Sire, er zijn geen sociale bloedbaden meer

Op de eerste plaats vallen de emotionele toon en het totaal gebrek aan enige nuance bij de beoordeling van collectieve ontslagen op. Uiteraard kan er her en der terecht kritiek gegeven worden op de bedrijven, maar een onderscheid wordt er niet gemaakt. In de pers valt steevast het begrip sociaal bloedbad. Eén commentator liet zelfs het adjectief sociaal weg. Werden de werknemers dan geëxecuteerd? Van opbod in sensationele berichtgeving gesproken.

Steeds weer doemt ook de verwijzing naar Renault Vilvoorde op. Deze terminologie is misplaatst. Bij Renault zijn de meeste ontslagen werknemers na begeleiding (en in veel gevallen ook opleiding) opnieuw aan de slag gegaan. Kan men dan in eer en geweten praten over een sociaal bloedbad?

Op zijn minst moet een onderscheid gemaakt worden tussen de werkgevers die hebben geïnvesteerd in employability ( inzetbaarheid) en de anderen. Hoe beter inzetbaar, hoe gemakkelijker een werknemer extern op de arbeidsmarkt een nieuwe job kan vinden. Waarom denkt men niet na over een minder vrijblijvend overheidsbeleid waarbij de employabilitybenadering ernstig wordt ondersteund? Nu kan een werkgever wel subsidie krijgen voor opleidingen van werknemers, maar bij ontslag maakt het niets uit of de betrokkenen employable zijn of niet. Niet alleen in de beoordeling van de buitenwereld, maar ook in de opzegvergoedingen.

Er wordt ook nog altijd weinig nagegaan of werkgevers outplacement aanbieden. Toen outplacement vijftien jaar geleden zijn intrede maakte in België, had men het over een nieuwe invulling van lifetime employment. Een werkgever kon weliswaar niet meer garanderen dat hij de werknemer levenslang kon tewerkstellen, maar door het aanbieden van outplacement deed hij een engagement waarbij hij in elk geval een inspanning deed om ander werk te vinden voor de betrokkene. Kortom, van jobzekerheid naar werkzekerheid. Wie die evolutie wil zien, kan moeilijk de term sociaal bloedbad blijven hanteren.

Ondertussen blijft brugpensioen hoog scoren bij de remedies (met Sabena als triest dieptepunt), terwijl alternatieven moeilijk van de grond komen. Dit wordt duidelijk geïllustreerd in de zaak- Opel. Enkele dagen vooraleer Opel zijn herstructurering aankondigde, deed Educam, het sectoraal opleidingscentrum van de distributie en herstel van auto’s, een oproep aan de jongeren om voor dit beroep te kiezen. Educam doet wat bijna alle sectoren doen. Ze pogen het instroomprobleem in de sector op te lossen door jongeren warm te maken voor het beroep. Lovenswaardig, maar steeds minder efficiënt, omdat het aantal beschikbare jongeren steeds daalt.

Instroomproblemen zullen dus meer dan vroeger moeten worden opgelost door de functionele en sectorale mobiliteit van de actieve werknemers zelf. Waarom zouden de werknemers die moeten afvloeien bij Opel niet kunnen kiezen voor een opleiding tot automechanicus of carrosseriebewerker? Waarom kan een deel van het brugpensioenbudget niet worden ingezet voor opleiding en als premie voor degenen die de omscholing aanvatten? Er zijn nog alternatieven denkbaar.

Uiteraard kan ook loopbaanonderbreking gestimuleerd worden. Het zou niet de eerste keer zijn dat een bedrijf dat een collectief ontslag had doorgevoerd, het jaar daarop al opnieuw moet aanwerven. Loopbaanonderbreking lijkt in deze gevallen meer aangewezen dan definitief vertrek.

Er kan ook worden gedacht aan tijdelijke uitlening van werknemers aan andere bedrijven. De arbeidsmarkt van de toekomst heeft nood aan meer gesofisticeerd human-resourcesmanagement. De ideeën en concepten bestaan al, wanneer gaat een moedig bedrijf er nu eindelijk eens mee aan de slag?

Ondertussen tikt de demografische klok onverminderd verder. We hebben nog een tiental jaar om een cultuuromslag inzake eindeloopbaanbeleid te maken. Als we daar niet in slagen, staakt begin 2011 niet alleen het onderwijzend personeel tegen het terugschroeven van de vervroegde uittreding, maar de hele privé-sector. De politici, de werkgeversfederaties en de vakbonden zullen niet kunnen zeggen dat ze niet ruimschoots op tijd gewaarschuwd waren.

Jan Denys

De auteur is manager Strategisch Arbeidsmarktbeleid bij Randstad.

Worden werknemers bij een ontslag misschien geëxecuteerd? Van opbod in sensationele berichtgeving gesproken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content