Snoeiles

Filialisering van een aantal diensten, inkrimping van het personeelsbestand, wijziging van het personeelsstatuut… Bij de Nederlandse publieke omroep kon het zónder wapengekletter. Het moet afgunst opwekken bij BRTN-topman Bert De Graeve, die op 1 juli zijn beleidsplan voorlegt.

Hilversum.

“Misschien versterkt het wel weer het beeld dat Nederlanders krentenwegers zijn en Belgen Bourgondiërs,” begint professor Kees van der Haak terwijl we door de doolhof van tv-studio’s in het Hilversumse Media Park slenteren. “Maar onlangs nog kwam één van onze producers me met een zuur gezicht vertellen dat er voor de tv-verslaggeving van een Europese sportmanifestatie méér faciliteiten moesten worden ingezet dan oorspronkelijk gepland. Ja, wij moeten voor die extra faciliteiten betalen aan het Nederlands Omroepproduktie Bedrijf (NOB). Een BRTN-producer die datzelfde verhaal had opgevangen, had een royaal gebaar gemaakt en eraan toegevoegd dat er tijdens de zomermaanden wel genoeg faciliteiten leeg staan in Brussel. Hij wist wel dat daaraan kosten waren verbonden. Maar die waren niet voor hem.”

Dat Bourgondische Belgen op televisievlak nog iets kunnen opsteken van gierige Nederlanders had de adviseur strategisch beleid van de NOS en bijzonder hoogleraar mediabeleid aan de KU-Nijmegen zelfs niet met een fabel moeten illustreren. Dat hadden we al opgemaakt uit de marktaandelen : de Nederlandse publieke omroepen ( nvdr de NOS is het samenwerkingsorgaan van de zendgemachtigden Avro, KRO, NCRV, Vara, VPRO, Tros, EO, NPS, NOS, Educom en Ikon) zijn er dan wel niet op vooruitgegaan de afgelopen tien jaar, maar Nederland 1, 2 en 3 halen toch nog steeds een marktaandeel van 40 %. Dat cijfer vinden de meeste Nederlanders echter nóg te laag, en daarom maakte de commissie-Ververs gisteren, 26 juni, vijf alternatieve toekomstscenario’s bekend voor de publieke omroep.

Het moet ongetwijfeld afgunst opwekken bij Bert De Graeve, die op 1 juli zijn beleidsnota ” BRTN, Een slagvaardige publieke omroep” officieel presenteert aan de raad van bestuur van de BRTN. Tijdens de eerste week van juni haalden TV1 en TV2 een marktaandeel van 26,3 % (cijfers BRTN). “Als de BRTN meer kijkers en luisteraars moet bereiken,” zo schrijft De Graeve in zijn beleidsplan, “zullen er ook meer middelen moeten komen.” De BRTN-baas pleit in dat verband voor “een correcte berekening van de overheidsdotatie, een reservering van een vast percentage van het kijk- en luistergeld als dotatie, de overname van de pensioenlasten door de overheid en een verhoging van de reclame-inkomsten.”

In het McKinsey-rapport dat eind 1995 aan minister van Media Eric Van Rompuy (CVP) werd overhandigd, werd ook voorgesteld om het instituut om te vormen tot een naamloze vennootschap van openbaar recht, het personeelsstatuut te wijzigen, het personeelsbestand in te krimpen en een aantal diensten techniek, koor en orkest te verzelfstandigen. De adviezen waren een doorslag van wat hetzelfde bureau in 1990 aan het Nederlandse omroepbestuur had meegedeeld. McKinsey was al in 1990 door onze noorderburen ingehuurd nadat in dat jaar de almacht van de publieke omroep voor de eerste keer was verstoord door een commercieel televisiestation ( RTL-Veronique). Hilversum had McKinsey trouwens niet nodig om in te zien dat een openbare omroep met een zware kostenstructuur nooit kan concurreren met commerciële omroepen. De medianota die minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur Elco Brinkman in augustus ’83 opstelde, bevatte al de belangrijkste bouwsteen voor de gezondmaking van de publieke omroep : het Facilitair Bedrijf van de NOS zou worden verzelfstandigd tot het Nederlands Omroepproduktie Bedrijf (NOB).

MET DE HELFT MINDER.

3300 NOS-werknemers maakten op 1 januari 1988 de medianota was inmiddels mediawet geworden de overstap naar het NOB ; de NOS zelf behield maar 600 personeelsleden. “Die privatisering is een succesverhaal geworden,” zo blikt van der Haak terug. De nv NOB is uitgegroeid tot een bloeiend bedrijf waarvan de waarde van de aandelen wordt geschat op 150 miljoen gulden (2,7 miljard frank). In 1995 haalde het NOB een omzetcijfer van 420,2 miljoen gulden (7,5 miljard frank). 7 % daarvan werd in het buitenland gerealiseerd. Het netto resultaat klom tot 40,9 miloen gulden (738 miljoen frank), de hoogste winst ooit. Na twee zware saneringsronden is het personeelsbestand bij het NOB afgebrokkeld van 3300 naar 1778. Wie in dienst bleef, kreeg een arbeidscontract dat minder gunstig was dan bij de omroepen. “Maar er is geen dag gestaakt,” aldus van der Haak. “Er waren uitstekende afvloeiingsregelingen en overstapmogelijkheden” ( nvdrKlaas Koornstra, de belangrijkste vakbondsman van het Facilitair Bedrijf vóór de verzelfstandiging is nu personeelsdirecteur bij het NOB).

