Scoren met lopen en zolen

Jempi Wilssens zocht als atleet naar een oplossing om loopblessures te vermijden. 35 jaar later is hij naast producent van 3D-geprinte en andere sportzolen ook ‘s werelds belangrijkste producent van voet- en loopanalysesystemen, een business die voor mens en dier steeds belangrijker wordt.

Jempi Wilssens werd als jonge atleet vaak afgeremd door blessures. “Ik geraakte gefascineerd door hoe mensen gekwetst geraken en ben beginnen te zoeken naar de oorzaken. Zo is het allemaal begonnen”, zegt de nu 59-jarige Wilssens. Met zijn diploma elektronica op zak knutselde Wilssens in 1980 aan een eerste loopanalysetoestel, bestaande uit een verbouwde fotokopieermachine waarop hij een glasplaat had gemonteerd om het voettype te kunnen bepalen. Vier jaar later bouwde hij een eerste voetdrukmeetsysteem.

Wilssens had intussen in zijn thuisstad Beveren een eerste Runners’ Service geopend, een loopspeciaalzaak die in de regio al snel een begrip werd voor de ambitieuze en minder geoefende loper. In 2007 vroeg Jempi aan zijn oudste zoon Koen, jarenlang topatleet en winnaar van onder meer de Antwerp Ten Miles, om in het bedrijf te stappen. Vandaag telt Runners’ Service vier zogenaamde RSLab-winkels, en is zoon Koen er de CEO én de eigenaar van.

3D

Jempi Wilssens had intussen ook zijn voetscanningactiviteiten ingebed in een apart bedrijf RSscan International, dat voetmeetapparatuur ontwikkelt, wereldwijd slijt, onderhoudt en voorziet van de nodige software. Zo levert RSscan loopmatten met 16.000 sensoren die 500 metingen per seconde doen. Volgend jaar zal de nieuwe generatie matten 60.000 sensoren tellen. De voornaamste klanten zijn ziekenhuizen, podologen en universiteiten. Sinds 2014 is RSscan International ook de partner van het beursgenoteerde 3D-printingbedrijf Materialise in de joint venture RS Print, die 3D-geprinte sportsteunzolen maakt.

Uiteraard is het voor Wilssens de bedoeling dat die activiteiten elkaar voeden. Een goede voetmeting, sportzool en -schoen moeten zo veel mogelijk blessures voorkomen, klinkt het. De aanpak loont, want de RS-bedrijven, die onlangs in een nieuwe structuur werden gegoten, groeien als kool. Terwijl de omzet van Inventive Runners Services, de holding boven RSscan en RS Print, in 2013 nog 13 miljoen euro bedroeg, zou die tegen 2018 al 70 miljoen moeten bedragen. En in 2018 zou de RS-groep in Vlaanderen al 150 werknemers moeten tellen, en wereldwijd 250. “We leggen de lat heel hoog, maar als Vlaming moet je die hoger durven te leggen”, zegt Jempi Wilssens, die verwacht dat alleen al bij RS Print tegen 2018 zeventig extra banen kunnen worden gecreëerd. RS Print, dat nu maar een handvol werknemers telt, produceert en verkoopt inmiddels al – voornamelijk via de RSLab-winkels – 3D-geprinte steunzolen onder de merknaam Phits. “Die productie staat helemaal op punt”, zegt Koen Wilssens.

Adidas kondigde enkele maanden geleden aan dat het een volledig 3D-geprinte sportschoen had gemaakt. “Materialise print al jaren voor Nike, adidas en andere merken”, reageert Koen Wilssens. “Adidas wilde deze keer eerder dan Nike iets lanceren, om aan te geven dat het sterk innoveert. Maar het product was niet af. De verdere ontwikkeling gebeurt wel via RS Print.”

