mij wel dat dezelfde politici zich zo gemakkelijk overgeven aan een rondje ‘Justitie bashen‘ wanneer er op procedureel gebied weer eens een wiel loskomt. Een aantal tekortkomingen is in het systeem ingebakken, en ik zie geen politieke bereidheid om het systeem zelf grondig te veranderen.

“Sp.a-voorzitter Bruno Tobback zei onlangs dat hij ziek wordt van het gerecht, en dat in landen als Nederland alles beter functioneert. Blijkbaar is het verkiezingstijd, want dit soort van populistische uitlatingen gaat erin als zoete koek. De verwijzing naar Nederland kan hem misschien op een idee brengen. Daar heeft de tegenhanger van de BBI, de FIOD-ECD, echt politionele en gerechtelijke bevoegdheden. Vanaf het moment dat de FIOD optreedt, weet de belastingplichtige dat hij het risico loopt strafrechtelijk aangepakt te worden.”

De parlementaire onderzoekscommissie fiscale fraude lanceerde een aantal voorstellen, zoals de oprichting van een fiscalefraudepolitie. Er kwam weinig van terecht.

DESTERBECK. “Veel opmerkingen waren pertinent, maar de meeste bleven onuitgevoerd. De oprichting van een fiscalefraudepolitie is, gelet op het charter, een illusie.”

Ondernemers hebben de indruk dat ze de voorbije jaren het doelwit zijn van de politiek, via de harde aanpak van de fiscus en het gerecht. Spreken ze terecht van een fiscale repressie?

DESTERBECK. “De harde aanpak is meestal terecht. In veel sectoren bestaat traditioneel veel zwarte omzet. Probeer maar eens een tuinaannemer te vinden die voor je in het wit wil werken. Idem dito in de horeca. Het verzet tegen het kassasysteem dat fraude onmogelijk maakt, is toch symptomatisch. Ik geloof nogal sterk in het gelijkheidsbeginsel. Wie fraudeert doet zijn collega, die wel binnen de lijntjes kleurt, op een oneerlijke manier concurrentie aan.”

Hier en daar wordt gezegd dat belastingfraude een vorm van zelfverdediging is tegen de inhalige overheid.

DESTERBECK. “Dat is truut in pakskes. De verzorgingsstaat verdient gefinancierd te worden, en dat gebeurt nu eenmaal door fiscale bijdragen. Ook hebben progressieve belastingen een herverdelend effect, dat de ongelijkheid in de samenleving min of meer corrigeert. Ik ben niet voor gelijkheid in de stalinistische zin van het woord, maar het is bewezen dat mensen gelukkiger zijn in een samenleving waar de ongelijkheid tussen de mensen binnen de perken blijft. Denemarken heeft de hoogste belastingen van Europa, maar prijkt bovenaan in de lijst van landen met gelukkige inwoners.”

Het land geeft de bevolking wel iets in de plaats: een overheid die functioneert.

DESTERBECK. “Dat is een politiek probleem. Maar ik ben hevig tegen populisme rond belastingen. Ik was bijvoorbeeld geschokt door het verzet tegen het voorstel van minister van Financiën Koen Geens om beleggings- en spaarproducten gebundeld te taxeren. Alsof dit de spaarcenten van de kleine man in gevaar zou brengen! Vandaag is het al de regel dat alle spaarboekjes samen fiscaal vrijgesteld worden voor een rente van 1800 euro. Dat is de jaaropbrengst van een spaartegoed van 100.000 euro. Moeten we nu toelaten dat mensen met meerdere spaarboekjes met dat bedrag mogen frauderen?”

HANS BROCKMANS, FOTOGRAFIE EMY ELLEBOOG

“Fiscale advocaten rekken de zaak en roepen dan zelf in dat alles onredelijk lang heeft geduurd. Logisch is dat niet, maar het werkt wel”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content