De NOS van haar kant kreeg een bestedingsverplichting opgelegd gedurende drie jaar een principe dat McKinsey ook voor Vlaanderen voorziet maar zag na die drie jaar ook haar kostenrekening dalen met… 25 miljoen gulden (450 miljoen frank). Vóór de scheiding werden faciliteiten gratis geleverd. Aangezien er geen tarieven waren, was ook een vergelijking met de marktprijzen onmogelijk. In 1986 berekende McKinsey dat het Facilitair Bedrijf wellicht tussen de 25 % en 80 % duurder was dan potentiële concurrenten. Van der Haak : “In de gesubsidieerde instelling die de technische dienst vroeger was, declareerden de managers de kosten waarvan ze dachten dat ze nog net zouden worden aanvaard door de overheid. Alles was te duur, te groot en te veel.”

Uit een Nederlandse studie van ’91 bleek dat, terwijl de zendtijd van de publieke omroepen in vergelijking met 1982 nagenoeg was verdubbeld, de kosten per minuut met 32 % waren afgenomen. Bij de BRTN zo toonde diezelfde Nederlandse studie aan stegen de minuutkosten over diezelfde periode met 14 %.

AMBTENAARVRIJ.

Voor De Graeve behoort het afstoten van niet-kernactiviteiten voorlopig niet tot de prioriteiten behalve dan wat koor en orkest betreft. Het is trouwens de vraag of het NOS-NOB-concept zomaar kan worden geëxporteerd naar Vlaanderen. Het Nederlandse omroepbestel heeft bijvoorbeeld nooit ambtenaren gekend. Bovendien werd het NOB zelfstandig in een periode waar de commerciële omroepen tot bloei kwamen. Zo kon het NOB in het kielzog van het productiehuis Endemol ook diensten aanbieden in Duitsland en andere Europese landen.

In Frankrijk weten ze maar al te goed dat een verzelfstandiging van het facilitair bedrijf niet altijd een succesverhaal wordt. Daar werd op 1 januari 1975 het facilitaire bedrijf van de voormalige Office de la Radio Télévision Française ( ORTF) verzelfstandigd in de Société Française de Production (SFP). Ook in Parijs werd gewerkt met een afnameverplichting gedurende een overgangsperiode, maar onmiddellijk braken er enorme stakingen uit. De publieke omroepen werden zelfs verplicht om een paar jaar later opnieuw aandelen te kopen in het slecht renderende bedrijf. “Toch zullen er drastische ingrepen in dure kostenposten noodzakelijk zijn om de BRTN van de ondergang te redden,” aldus NOS-adviseur Kees van der Haak. “Zelfs al is de markt voor faciliteiten in Vlaanderen al lang verzadigd, zelfs al zou de BRTN de enige klant zijn van het verzelfstandigde technische bedrijf, dan nog moet er een marktprincipe worden geïntroduceerd waarbij aan alles een prijskaartje hangt.”

PERSONEELSKOSTEN.

Een van de prijskaartjes waarover Bert De Graeve zich wel zorgen maakt, is dat van het BRTN-personeel. Terwijl in Nederland de personeelskosten bij de openbare omroepen in 1994 zo’n 20 % opslorpten van het totale budget van 1,1 miljard gulden (19,8 miljard frank) personeelsleden van de Facilitaire Dienst, de vijf orkesten, het koor, de muziekbibliotheek, het film- en beeldbandarchief werden in zelfstandige entiteiten ondergebracht , zijn de personeelskosten bij de BRTN momenteel goed voor 53 % van het budget van 8,7 miljard frank. Bij ongewijzigd beleid zal dat percentage in 2000 zelfs oplopen tot 60 %. De Graeve wil hier besparen via een “selectieve arbeidsstop, een verplichte pensionering vanaf 60 jaar gecombineerd met een verlofregeling vanaf 55 jaar, het stopzetten van de automatische bevorderingen voor niveau 1 en een reorganisatie van de werkreglementen.” Budgetten die voor personeel worden gereserveerd, gaan immers niet naar programma’s en genereren dus ook geen marktaandeel. “Weet u met welk bedrag wij hier televisie moeten maken ?” vraagt Kris Borms, nieuwschef van de BRTN. “1,5 miljard frank. Geen frank meer.” Krenterige Nederlanders en Bourgondische Belgen ?

JAN LODEWYCKX

PROF. KEES VAN DER HAAK (NOS) Zelfs al is de markt voor faciliteiten in Vlaanderen verzadigd, dan nog moet er een marktprincipe worden geïntroduceerd waarbij aan alles een prijskaartje hangt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content