SPAREN VOOR NIETS

Op de Belgische spaarboekjes staan recordbedragen. Tegelijk bereikt ook de rente een diepterecord. Het scheelt geen haar of de banken voeren een nul- of negatieve vergoeding in.

De grootbanken bieden op hun spaarboekjes een intrest van amper 0,70 procent aan. Nadat de Europese Centrale Bank (ECB) op 2 mei besloot om de rente te verlagen van 0,75 tot 0,50 procent, kondigde marktleider BNP Paribas Fortis aan dat het de intresten op zijn klassieke spaarrekeningen verlaagde van 0,60 tot 0,55 procent. De getrouwheidspremie werd zelfs tot de helft herleid, van 0,30 naar 0,15 procent. Voor elke 10.000 euro die een jaar op de rekening blijft staan, krijg je maar 70 euro.

1. WAAROM ZIJN DE INTRESTEN ZO LAAG?

De grootbanken bieden een rente van 0,70 procent op hun klassieke spaarrekeningen, omdat de marktrentes laag staan. “Historisch laag”, benadrukt Bernard Keppenne, hoofdeconoom van KBC. Door de recessie bevindt de centrale rente van de ECB zich op 0,50 procent. Die beïnvloedt de kortetermijnrente die als basis dient voor de opbrengst van de spaarrekeningen. Sinds de invoering van de euro in 1999 stond die centrale rente nooit zo laag (zie grafiek De rente gaat de dieperik in).

Intussen blijven de Belgen overvloedig sparen. Er staat 240 miljard euro op de spaarboekjes. “De investeerders die de voorkeur geven aan veilige beleggingen hebben ook de rente op de Duitse, Belgische en Franse overheidsobligaties naar beneden gehaald”, gaat Keppenne voort. De intrest op de Belgische overheidsobligaties op vijf jaar draaien rond 0,90 procent. Dat is een slechte zaak voor de banken, die een deel van het geld dat ze bij de spaarders ophalen, herinvesteren in dat publieke papier.

2. HOUDT DE NEERWAARTSE DRUK AAN?

Een snelle terugkeer naar hogere intresten is niet waarschijnlijk. Keppenne sluit zelfs een verdere daling niet uit. Het einde van de financiële repressie – de rente erg laag houden om het gewicht van de staatsschulden te verlichten – is nog niet in zicht. Wellicht volgen de andere banken het voorbeeld van de grootbanken, ook de kampioenen van de hoge intresten. Zelfs met hun minder dure structuur kunnen ze niet oneindig ontkomen aan de steeds scherpere marktvoorwaarden.

“Bovendien is het niet noodzakelijk onze bedoeling om permanent de beste intresten te bieden, wel om tot het beste aanbod van het moment te behoren”, verduidelijkt Dirk Dewulf, directeur van NIBC Direct. De Nederlandse onlinebank is anderhalf jaar aanwezig op de Belgische markt en moest sindsdien het rendement van haar twee hoogrentende rekeningen al verscheidene keren verlagen. “Het komt erop aan afstand te houden van de traditionele banken.”

3. ZAKT DE OPBRENGST NAAR NUL?

Zuiver economisch is dat een mogelijkheid. De ECB sluit niet uit dat ze haar rente tot beneden het nulpunt verlaagt. In de praktijk is dat moeilijk uitvoerbaar, zegt Philippe Ledent, econoom bij ING België. “Ik denk dat de banken nooit zover zullen gaan. Je mag niet vergeten dat de deposito’s van de spaarders voor de banken een belangrijke financieringsbron blijven. Negatieve of nulintresten dreigen de spaarders weg te jagen. Die willen dan hun overschot aan liquide middelen elders onderbrengen, of ze zelfs gewoon in een spaarkous bewaren.” Commerciële banken als ING hebben geen keuze. Zij kunnen niets anders doen dan hun overtollige liquide middelen bij de ECB te deponeren.

4. IS EEN NEGATIEVE INTREST MOGELIJK?

“Het koninklijk besluit dat de voorwaarden van de gereglementeerde spaarrekeningen vastlegt, voorziet voor de banken niet in de mogelijkheid om negatieve intrestvoeten aan te bieden”, preciseert de FSMA, samen met de Nationale Bank een van de waakhonden van de Belgische financiële sector. “De spaarrekening blijft een goede manier om nieuwe klanten aan te trekken, die de banken vervolgens op lange termijn moeten binden”, zegt Grégoire Tondreau, consultant bij Roland Berger.

Negatieve intresten waren er vorig jaar wel in Denemarken en in de jaren zeventig in Zwitserland, merkt Keppenne op. “Om de toevloed aan kapitaal af te remmen, lieten de Deense en de Zwitserse centrale bank hun rentevoet onder nul zakken. De commerciële banken volgden. In beide gevallen moest dus worden betaald om geld bij de bank te deponeren. Maar dat waren zeer uitzonderlijke omstandigheden, die te maken hadden met de sterkte van de Deense kroon en de Zwitserse frank.”

“Bovendien is de euro een grote muntzone. Negatieve intresten houden niet noodzakelijk de toevloed van kapitaal tegen. Daarvoor moet de toestand in alle landen van de eurozone identiek zijn. En dat zal niet het geval zijn, heeft de crisis geleerd.” En in Japan heeft de centrale bank de kaart van de negatieve rente getrokken om de deflatie weg te werken, maar de commerciële banken volgden niet.

