SLECHT NIEUWS

KAN DZURINDA HET AAN?

De regeringsploeg van de sociaal-democratische premier Mikulás Dzurinda, die na de verkiezingen in september ’98 werd gevormd, moet met serieuze economische en sociale problemen zien af te rekenen:

een almaar groeiend deficit op de handelsbalans. Van +2,6 miljard SKK in ’94 over -70,3 miljard SKK in 96 naar -80,8 miljard SKK in ’98.

toenemende werkloosheid. Het landelijk gemiddelde bedroeg 19,1% eind juli jl.

zwakke buitenlandse investeringen.

een torenhoog deficit op de lopende rekening van de betalingsbalans, reeds drie jaar lang in de buurt van 10% van het BBP (10,1% in ’98); en samenhangend daarmee: sterk geslonken deviezenreserves.

INVESTERINGEN BLIJVEN UIT.

De Slowaakse regering voert nu een soberheidsbeleid; ze rekent voor dit jaar slechts op een povere economische groei van 2%, tegenover nog 4,4% vorig jaar en 6,5% in ’97.

“Van waar moet de groei komen,” vraagt Xavier Schreiber, vertegenwoordiger van de Waalse exportdienst Awex in Bratislava? “Lokale banken hebben de middelen niet meer om investeringskredieten te verschaffen, en buitenlandse banken en investeerders zijn uiterst terughoudend om geld te spenderen aan projecten in Slowakije.”

De werkloosheid schiet omhoog, zij het zeer ongelijk verdeeld over het land. Rond de hoofdstad Bratislava is er omzeggens geen werkloosheid – integendeel: in sommige sectoren is het moeilijk om nog mensen te vinden – maar elders loopt ze op tot zelfs 40% in bepaalde streken.

Dat buitenlandse banken geen groot geld meer in Slowakije stoppen, bevestigt Guy de Rouck, de Belgische algemeen directeur van Commerzbank in Bratislava: “Anderhalf jaar geleden hebben we in overleg met onze hoofdzetel in Frankfurt beslist onze krediet-engagementen in Slowakije met meer dan de helft te reduceren. De meeste andere buitenlandse collega’s zijn trouwens rond datzelfde tijdstip tot een gelijkaardige conclusie geklomen, omdat te veel indicatoren over de fundamentals van de Slowaakse economie in de verkeerde richting doorsloegen. De activiteit in gesyndiceerde kredieten – waarbij verschillende banken het risico van grote projectfinanciering delen – ligt hier sindsdien zo goed als plat,” weet de Rouck.

De handelsbalans en de lopende rekening van de betalingsbalans zijn al een paar jaren negatief; eind ’98 stonden ze respectievelijk op -2,3 miljard en -2,1 miljard VS-dollar.

Een van de maatregelen in het herstelprogramma van de regering- Dzurinda was het instellen per 1 juni jl. van een extra heffing van 7 procent op de invoer van zowat alle goederen (bovenop de bestaande importtaxen). Zulke importbeperkingen vormen in de gegeven omstandigheden het enige middel om snel iets meer evenwicht te brengen in de handelsbalans en in de vreemdedeviezenreserves. Want op een vlugge opflakkering van de export hoeft men – ondanks een devaluatie van de Slowaakse kroon met 10% eind vorig jaar – niet te rekenen, weet Dzurinda. Immers: om de Slowaakse output beter te verkopen op de wereldmarkt moet de kwaliteit ervan omhoog, wat eerst forse investeringen vereist, waarvoor echter de kapitaalmarkten geen geld kunnen of willen beschikbaar stellen.

DE SCHULD VAN MECIAR?

