Sector blijft geconstipeerd

De markt van de mestverwerking zou ondanks alle strubbelingen binnen de Vlaamse regering in 2002 exponentieel moeten groeien. Dat wordt tijd, want dat krijgt de sector nu al enkele jaren te horen.

Op de bocht van de VLD, die tijdens de discussie over de kwetsbaregebieden plots met de Boerenbond in bed dook, werd de voorbije week in landbouwkringen scherp gereageerd. Een cynisch politiek spel, want de liberalen zullen braaf minister van Landbouw Vera Dua (Agalev) volgen. En dat is: de Europese nitraatrichtlijn naleven.

Maar hoe zit het inmiddels met de mestverwerking in Vlaanderen? Sinds het midden van de jaren negentig regende het projecten – het ene al groter dan het andere. Mestverwerking heette plots hét gat in de markt te zijn. Neem nu Biopower, het initiatief van de West-Vlaamse Elektriciteitsmaatschappij en elf veevoederfabrikanten, dat in 1998 werd ontvouwd. Een installatie in Oostende zou jaarlijks 880.000 ton varkensmest verbranden, goed voor 100 arbeidsplaatsen en een investering van 75 miljoen euro. Biopower zou uit die mestverbranding groene stroom opwekken en moest midden 2001 op volle toeren draaien.

Eind maart 2002 was van die drukke mestactiviteit weinig te bespeuren. Meer nog: Biopower diende eind februari een nieuwe aanvraag voor een milieuvergunning in, en hoopt ten vroegste halfweg 2004 operationeel te zijn. Door de strenge milieunormen kwam de rentabiliteit van het project in het gedrang. De boeren vonden de prijs voor de verwerking – 22,5 euro per kubieke meter mest – te hoog. De gemiddelde prijs op de markt voor de volledige verwerking schommelt immers rond de 17,5 euro per kubieke meter.

Weinig perspectieven dus voor Biopower. Het bedrijf staat daarmee niet alleen. Volgens het mestdecreet moet Vlaanderen in 2003 2,4 miljoen ton overtollige varkensdrijfmest verwerken. Volgens zowat alle waarnemers wordt dat cijfer nooit gehaald. De huidige verwerkingscapaciteit voor varkensdrijfmest klokte einde maart af op welgeteld 60.000 ton. Zes installaties waren operationeel, op de markt gebracht door de bedrijven FAP, Bio-Armor en Trevi. “De komende maanden zal die capaciteit sterk toenemen,” nuanceert KristofBol van het Vlaams Coördinatiecentrum voor de Mestverwerking (VCM). “Eind januari was er amper een capaciteit van 11.000 ton. De vergunde capaciteit voor varkensdrijfmest bedraagt al 1,25 miljoen ton.”

Technische problemen en rechtsonzekerheid – het mestdecreet dateert van maart 2000 – zetten een domper op de mestverwerkingspret. Nochtans sleutelden zowel het Algemeen Boerensyndicaat (ABS), de Boerenbond als de Vereniging voor Varkenshouders (Veva) driftig aan installaties. Leden van de Boerenbond richtten veertien coöperaties op, maar slechts twee daarvan hebben inmiddels een vergunning voor een installatie – van het Deense Biorek – op zak. Tussen haakjes: Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening Dirk Van Mechelen (VLD) weigerde een bouwvergunning voor een andere coöperatie in Hoogstraten.

Het ABS droomt via het zusterbedrijf NV Eco Flandres van een eigen installatie. “De technologie staat nu bijna op punt,” zegt aandeelhouder en ABS-voorzitter Kamiel Adriaens. De NV uit Diksmuide boekte in haar eerste boekjaar 1999-2000 een negatief bedrijfsresultaat van 327.000 euro. Toch is er in Vlaanderen heel wat interesse voor de 325.000 euro dure installatie. Veertig bedrijven vroegen een vergunning voor het apparaat.

Veva doekte zijn plannen inmiddels helemaal op. Het idee voor een eigen installatie, Bio Calor, werd overgenomen door veevoederfabrikant Weco uit Wetteren, die de installatie Biowecosol lanceert. Veva-voorzitter André Bracke schat de markt op jaarlijks dertig installaties.

W.R. [{ssquf}]

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content