Staal met roestplekjes

Die knallharte Kapitalistin luidde de titel boven het hoofdartikel op Spiegelonline, naar aanleiding van het overlijden van Margaret Thatcher op 87-jarige leeftijd. De titel illustreert perfect de controverse rond de Iron Lady, die tijdens haar leven bijzonder scherpe vormen aannam en na haar dood binnen de kortste keren weer hoog oplaaide. De scheidslijnen die ze dertig jaar geleden trok, bleken nog altijd acuut aan de orde. Margaret Thatcher, een dame van staal met een trackrecord dat ook diverse roestplekken bevat.

Een van opvallende kenmerken van Thatchers uiterst turbulente carrière is het defilé van haar Europese soulmates. Ze kon het goed vinden met de socialistische Duitse bondskanselier Helmut Schmidt, maar met zijn conservatieve opvolger Helmut Kohl kon ze niet door één deur. Ten aanzien van Franse leiders speelde zich een gelijkaardig scenario af. Na een wat moeilijke start raakte ze intiem bevriend met de socialist François Mitterrand. De conservatieve Valéry Giscard d’Estaing daarentegen kon ze niet luchten. Samen met Mitterrand poogde Thatcher aan het einde van de jaren tachtig de eenmaking van Duitsland tegen te houden. Beide staatshoofden zagen het niet zitten dat Europa weer zou moeten afrekenen met die Duitse mastodont.

Thatcher kwam aan de macht in een Groot-Brittannië dat op weg was een derdewereldland te worden. In de jaren zeventig was het zwaar geteisterd door inflatie, wankele publieke financiën, een verschrompelende munt, een strak dirigistisch industrieel beleid gedicteerd door de vakbonden, voortdurende stakingen en een in competitiviteit uitgemergeld economisch-industrieel systeem. Margaret Thatcher gooide het roer drastisch om en privatiseerde, verlaagde de belastingen, maakte een einde aan vele subsidies, bouwde de vakbondsprivileges af en zette het mes in de sociale zekerheid. Ze schaarde zich ook achter het rigoureuze anti-inflatiebeleid van de Bank of England. Er volgde een zware recessie, waarin de werkloosheid opliep tot niveaus die aan de Grote Depressie van de jaren dertig deden denken. Als politica overleefde Thatcher dankzij het Falklands-conflict.

Na de sociaaleconomisch kommervolle eerste jaren bleek dat haar beleid werkte. De economie begon fors te groeien en de werkloosheid daalde spectaculair. De flexibelere arbeidsmarkt die ontstond onder impuls van Thatchers hervormingen, maakte dat de banencreatie in Groot-Brittannië veel vlotter verliep dan in de rest van Europa. Het werd zowel voor industrie als voor diensten opnieuw een aantrekkelijk investeringsland. De relatieve neergang van Groot-Brittannië, die onder meer af te meten was aan de evolutie van het bbp per capita, keerde weer om.

Haar sociaaleconomische trackrecord zal ten eeuwigen tijde tot discussie blijven leiden. Kan niemand de forse heropleving van de Britse economie onder het bewind van de Iron Lady ontkennen, dan zal de sociale context die voortvloeide uit het Thacher-experiment altijd negatieve commentaren blijven uitlokken. Soms ontstaat daarbij de indruk dat het meer om de kenmerken van haar persoonlijke stijl dan om de uiteindelijke resultaten van het gevoerde beleid ging en gaat.

Margaret Thatcher — en met haar vele economen die het principe van de vrije markt hoog in het vaandel hebben — vergiste zich minstens gedeeltelijk in de aanpak van de financiële sector. Thatcher instigeerde in 1986 mee de grote Big Bang, de drastische liberalisering van de financiële markten, die Londen in geen tijd tot een van de financiële centra van de wereld maakte. De City werd een belangrijke bron van groei, banen en welvaartstoename. Maar tegelijk begon het onheil te broeien: de financiële sector evolueerde via syndromen als moral hazard en too big to fail steeds meer tot een gevaar voor de rest van de maatschappij.

Sinds 2008 worstelen we in de hele geïndustrialiseerde wereld met de erfenis van een onbeheersbare financiële sector. Gezien de haar zo typerende doortastendheid is het ondenkbaar dat Margaret Thatcher werkloos was blijven toezien op zo’n evolutie. Dat doen de beleidsmensen vandaag ook niet, maar de vraag rijst of het niet too little, too late gaat zijn. IMF-topvrouw Christine Lagarde zei onlangs op de Frankfurt Finance Summit dat de financiële structuren “nog altijd maar voor de helft herbouwd en niet veilig zijn”. Uit de mond van iemand als Lagarde kan dat tellen als waarschuwing.

JOHAN VAN OVERTVELDT

Gezien de haar zo typerende doortastendheid is het ondenkbaar dat Margaret Thatcher werkloos was blijven toezien op de evolutie in de financiële sector.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content