Als oorzaak van de huidige problematiek wijzen zowat alle internationale waarnemers op het desastreuze beleid van de vorige premier Vladimir Meciar, die met de Tsjechische premier Vaclav Klaus de scheiding van beide landen per 1 januari ’93 had beklonken, en die sinds ’94 bijna ononderbroken aan de macht was tot september ’98. Vooral de privatiseringspolitiek was rampzalig. “Een gebrek aan transparantie,” heet het eufemistisch. “Vriendjespolitiek” zeggen tegenstanders onomwonden. Feit is dat zeker een nationalistische reflex meespeelde: men wilde de vroegere staatsbedrijven liefst in Slowaakse handen geven. Bovendien werden ze doorgaans tegen wel erg lage waarderingen verkocht. Dat was misschien nog te verantwoorden vanuit de idee dat de Slowaakse kopers op die manier geld overhadden om de broodnodige investeringen te doen. Alleen hebben die nieuwe eigenaars – vaak uit de entourage van Meciar – naderhand weinig geïnvesteerd en vooral mooie meerwaarden gerealiseerd.

De regering-Dzurinda kondigde meteen na haar aantreden aan een aantal privatiseringen te zullen herbekijken. Een tiental herzieningen zijn al aan de gang. Tegen eind deze maand wordt de definitieve lijst van “goede” en “slechte” privatiseringen verwacht, die duidelijk moet maken welke dossiers men nog zal trachten terug te draaien of op z’n minst te heronderhandelen – wat voor buitenlandse kandidaat-investeerders eindelijk meer zekerheid zal scheppen. (Intussen duiken echter ook onder de regering-Dzurinda onfrisse praktijken op, die onder meer al de minister van Telecommunicatie tot ontslag gedwongen hebben.)

Naast de privatiseringen is het de voorbije jaren ook behoorlijk misgelopen met veel Slowaakse banken – die als “strategische sector” niet geprivatiseerd werden. Kredieten werden vaak niet verstrekt op basis van een doordacht businessplan maar gewoon na een telefoontje vanuit hoge politieke regionen. ‘s Lands grootste twee banken bijvoorbeeld, VUB en SLSP, zitten nu naar verluidt met meer dan 50% bad loans in hun portefeuille. De VUB-bank belandde eind vorig jaar zelfs in de situatie dat ze de middelen niet meer had om de door haar toegezegde kredieten uit te betalen. Het gebrek aan liquiditeiten bij de banken vertaalde zich de jongste jaren in kredietrentes tot 30% en meer (bij een inflatie beneden 7%), recentelijk toch wat gedaald tot tussen 15% en 18%.

Een privatisering van de banken, voorafgegaan door een noodzakelijke sanering, wordt nu dan toch voorbereid. Verwacht wordt dat de operatie het land 90 miljard kroon zal kosten!

HOOP VERVLIEGT.

Bij het aantreden van Dzurinda stelden velen in binnen- en buitenland grote hoop in de nieuwe regering, die een soberheidsbeleid aankondigde, en meer hervormingsgezind was om sneller bij Europa aan te sluiten. Maar het optimisme is inmiddels fel verminderd. De coalitie van 11 partijen, gaande van ex-communisten tot gematigd rechts, heeft als enige cement het anti-Meciar-sentiment. De interne ruzies zijn dan ook niet uit de lucht. Bovendien wordt het beleid “begraven” in allerhande commissies. Het besef dat alleen massieve buitenlandse investeringen heil kunnen brengen, lijkt nog steeds niet door te dringen.

De besparingsplannen van de regering zorgen intussen voor wrevel bij de bevolking, die volgens de jongste schattingen haar koopkracht dit jaar met 11% ziet dalen. Op 1 juli jongstleden werden o.a. de gereglementeerde prijzen van gas en electriciteit met resp. 50 en 35% opgetrokken, de huurprijzen gingen 70% omhoog, telecommunicatie 21%. De inflatie schoot dan ook met een ruk omhoog, jaar-op-jaar bedraagt ze nu 13,6%.

Dzurinda poogde bij het begin van z’n legislatuur vakbonden en werkgevers nog te bewegen tot een “niet-aanvalspact” omwille van de ernst van de situatie, maar inmiddels hebben de bonden toch een grote protestmars gepland, op 25 september in de hoofdstad.

Vladimir Meciar, wiens HZDS-partij met 27% van de stemmen bij de jongste verkiezingen nog steeds de grootste van het land was, wrijft alweer in z’n handen.

Raf Pauwels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content