Snauwaert is weer aan slag

Midden de jaren negentig verdween Snauwaert van de tennismarkt. De bedrijfsgebouwen in Roeselare staan er vandaag nog steeds verwaarloosd bij, maar toch maakt het merk volgend jaar zijn comeback. Daarvoor zorgt de Nederlandse sportgroep Rucanor, een familiebedrijf dat in Europa goed zijn mannetje staat tussen reuzen als Nike en Adidas.

Nieuwerkerk-aan-de-IJssel,

(Nederland).

Het van oorsprong Roeselaarse tennismerk Snauwaert heeft in zijn bijna zeventigjarig bestaan heel wat ups en downs gekend. Helemaal hopeloos zag het eruit midden de jaren negentig, toen het bedrijf op enkele jaren tijd twee keer failliet werd verklaard. Maar vandaag is er weer hoop: de Nederlandse sportgroep Rucanor, opgericht in 1956, wil de Snauwaert-rackets weer lanceren op de tennismarkt. “Snauwaert was een buitenkansje voor Rucanor,” zegt Cees van Rijswijck, eigenaar en gedelegeerd bestuurder van het Nederlandse sportconcern uit Nieuwerkerk-aan-de-IJssel (nabij Rotterdam). “Dit zijn het soort opportuniteiten waarop we in de toekomst willen inspelen.”

Het mag ook ietsje duurder

Als producent en distributeur van sportartikelen (een uitgebreide collectie sporttextiel, sportschoenen en allerlei sportartikelen – gaande van tennisballen over badmintonrackets, sporttassen, polsbeschermers en duikbrillen) heeft de Nederlandse groep Rucanor altijd in de schaduw gestaan van giganten als adidas, Nike of Reebok. “Maar we zijn er niet jaloers op,” zegt Jan Prins, managing director van Rucanor Europe. De enige overeenkomst is dat Rucanor ook zijn goederen laat produceren in lagelonenlanden (vooral in Azië). In tegenstelling met zijn concurrenten spendeert het Nederlandse bedrijf echter maar 4% à 5% van zijn omzet (in 1996: 101 miljoen gulden of 1,84 miljard frank) aan marketing, veel minder dan Nike (omzet tussen augustus 1997 en augustus 1998: 316 miljard frank) of adidas (omzet 1997: 130 miljard frank). “We hebben gewoon niet het geld om spectaculaire marketingcampagnes op te zetten,” aldus Jan Prins. Toch blijft het bedrijf, ondanks een zwakke solvabiliteit en rendabiliteit, groeien: terwijl er in 1993 nog een verlies was van 8,6 miljoen gulden, kon het in 1996 een winst van 1,5 miljoen gulden voorleggen (zie cijfertabel). Opmerkelijk is dat Rucanor sinds zijn oprichting door Jacob van Rijswijck in 1956 ook altijd zijn familiaal karakter heeft weten te behouden. En dat uit zich ook in het personeelsbestand: vandaag werken er bij Rucanor niet meer dan honderd personeelsleden.

Hét visitekaartje

van Rucanor is evenwel de entente met de retailsector. Jan Prins: “In Europa, waar ongeveer 90% van Rucanors omzet wordt gerealiseerd, blijven er ons zo’n 5000 verkooppunten trouw. Snelle leveringen zijn onze grootste troef: vandaag besteld, betekent in de Benelux binnen de 24 uur beleverd en in alle andere Europese landen binnen de 48 uur. Het Rucanor-opslagcentrum in Zwijndrecht, nabij Antwerpen, dient daarbij als uitvalsbasis.”

Tot op heden ging Rucanor er altijd prat op dat zijn producten minder duur waren dan die van de concurrentie, maar minstens even goed. Met de overname van de merknaam Snauwaert – in december vorig jaar voor “een bescheiden bedrag bezegeld”, aldus Jan Prins – wijkt de familie van Rijswijck voor het eerst af van dat basisconcept. Naast het middenveld zal er nu ook worden gespeeld op de plaats waar de dure spitsen rondlopen. “U kan inderdaad van een trendbreuk spreken,” zegt Jan Prins, “maar wij bestempelen het liever als een diversificatie.”

Made in China

Ruim tweehonderd kilometer ten zuiden van het glazen hoofdkwartier van Rucanor, in een verre buitenhoek van Roeselare, staat het ooit zo roemrijke zenuwcentrum van Snauwaert helemaal te verkommeren. Het zo goed als lege pand wordt door de Kortrijkse curator Jan Benoit al jarenlang vruchteloos aangeboden op de markt. De advocaat zelf vernam pas vorige week dat het merk Snauwaert (waarin hij bij het eerste faillissement uit 1991 als curator optrad) toch weer een toekomst zou hebben. “Dat zal dan wel goed nieuws zijn zeker,” reageerde Benoit met enige reserve.

In Nieuwerkerk-aan-de-IJssel viert het enthousiasme intussen hoogtij. Cees van Rijswijck, Jan Prins en de speciaal voor de job aangetrokken Brit Stephen Nardelli – die twee jaar geleden namens de Britse groep Sport & Ski ook al de noodlijdende Snauwaert-collega Donnay overnam – bejubelen het West-Vlaamse tennismerk dat in 1929 werd opgericht. In het hoofdkwartier loodst Stephen Nardelli ons mee naar een showroom. Hier vliegt de Snauwaert-vogel, het logo waar John McEnroe ooit de tenniscourts mee opstapte, opnieuw rond. Tennisrackets, badmintonrackets, sportzakken, polo’s, kleedjes en shorts, kousen en halsbanden… het staat er allemaal uitgestald. Vanaf de lente van 1999 zouden de Snauwaert-rackets, die voortaan in China worden geproduceerd, weer op de courts te zien zijn, naast een reeks textielproducten. “Als we volgend jaar opnieuw 100.000 rackets aan de man brengen, wat peanuts is, dan werken we al volgens plan,” zegt Nardelli. “Het grotere werk volgt later wel. Onze sterkte zal, net als bij Rucanor, de logistieke aanpak zijn: altijd en overal leveren binnen de 24 uur, waar ook in Europa. Antwerpen dient als logistiek verdeelcentrum. Land per land zullen we verkoopantennes opbouwen. In Rotterdam en Antwerpen bestaan die al, in het Franse Caen en het Italiaanse Venetië ook. En zo gaan we door.”

Nardelli heeft intussen ook een publi-entente opgezet tussen Snauwaert en Mercedes: het Duitse automerk zal straks in heel Europa de A-klasse samen promoten met de naam Snauwaert. Niet zo slecht bekeken, want Mercedes sponsort ook het ATP-tenniscircuit voor tennisprofs. Als de naam in die kringen doorsijpelt, kan hij straks misschien weer het grote publiek bekoren.

KAREL CAMBIEN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content