Sneller aan het werk

Daniëlle Vanwesenbeeck

Erg veel bedrijven zoeken mensen en kunnen hun groei niet realiseren door een tekort aan arbeidskrachten. Voor alle 100 mensen die uitvloeien, komen er 72 binnen. Dat is een groot tekort dat wellicht nog tot 2035 zal duren. Maar we moeten niet alleen kijken naar de instroom die onvoldoende is. Evenzeer moeten we kijken naar de mensen die thuis zitten en werkloos of langdurig ziek zijn. Ik stel vast dat er enkele zaken niet kloppen. Ik kan me niet ontdoen van de indruk dat er te weinig wordt gesensibiliseerd en opgevolgd.

Neem Jan, een fictieve naam. Jan komt solliciteren in mijn kmo. We zoeken iemand met een zeer specifieke kennis om een machine te bedienen. Jan heeft die kennis. Af en toe mag het geluk ook eens met ons zijn. De meeste bedrijven krijgen van selectiekantoren en hr-professionals te horen dat ze niet meer mogen zoeken naar de witte raaf en compromissen moeten maken. We hadden daarom het plan dat als we iemand zouden vinden met de juiste attitude, we die persoon een opleiding zouden geven. Zo’n opleiding duurt minstens een jaar alvorens die de baan naar behoren kan uitvoeren.

Maar daar kwam Jan dus. Jan was bijzonder zenuwachtig tijdens het gesprek, maar we hadden onmiddellijk door dat hij de nodige technische kennis had. Voor Jan kwam het goed uit om bij ons te werken. Het was dicht bij huis, hij kon met de fiets komen en de uren pasten goed in het schema met zijn jonge kinderen. Dat zijn belangrijke argumenten voor een toekomstige werknemer.

En nu komt het: Jan zocht al bijna een jaar naar werk. Een jaar, terwijl de arbeidsmarkt in brand staat. Jan is niet ziek, heeft geen specifieke problemen, is een kerngezonde jongeman. Ik stel me daar vragen bij. Er wordt vaak geopperd dat diegenen die niet aan het werk zijn niet de juiste attitude of amper talenten hebben, maar dat zal toch niet het geval zijn voor alle 400.000 werkzoekenden?

Eerst en vooral stel ik me de vraag of de VDAB iemand als Jan wel voldoende opvolgt. Mensen motiveren om te werken blijft belangrijk. We betalen allemaal voor het werkloosheidssysteem, dus mag er gerust een streng opvolgbeleid zijn. Ten tweede – en dat spreekt voor de werkzoekende – moet het wel haalbaar zijn om alles rond te krijgen. Wordt er voldoende rekening gehouden met de individuele noden van de persoon? Ik begrijp dat heel goed: een alleenstaande vader moet de zorg voor zijn kinderen regelen als hij gaat werken. Een systeem van nachtwerk is dan misschien minder haalbaar. Maar hij moet wel gaan werken om de zorg voor zijn kinderen te kunnen betalen. Er zijn genoeg alleenstaanden die ook werken.

We betalen allemaal voor het werkloosheidssysteem, dus mag er gerust een streng opvolgbeleid zijn.

In België zijn er 400.000 werkzoekenden en 460.000 langdurig zieken (cijfers van 2020). Dat is hallucinant in deze omstandigheden. Uit een presentatie van staatssecretaris van Begroting Eva De Bleeker (Open Vld) die ik onlangs volgde, blijkt dat als we een bijkomende 700.000 mensen aan het werk krijgen, het saldo van de overheid 14 miljard euro beter zou zijn. Dat zou nog niet tot een begrotingsevenwicht leiden, omdat we in een post-coronasituatie zitten, gecombineerd met een oorlogseconomie. Maar in normale omstandigheden zou dat wel het geval zijn, weliswaar tegen 2030, maar het zou een mooi perspectief bieden.

Voor zo’n resultaat zou er toch wel wat meer inspanning mogen gebeuren. We betalen nu iets meer dan 7 miljard euro aan intresten. Waarom dan een te soft beleid? Dan hebben we het nog niet over het bewustzijn bij alle burgers over de hoge belastingdruk. Als we allemaal zouden werken, wordt ook die last in principe lager. Er moet meer solidariteit zijn met iedereen die meewerkt. Alleen op die manier zullen de Jannen van deze wereld sneller aan de slag gaan. Alleen op die manier kunnen onze bedrijven hun groei beantwoorden en alleen op die manier krijgen we de torenhoge schuldenlast naar beneden. Waar wachten we nog op?

De auteur is general manager van Mastermail

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content