Semi-premium

Je kan niet zeggen dat ze niet volharden bij Citroën. Ze blijven proberen het Duitse triumviraat Mercedes, BMW en Audi, naar de kroon te steken. Vroeger had dat veel te maken met imago en eergevoel. De Fransen – en dus niet alleen Citroën maar ook Peugeot en Renault – bouwden meermaals een limousine groot en sierlijk genoeg om op het netvlies gebrand te blijven. Vandaag is het de economische realiteit die de Fransen ertoe brengt om modellen te bouwen die kunnen concurreren met de Duitse premiummerken. Op duurdere auto’s is de winstmarge immers groter dan op kleine modellen en echte middenklassers, de kernactiviteit van merken als Peugeot en Citroën.

Citroën volgt nu een nieuwe strategie. Het mikt niet langer op één model, zoals de C6 die zeven jaar geleden op de markt kwam. Met de DS-reeks heeft het nu een hele premiumlijn uitgebouwd. Na de DS3 en de DS4 reden we nu met de grootste van de drie, de DS5. Een sierlijke, mooie auto. En een lovenswaardige poging om premium te gaan: uitstekende stoelen en een voor een Franse auto uitstekende geluiddemping.

Maar daar houdt het dan ook op. Na even toeren kom je tot de vaststelling dat uiterlijk en uitstraling helemaal bovenaan in het lastenboek stonden, en dat dat ten koste is gegaan van het uitzicht rondom en in de achteruitkijkspiegel. Zo staat de middenstijl, tussen de twee deuren, heel ongelukkig als je je op een kruispunt moet begeven. En zie je heel weinig door de achterruit. De beenruimte achterin valt tegen als je als mens van gemiddelde lengte (1m78 in ons geval) je bestuurdersstoel volgend het boekje opstelt. Maar het meest stoorden we ons aan het schokkerige gevoel van de ophanging zodra je je op minder goed wegdek begeeft, en het rommelende geluid dat dan meteen de kop opsteekt. Een euvel dat we trouwens eerder ook al optekenden toen we met de kleinere DS4 reden. Daarin doet de 508 van Peugeot het bijvoorbeeld stukken beter.

Het leest misschien als een vernietigend verdict, maar dat is het niet: we beoordeelden de DS5 zoals we dat zouden doen met een Audi, BMW of Mercedes, de merken die Citroën met deze wagen wil beconcurreren. En dan moet je vaststellen dat de vingeroefening alweer niet gelukt is. Met een prijskaartje dat stevig in de buurt zit van de 3-reeks, de A4 en de C-Klasse moet je al echte Citroën-fanaat zijn om niet naar de Duitse showroom te hollen.

Motor:

2.0 turbodiesel (1997cc) van 163 pk (120 kW) bij 3750 opm

Max. Koppel: 340 Nm bij 2000-3000 opm

Verbruik:

normverbruik 5,1 liter – testverbruik 7,7 liter

CO2-Uitstoot bij normverbruik:

133 gram

Instapprijs:

31.185 euro

Jo Bossuyt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content