STANLEY KUBRICK

Gent kreeg het alleenrecht voor de Benelux om de prestigieuze tentoonstelling ‘Stanley Kubrick – Inside the mind of a visionary filmmaker’ te brengen. Je moet geen filmfanaat of aanbidder van Kubrick zijn om de expo te smaken. Elke film – chronologisch gerangschikt van ‘Fear and Desire’ (1953) tot de ontwerptekeningen van ‘A.I. ‘ (geregiseerd door Steven Spielberg in 2001) – wordt geïllustreerd aan de hand van film- en interviewfragmenten, foto’s en zeldzaam archiefmateriaal, ettelijke decorstukken en objecten uit Kubricks films en filmprojecten. Aangevuld met persoonlijke notities en foto’s van Kubrick zelf, hangt de expositie een behoorlijk volledig beeld op van deze legendarische en controversiële filmmaker.

Maar het zijn niet zozeer de doolhof uit ‘The Shining’, de nachtclub uit ‘A Clockwork Orange’ of het prehistorische landschap en de computer HAL uit ‘2001: A Space Odyssey’ die tot de verbeelding spreken, maar wel de kamer van ‘Napoleon’; een prent die Kubrick nooit maakte maar die integraal op papier bestaat – kostuums en twaalf laden boordevol fiches incluis. Minutieus en tot in de kleinste details voorbereid. Dit is de ware Kubrick: hallucinant maniakaal, obsessief en geniaal.

Wie iets of wat met het oeuvre van de in New York geboren cineast vertrouwd is, weet dat hij een regisseur is die niets aan het toeval overlaat. Het woord controlefreak lijkt door de man uitgevonden. Hij eiste dan ook de volledige autonomie. Wat hem bijgevolg niet geliefd maakte bij producenten en filmstudio’s en meteen ook verklaart waarom hij in 46 jaar slechts dertien langspeelfilms draaide. Kubricks eis voor de final cut en zijn extreem hoge eisen aan acteurs en ploeg zijn klein bier in vergelijking met het aantal opnames (of takes) die hij voor een scène (of een shot) voorzag.

Een vergelijking? Het gemiddelde aantal takes ligt doorgaans tussen vijf en tien. Kubrick draaide er zijn hand niet voor om om zijn acteurs honderd keren dezelfde scène te laten spelen. Tot hij de juiste uitdrukking, de correcte nadruk op een woord of de perfecte glimlach had bereikt.

In zijn streven naar perfectie spaarde Kubrick tijd noch moeite. Tijdens zijn studies voor ‘Napoleon’ (waarover hij honderden boeken las en minstens evenveel schilderijen bestudeerde) botste Kubrick op een oorlogstafereel dat hij letterlijk (de weersomstandigheden inbegrepen) wou vertalen naar pellicule. Gewoonlijk is een dergelijke opstelling, met gelijk welke meteorologische omstandigheid, volmaakt na te bootsen in een studio. Kubrick wou echter alles op locatie draaien. Uiteindelijk werd ‘Napoleon’ door de studio “te duur” bevonden…

Kubrick had de reputatie geen makkelijke meneer te zijn. Zijn lichte misantropie en donkere visie op mens en maatschappij spreken uit elke prent. Kubrick leefde – weliswaar gelukkig met zijn geliefde gezin, honden en katten – als een kluizenaar. Hij had een hekel aan perslui en interviews. De enige documentaire die over hem werd gemaakt tijdens een filmopname is van de hand van zijn dochter: op de set van ‘The Shining’.

Toch stralen zijn films warmte, hoop en emoties uit. Een gevoel dat de bezoeker van de tentoonstelling ook bekruipt als hij van kamer naar kamer en film naar film slentert en zich progressief laat opnemen in het unieke universum van Stanley Kubrick.

Stanley Kubrick, van do 5/10 t/m zo 7/1, alle dagen (behalve ma) van 10.00 uur tot 17.00 uur in het Caermersklooster, Vrouwebroersstraat 6 (Patershol), Gent. Info: tel. 09 267 80 00, www.caermersklooster.be

Piet Goethals

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content