“STILLE AFHAKEN”

OP DE PIJNGRENS.

De voorbije zes maanden ondervond de Belgische textielsektor opnieuw een sterke groeivertraging. Bedrijven die zich, zoals Libeltex, tijdig specializeerden in technologische nichemarkten met een hoge toegevoegde waarde zijn beter gewapend tegen konjunktuurinzinkingen. Maar interessante nichemarkten zijn kapitaalintensief en niet altijd geschikt voor grote volumes. “Uiteraard zullen nichemarkten van vandaag de volumemarkten van morgen zijn. Vele van onze textielbedrijven hebben daarop geanticipeerd, ” zegt Filiep Libeert die ook voorzitter is van de textielfederatie Febeltex Vlaanderen. “Het moeilijke ondernemingsklimaat in België dwingt onze textielbedrijven voortdurend tot meer investeringen om produktiever te zijn. Op het gebied van durf en risico’s nemen, heeft zeker de Vlaamse textielsektor geen lessen te krijgen. Maar als de overheid niet orde op zaken stelt in haar huishouden, hoe kan men dan vertrouwen wekken bij de konsument ? Ik heb soms het gevoel dat de overheid de ernst van de situatie niet beseft. “

De grote loonverschillen en scheeftrekkingen die het Belgische harde munt-beleid en de Europese subsidiepolitiek veroorzaken, beginnen stilaan masochistische trekken te vertonen, vindt Libeert. “Ik heb het niet eens over konkurrentie uit Polen, Turkije of Noord-Afrika, maar over textielproducenten uit Italië, Spanje en Portugal, binnen die zogezegde eenheidsmarkt. Zij slaan de resterende winstmarges die onze bedrijven alsnog proberen te realizeren aan diggelen. En de Europese Kommissie, die nog alleen horizontaal denkt en niet sektorieel, werkt een nivellering naar beneden in de hand waar niemand beter van wordt. Het is een situatie die niet kan blijven duren. “

Libeert betwist de voordelen van een sterke Belgische frank niet. Op voorwaarde dat die het gevolg is van een sterke ekonomie en niet omgekeerd. “Als we dan toch opteren voor een harde munt, moet er gesleuteld worden aan een kompetitief ondernemingsklimaat voor onze textielbedrijven, en vlug, voordat de laatsten afhaken. De handicap die wij hebben omwille van de dure loonkost in België kan tot 15 % uitmaken van onze totale kostenstruktuur. Als er niet ingegrepen wordt, zullen ook de technologisch geavanceerde produktiebedrijven verhuizen. Men hoeft zich daar geen illuzies over te maken. “

De textielsektor zou een begin van oplossing kunnen aanbrengen door hergroepering van bedrijven, om zo de enorme overkapaciteit van de laatste jaren weg te werken ? “Zeer zeker. Enerzijds is het grote individualisme van de Vlaamse ondernemer een kwaliteit, anderzijds is er de noodzaak om meer samen te werken. Het professionalisme van onze familiale ondernemingen is trouwens erg toegenomen. De Beaulieus, de Concordia’s, de Santensen, ze staan er toch ! Maar ook grote internationale bedrijven kunnen het moeilijk krijgen. Onze kleinere bedrijven zijn evenmin bij de pakken blijven zitten : eender waar ter wereld zijn zij aanwezig. Zijn zij niet de eersten om op prospektie te gaan van zodra zich een kans aanbiedt in Chili of Vietnam ? Om te kunnen overleven. Ik blijf nochtans fundamenteel geloven in de toekomst van de Vlaamse textielindustrie. De problemen moeten niet ontkend worden, maar opgelost. Ik pleit niet voor subsidies, maar voor een aantal fiskale stimuli om uit de hand lopende scheeftrekkingen recht te trekken. “

VLAAMS MINISTER VOOR EKONOMIE ERIC VAN ROMPUY Werken aan een kompetitief ondernemersklimaat voor het Vlaams textiel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content