STEUN AAN DE MISDAAD

Het Belgische gerechtelijke apparaat kan op dit moment niet meer optornen tegen de georganiseerde misdaad. Zo luidt het besluit van de senaatscommissie die zich twee jaar lang boog over deze problematiek. Maar wat moet er veranderen? Wat dat betreft, gaat de commissie zeker niet tot op het bot. Een economische analyse brengt verheldering.

Misdaad loont niet, zo luidt het in de volksmond. In werkelijkheid gelden echter andere normen. Misdaad groeit naarmate hij rendabeler wordt. Valt het lucratieve aspect van misdaadactiviteiten weg, dan verzwakt het fenomeen in aantal en intensiteit. Dat misdadigers, vooral in het milieu van de georganiseerde misdaad, niet rationeel tewerk zouden gaan, is een grote misvatting. Misdaad is geen onbeheersbare impuls van gestoorde enkelingen, het is een nauwkeurig uitgekiende activiteit van rationeel handelende individuen.

En wat bepaalt voor een misdadiger of zijn activiteit loont of niet? Grosso modo zijn dat twee elementen: er is de pakkans en de strafmaat. Als drughandelaars genadeloos worden opgeknoopt, zoals dat bijvoorbeeld in Singapore gebeurt, valt het aantal drughandelaars dramatisch terug. Maar in welke mate kan een democratische samenleving de strafmaat voor criminele activiteiten verzwaren? Hoever kan ze daarin gaan? Toch staat het als een paal boven water dat de criminaliteit op termijn vermindert, als er een duidelijke strafmaatverzwaring wordt doorgevoerd. Impliciet betekent dat wel dat de gerechtelijke macht niet geïnfiltreerd is door de georganiseerde criminaliteit. Precies dat trekt het rapport van de senaatscommissie op een nauwelijks verhulde manier in twijfel.

Ten tweede is er de pakkans. Maar ook die ligt vandaag in ons land ontzettend laag. Misdaad tiert dan ook welig, omdat de kans gevat te worden vrij miniem is. Wordt een misdadiger dan toch opgepakt, dan is zijn straf zo zuinig, dat hij er financieel niet veel bij verliest en tegelijk weinig van zijn vrijheid moet prijsgeven. Als niet én de pakkans én de strafmaat worden verhoogd, blijft misdaadbestrijding dweilen met de kraan open.

Verzwaring van de strafmaat vereist op de eerste plaats een politieke beslissing. Toch vergt een zwaardere strafmaat ook meer middelen, want meer mensen gaan voor langere tijd in de nor. Wat betekent dat de gevangeniscapaciteit naar omhoog moet. Verhoging van de pakkans vraagt echter nóg veel meer middelen. Want meer criminelen kunnen oppakken, betekent dat zowel het politiekorps (in ruime zin) als het gerechtelijk apparaat kwantitatief én kwalitatief moeten worden uitgebreid. Meer en kwalitatief beter opgeleide mensen dus, maar ook meer en beter materieel.

En hier wringt het schoentje. De voorbije jaren legde de regering het accent op de Maastricht-normen. Het deficit op de lopende begroting moest kleiner zijn dan 3% van het bruto binnenlands product, waarin de regering ook slaagde. België kan dan ook trots meestappen in de startgroep van de Economische en Monetaire Unie van 1 januari 1999.

Maar op welke manier werd de sanering gerealiseerd? Daarover wordt nog nauwelijks met een woord gerept. Nochtans zijn er elementen in het spel die voor de toekomstige welvaart en het welzijn veel belangrijker zijn dan een deficit van 3, 2 of 1% van het BBP. Precies als in de meeste andere West-Europese landen kenmerkte de sanering in ons land zich door vier elementen: de rentelasten liepen terug, er was een verhoogde belastingdruk, er werd fors geschrapt in de overheidsinvesteringen en in de lopende uitgaven van de staat – de sociale zekerheid vormt daarvan een belangrijke brok – werd nauwelijks ingegrepen.

Uit onderzoek blijkt dat de combinatie van deze elementen erg negatief inwerkt op het groeipotentieel van het economisch draagvlak. Slechts via een belasting van dat draagvlak kan de overheid de middelen verwerven die ze nodig heeft om haar essentiële taken te blijven waarnemen – zoals het handhaven van law and order. Bij de sanering van de jongste jaren werden precies investeringen en uitgaven geschrapt, die noodzakelijk zijn om het politie- en gerechtelijk apparaat goed te laten functioneren.

De Maastricht-sanering ondermijnde ook het toekomstige potentieel om een herstelbeweging uit te voeren. De middelen die nodig zijn, kunnen enkel worden gegenereerd door een structureel hogere economische groei (dat geldt ook voor de middelen die vereist zijn om de gevolgen van de vergrijzing van de bevolking op te vangen). Het is onthutsend te moeten vaststellen dat er nog steeds mensen zijn, niet het minst in het politieke milieu, die deze onontkoombare realiteit niet onder ogen willen zien. Of niet onder ogen kunnen zien.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content