Simenons motivatietechniek: na elke deadline een bordeelbezoek

Als hulp bij het pakken van de reistassen, schuiven we enkele opmerkelijke romans naar voren om straks op het strand of onder de olijfboom te lezen. Ook de heruitgegeven Simenon-boeken verdienen een tip.

Zelf beweerde hij met 10.000 vrouwen het bed gedeeld te hebben. Zijn ex-vrouw Denise corrigeerde tot slechts 1200. Die seksuele vraatzucht combineerde Georges Simenon (1903-1989) met een al even verbijsterende schrijfdrift: 84 policiers en 336 andere romans schreef hij. Na ieder boek deed hij zichzelf een bordeelbezoek cadeau. Bekend (en rijk) werd hij met de whodunits rond zijn pijprokende commissaris Maigret. Meer dan 250 woorden zou hij niet gebruikt hebben, wat wellicht het geheim is achter zijn succes op de Franse lectuurlijst van Vlaamse scholieren. Ook de psychologie blijft vrij rudimentair, vooral in wat hij nochtans zelf zijn romans durs noemde. Maar de efficiëntie waarmee hij plot en sfeer schetste, houdt hem populair. Al zal ook de hedendaags aandoende existentiële twijfel van vele protagonisten daartoe bijdragen.

Nu, honderd jaar na zijn geboorte, worden 21 boeken (met daarin vijf Maigret-verhalen) opgenomen in de prestigieuze literaire reeks Pléiade van de Parijse uitgever Gallimard. Er verschijnen ook nieuwe edities in het Nederlands. Opmerkelijk zijn de bundels in de gerenommeerde serie De twintigste eeuw van de Amsterdamse uitgeverij Atlas. In samenwerking met Pandora brengt Atlas ook vele Simenon-boeken in pocket uit (5 euro per deel). Het gaat om nieuwe vertalingen, die een nostalgische vormgeving kregen met klassieke fotografie van het Parijs uit Simenons gloriejaren.

Moordenaar of slachtoffer? Complexer, verwarrender en confronterender is De zaak Arbogast (Roularta Books, 368 blz., 25 euro) van de Duitser Thomas Hettche (1964). Op de kaft prijkt onverbloemd misdaadroman, maar de auteur beweert dat zijn plot gebaseerd is op een waar gebeurd drama in het Duitsland van 1955. Op weg naar Freiburg neemt een vertegenwoordiger in biljarttafels een jonge liftster mee. Heeft hij haar verkracht en vermoord? Zekerheid is er niet, maar de man wordt wel veroordeeld. Tot zowat veertien jaar later nieuwe speurderstechnieken hem eindelijk een kans bieden om zijn mogelijke onschuld te bewijzen. Wie het boek leest voor het verhaal, krijgt een onderhoudende misdaadroman. Niets meer, niets minder. Wie ook de vele literaire, filosofische en culturele referenties wil duiden, heeft een hele kloof aan het werk van de Frankfurtse filosoof. Een tip: fris uw kennis van Foucault op voor u de sleutels bij Hettche zoekt. Leven en dood, gevangen en vrij, lichaam en geest, normaal en buitengewoon – de referenties maken deel uit van het verhaal. Ondertussen roept Hettche met veel gevoel voor het juiste detail de wereld uit de jaren vijftig en zestig op.

Het paar feit en fictie hadden we ook op Hettches themalijst kunnen plaatsen, maar daarin is Jasper Fforde pas echt een virtuoos, zij het dan een virtuoze literaire speelvogel. De zaak Jane Eyre (Byblos, 320 blz., 22,50 euro) begint in het Londen van 1985. Een herkenbaar Londen met absurde trekken. Een computer bestaat niet, maar tijdreizen blijkt heel gewoon. Dodo’s worden gehouden als huisdier en Engeland is in oorlog met het tsaristische Rusland (een communistische revolutie is er nooit geweest). Sciencefiction verrijkt met retro en dan herschud tot een surrealistische groteske? Magritte ontmoet George Lucas, die samen een film draaien op een scenario van Aldous Huxley en Richard O’Brien, de auteur van The Rocky Horror Picture Show. In dat universum zoekt een detective naar een onverlaat die personages uit romans ontvoert. Met vaart geschreven en bijwijlen best amusant, maar te veel spielerei om ons te overtuigen. In de Angelsaksische wereld geniet het boek al een benijdenswaardige cultstatus.

Na de apocalyps. Nog een boek dat een onvergetelijk sciencefictionuniversum met zowel herkenbare als hoogst unheimliche eigenschappen creëert, vinden we in Oryx en Crake (Bert Bakker, 377 blz., 21,95 euro), de nieuwe roman van het Canadese literaire fenomeen Margaret Atwood. Ongetwijfeld trekt ook dit boek een triomfantelijke toekomst tegemoet. Maar evenzeer kreunt dit werk onder net te veel gebreken om naast die voorspelbare populariteit ook de hoogste literaire punten te scoren. Karaktertekening, beweegredenen en psychodrama blijven beperkt tot een vehikel dat de geprononceerde boodschap moet schragen. Via flashbacks vanuit een even desolaat als desperaat postapocalyptisch landschap, krijgen we met horten en stoten waarschuwingen tegen de biotechnologie. Andermaal hoort hier een verwijzing naar Aldous Huxley en diens Heerlijke nieuwe wereld thuis. Politieke sciencefiction in een beklijvend literair geheel, maar helaas met te zwak ingevulde personages. De Atwood-fans zullen wel beweren dat het Beckett-schimmen zijn, maar dat lijkt iets te makkelijk om die gewichtige smet op deze intrinsiek sterke roman weg te poetsen.

Luc De Decker

Zelf beweerde Georges Simenon met 10.000 vrouwen het bed gedeeld te hebben. Zijn ex-vrouw Denise corrigeerde tot ‘slechts’ 1200.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content