Stop niet voor het groene licht

Karel Anthonissen Gewestelijk directeur bij de BBI

De groene oppositie in het federale parlement moet vreemd opkijken, nu regeringsfunctionarissen de kritiek op het fraudebeleid onverbloemd overnemen, in scherpere bewoordingen dan de oppositie het ooit heeft gedaan. Twee voorbeelden: “Geen geloof meer in gerecht” (John Crombez, staatssecretaris voor Fraudebestrijding, in Gazet van Antwerpen, 23 oktober 2013) en “Strijd tegen fraude is verloren” (Jean-Claude Delepière, de voorzitter van de antiwitwascel, in De Morgen, 26 oktober 2013). De parlementaire onderzoekscommissie met haar verdienstelijke secretaris Michel Maus had in 2009 al gesteld dat de aanpak van de grote fraude niet gemakkelijk was. Maar het was geen onmogelijke opgave. Een kleine afdeling van het parket van Antwerpen had aangetoond dat de georganiseerde obstructie wel degelijk te overwinnen was. Dat dachten we toen, en dat denken we nog.

De boodschap die nu steeds luider weerklinkt is: “Geef het op. Het verleden is verloren. Laat wat gebeurd is voor wat het was, en denk met nieuwe en betere wetten aan de fraude van nu en later.“Alle kranten hebben intussen ook gemeld dat het onderzoek naar de HSBC-fraude “bij voorbaat verloren is”, omdat het steunt op gestolen informatie.

Ik heb geen reden om te twijfelen aan de oprechtheid van al die twijfels of die van de kranten die dat schrijven. Maar ik moet het met grote stelligheid weerleggen. Het is de vertolking van een defaitisme dat naadloos aansluit bij wat de financiële wereld — en blijkbaar ook een deel van de politieke wereld — wil: dat het zwarte verleden vergeten en vergeven wordt. Wat kan HSBC Bank bijvoorbeeld haar klanten aanraden, na wat ze daar in het verleden in elkaar hebben geknutseld? “Haast u om alles te regulariseren, want er is geen andere uitweg?” Nee, blijkbaar blijft het advies om verder verstoppertje te spelen. Want misschien kan men de overheid er alsnog toe bewegen het verleden te laten rusten. Wij hebben dat eerder ‘gratis witwassen’genoemd. Als we dat toelaten, zadelen we een generatie toekomstige belastingbetalers op met de fraude en de schulden van de vorige generatie.

We weten intussen dat tienduizenden landgenoten vele tientallen miljarden grijs en zwart geld verborgen houden achter Panamese vennootschapjes, trusts, spaarverzekeringen en wie weet wat nog allemaal. Tegenover onze grote overheidsschuld staat — in boekhoudtermen gesproken — een groot fiscaal tegoed of actieve latentie. We weten intussen ook dat ons strafrecht, dat de verbeurdverklaring van illegale vermogensvoordelen voorschrijft, niet ontoereikend of zwak is. Integendeel, het is zelfs een beetje te streng. Belastingspecialisten en belastingambtenaren zullen de rechter moeten overtuigen dat hij niet alle zwart geld moet confisqueren, maar in veel gevallen slechts 50 of 60 procent (in sommige omstandigheden misschien nog minder).

De belastingdienst heeft het de voorbije dertig jaar niet gemakkelijk gehad. Veel is aan haar greep ontsnapt. Maar de jongste tijd groeit er hoop op een herstel. Er zijn de spaarrichtlijn, de gewijzigde houding van de publieke opinie en de wereldwijde digitale wereld. Nooit eerder heeft de fiscus zo veel groene knipperlichten gekregen.

Mijnheer de staatssecretaris, laten we niet stoppen voor het eerste groene licht. Anders kan er nooit nog een ernstige belastingvermindering komen.

De auteur is directeur bij de Bijzondere Belastinginspectie.

KAREL ANTHONISSEN

Als we het verleden laten rusten, zadelen we een generatie toekomstige belastingbetalers op met de fraude en de schulden van de vorige generatie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content