Spaarder botst op plafond van 4 %

Alle banken bieden nu op een of andere manier 4 % basisrente op een spaarrekening. De spaarder kan hopen op hoogstens 0,25 % extra.

Mag de spaarder hopen op meer dan 4 %?

Neen. Dat de banken vandaag de basisrente op 4 % afklokken, heeft fiscale redenen. De banken mogen op gereglementeerde spaarrekeningen die vrijgesteld zijn van 15 % roerende voorheffing, immers maar een maximale basisrente van 4 % geven en een aangroei- of getrouwheidspremie van maximaal 2 %.

Maar die basisrente van 4 % is nog altijd minder dat de huidige Belgische inflatie die op 5,8 % staat. Het geld op een spaarrekening verliest dus nog altijd aan koopkracht. Kamerfractieleider Peter Van Velthoven van sp.a wil daarom een wetsvoorstel indienen om het plafond op te trekken. Het is minister van Financiën Didier Reynders (MR) die op advies van de Nationale Bank, de CBFA en de banksector beslist. Minister Reynders is een verhoging van de basisrente met 0,25% genegen. Meer zit er niet in, want, om het banksysteem niet nog meer onder druk te zetten, zullen de autoriteiten de banken niet opzadelen met een nog duurdere vergoeding voor de spaardeposito’s. De sector wijst er ook op dat vandaag slechts een enkele bank het plafond van 4 % basisrente + 2 % premies uitput. “Er is dus nog ruimte binnen de bestaande krijtlijnen”, zegt Marina De Moerloze van sectororganisatie Febelfin. Niets belet een bank trouwens om meer dan 4 % basisrente aan te bieden, maar dan gaat voor de spaarder het voordeel van de fiscale vrijstelling verloren.

Een spaarrekening biedt de klant het voordeel dat het geld steeds beschikbaar is. Spaarrekeningen zijn in feite veredelde zichtrekeningen en daar betaalt de klant een prijs voor. De banken wijzen erop dat klanten die hogere rendementen willen zonder risico op kapitaalverlies andere spaarproducten kunnen kopen zoals termijn-rekeningen of kasbons.

Waarom trokken de banken de spaarrente op?

Drie breuklijnen hebben het gevecht om de spaarder ontketend. Ten eerste is de marktrente de jongste jaren gestegen. De Europese Centrale Bank heeft haar beleidsrente opgetrokken tot 4,25 % in haar strijd tegen de opgelopen inflatie in de eurozone. Deze rente is sturend voor de rente op deposito’s zoals spaarrekeningen. In een normaal functionerende bankenmarkt is het niet meer dan normaal dat de spaarrente deze marktrente volgt.

Ten tweede eist ook de kredietcrisis een hoofdrol op. Banken herontdekken in deze barre tijden de spaardeposito’s als hun voornaamste en stabielste bron van financiering. De Britse bank Northern Rock bijvoorbeeld ging niet ten onder aan verliezen op de kredietportefeuille, maar ging op de fles omdat de bank op een gegeven moment geen financiering meer kreeg bij andere banken en niet kon terugvallen op de eigen spaardeposito’s.

Ten derde heeft toenemende concurrentie de spaarmarkt nieuw leven in geblazen. Internetspaarbanken (zoals Rabobank.be of het IJslandse Kaupthing) wisten met aantrekkelijkere rentevoeten spaarders weg te lokken bij de grootbanken Fortis, KBC, Dexia en ING. Traditioneel goed voor drie kwart van alle spaargelden. Om het bloeden te stelpen, moesten de grootbanken wel reageren. Het gevecht op de spaarder brak goed los toen KBC op al haar spaarboekjes tot een bepaald plafond de rente optrok tot 4 %. Als laatste bank reageerde Fortis, door 4 % te geven op onlinespaar-rekeningen. Door intensiever aan ‘bankshopping’ te doen, heeft de prijsbewuste spaarder dus hogere tarieven voor alle spaarders losgeweekt. De fiscale bonus vloeit door de toegenomen concurrentie dus meer naar de spaarder en gaat minder als subsidie (in de vorm van te lage rentes op spaarboekjes) naar de banksector.

Wat zijn de gevolgen voor de andere bankklanten?

De factuur van het recente renteopbod is moeilijk in te schatten. Maar op een totaal van 141 miljard euro gereglementeerde spaardeposito’s eind 2007 loopt de kostprijs voor de sector in de honderden miljoenen euro. Dat zullen andere klanten voelen. Als de banken een hogere rente moeten betalen op hun financiering, zullen ze ook een hogere rente aanrekenen op de kredieten die zij uitlenen. “Op het vlak van hypotheken behoren we tot de goedkoopste van Europa. Dat staat onder druk”, zegt De Moerloze. Het fiscaal vrijgestelde renteplafond van 4 % optrekken, is dus een gevoelige en politieke keuze, want ze raakt de portemonnee van heel wat burgers. (T)

Door Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content