5. VERLIEST HET SPAARGELD AAN WAARDE?

Als we rekening houden met de inflatie van 1,2 procent aan het einde van het eerste kwartaal van 2013, geeft een intrest van 0,7 procent een negatief rendement. In die omstandigheden is de spaarder de klos. De reële waarde van zijn spaargeld daalt. Maar Ledent nuanceert dat. “De waarde wordt nu minder aangetast dan een jaar geleden. De intresten zijn verder gedaald, maar dat geldt ook voor de inflatie. Het reële rendement op de spaarboekjes is minder negatief.” De tendens is nochtans negatief als je de evolutie van de reële intresten (nominale intrest min de inflatie) tijdens de voorbije 20 jaar bekijkt (zie grafiek Twintig jaar zakken). Sinds het begin van de jaren negentig is dat rendement voortdurend gedaald en nu draait het rond nul.

6. WELKE REKENING BRENGT NOG IETS OP?

De meeste banken bieden nog lonende rekeningen aan. De gulste rekening bij BNP Paribas Fortis biedt 1,60 procent, het dubbele van haar klassieke spaarrekening. Daarnaast zijn er de internetbanken. Onder meer NIBC en MoneYou bieden intresten tot 2,25 procent aan. Dat komt neer op een reëel rendement van ongeveer 1 procent. Maar het kringetje van banken dat nog een rendement van meer dan 2 procent aanbiedt, wordt alsmaar kleiner. Fortuneo, Record Bank, Europabank en de bpost bank voerden in het begin van het jaar nog het peloton aan, maar intussen moesten ze een stap terugdoen.

7. WAT IS DE GARANTIE VAN 100.000 EURO NOG WAARD?

De Europese autoriteiten noemden de belasting op het Cypriotische spaargeld uitzonderlijk, maar het voorval zit bij iedereen nog vers in het geheugen. Europa liet duidelijk verstaan dat het niet terugkomt op de garantie op bankrekeningen. De wettelijke bescherming van de deposito’s blijft op 100.000 euro per persoon en per bank. Ze is geldig op Europees niveau: zowel voor een in België gevestigde bank als voor een Belgisch filiaal van een buitenlandse bank, bijvoorbeeld NIBC en Fortuneo.

Er is discussie over de mogelijkheid om de deposito’s van meer dan 100.000 euro aan te pakken, mocht er zich een nieuw bankroet voordoen. Maar ook daar is er geen reden tot ongerustheid. Het is alleen omdat de Cypriotische banken bijna geen obligaties hadden uitgegeven dat ze hun depositarissen moesten aanspreken. Bij ontstentenis van obligataire schuldeisers stonden zij op de eerste rij om de Cypriotische banken er weer bovenop te helpen. En dat is heel uitzonderlijk.

8. HOE KUNT U MAXIMAAL PROFITEREN VAN DIE GARANTIE?

Er zijn zes manieren. Ten eerste door het vermogen dat door de garantie gedekt wordt, te spreiden over verschillende banken, zodat het plafond van 100.000 euro nergens overschreden wordt.

Ten tweede door een deel van het spaargeld te beleggen in tak21-levensverzekeringsproducten. Sinds de crisis van 2008 genieten die ook bescherming. Wie zo’n verzekeringspolis heeft, is volledig gedekt tot 100.000 euro. “Los van de garantie die geldt voor de deposito’s op rekeningen bij een kredietinstelling”, zegt Herman Debremaeker, secretaris-generaal van het beschermingsfonds voor deposito’s.

Ten derde moeten getrouwde koppels hun spaargeld verdelen over de twee partners (zie kader De spaarboek van Jan en Martine).

Ten vierde door te onthouden dat rekeningen in munteneenheden van landen die geen deel uitmaken van de Europese Unie – deposito’s in dollar of yen bijvoorbeeld – niet gedekt zijn.

Ten vijfde door te onthouden dat de deposito’s van kmo’s en vzw’s ook de garantie genieten.

En tot slot door na te gaan of de financiële instelling die de spaarrekening commercialiseert, voorkomt op de lijst van kredietinstellingen die onder de bescherming vallen. Zo is Fintro een onderdeel van BNP Paribas Fortis. Wie een rekening heeft bij Fintro en bij BNP Paribas Fortis, heeft geen twee keer recht op de garantie. Hoewel Europabank, Keytrade en Crelan tot dezelfde groep behoren, zijn het afzonderlijke juridische entiteiten, waarvan de naam apart voorkomt op de lijst.

9. ZIJN SOMMIGE BANKEN SOLIDER DAN ANDERE?

De concurrentie in de spaarrekeningen is niet zonder risico. Het is simpel, de bank moet het toevertrouwde geld elders kwijtraken. Hoe hoger de rente die ze biedt, hoe meer risico ze moet nemen om aan de kost te komen. Op wikifin.be staat een lijst van alle spaarrekeningen die in België beschikbaar zijn, met een rating voor de bank, die aangeeft hoe waarschijnlijk het is dat ze over de kop gaat.

10. WORDT BINNENKORT VANAF DE EERSTE EURO BELAST?

Dat is niet onmogelijk. Minister van Financiën Koen Geens (CD&V) heeft vaag het idee gelanceerd om het fiscale voordeel op het spaarboekje – de vrijstelling van roerende voorheffing op de eerste 1880 euro intresten – af te schaffen. Daarop kwam meteen kritiek en de minister repliceerde dat hij nooit die bedoeling had. De Nationale Bank en het Internationaal Monetair Fonds hebben kritiek geuit op die vrijstelling. Er loopt ook een procedure bij het Europees Gerechtshof. België wordt beschuldigd van discriminatie en de belemmering van het vrij verkeer van kapitaal. Als het vonnis ongunstig uitvalt, moet de regering een einde maken aan dat fiscaal voordeel. Ze kan de vrijstelling dan afschaffen of ze uitbreiden tot andere beleggingsvormen, bijvoorbeeld verzekeringen.

SÉBASTIEN BURON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content