Maar Wilssens ziet vooral voor het 3D-printen van zolen een grote toekomst. Die hebben intussen ook hun intrede gedaan in de fietssector. Onder meer voormalig olympisch kampioen Samuel Sanchez is een tevreden gebruiker en allicht zullen twee profploegen ze dit seizoen introduceren. Ook voetbal, volleybal en vooral basketbal bieden kansen. Dat de Amerikaanse basketcompetitie NBA ervoor zou vallen, is voor Koen Wilssens een natte droom. “Basket is een enorme markt, waar een grote nood is aan goede schokdemping. Die spelers wegen meestal veel en zijn zo heel kwetsbaar. Voor hen is RS Print ideaal.”

Bonobo’s

Maar ook voor RSscan voorspellen vader en zoon Wilssens een fors groeipotentieel. “Wij zetten heel erg in op onderzoek en ontwikkeling, en dankzij EU-projecten en met steun van het overheidsagentschap voor Innovatie IWT willen we op termijn duidelijk het nummer één zijn in de wereld. Wij hebben nu al het grootste aantal verkochte voetdrukmatten, meer dan 8000”, zegt Jempi Wilssens. RSscan telt vestigingen in China, Latijns-Amerika, het VK en Scandinavië, en heeft sinds kort ook vertegenwoordigers in Duitsland en Frankrijk. In ons land telt het 28 werknemers, en in het buitenland 45. Het helpt dat de concurrentie, voornamelijk van het Duitse Novel, het Amerikaanse Tekscan en het Franse Medicapteurs, wat is stilgevallen.

RSscan heeft onlangs in Beringen een zogenaamd Footlab geopend, een labo voor orthopedisch-biomechanisch onderzoek. “Een van de best uitgeruste ter wereld”, klinkt het. RSscan werkt daarnaast wereldwijd samen met universiteiten, maar heeft toch vooral een sterke band met de afdelingen biomechanica van de universiteiten van Gent, Leuven en Antwerpen. Zo werd met de universiteit van Antwerpen samengewerkt aan een project om bonobo’s in Planckendael te meten.

RSscan pakt trouwens steeds nadrukkelijker uit met meetsystemen voor dieren. “Als je een paard vergelijkt met een mens, merk je dat we dezelfde spieren hebben. De dingen die we ontwikkelen, kunnen we dus voor beide gebruiken”, zegt Jempi Wilssens. Maar er is ook steeds meer vraag naar het scannen van het looppatroon van honden, koeien en zelfs kamelen. “Wij kunnen nauwkeurig analyseren en meten of een jong paard of een jonge kameel een kam-pioen kan worden. Als ze niet correct lopen, riskeren ze kreupel te lopen en neemt het risico op artrose toe.” Ook voor koeien is zo’n analyse van belang. “We kunnen meten of er een verandering is in het looppatroon van een koe wanneer die op weg is naar de melkrobot. Als een koe problemen heeft, bijvoorbeeld door een steentje tussen een hoef, gaat die liggen in de wei, eet en drinkt die niet meer, en zal die minder melk geven. Nederlands onderzoek heeft aangetoond dat je jaarlijks per koe 350 euro kan verdienen door een goede meting.”

Gezond achterdochtig

Of zoon Koen ook in het management van RSscan en RS Print zal stappen, is nog niet zeker. “Het hangt ervan af hoe misbaar ik mij kan maken bij de winkels. Toen ik er begon, waren we met zeven werknemers. Nu met veertig.” Al zal het bij vier Vlaamse vestigingen blijven. Ook in het buitenland worden geen winkels geopend, ondanks aanvragen uit Londen, Dublin en Nederland. “We zijn er heel concreet mee bezig geweest, maar in Vlaanderen is het al niet eenvoudig om je vestigingen op één lijn te krijgen, laat staan in een ander land en andere cultuur.”

Voor verdere groei wordt overwogen andere partners aan te trekken. “Je kan dit niet met een klein familiekapitaaltje blijven trekken. Wij groeien zo hard dat we, zoals we met Materialise hebben gedaan, het beste andere partners aantrekken”, zegt Jempi Wilssens. Met een aantal kandidaten werd al gesproken, maar de familie is gezond achterdochtig. “Sommigen zijn erop uit op korte termijn iets op te bouwen en dan te verkopen, en dat zien we niet zitten. Ook het scenario van een beursgang ligt niet op tafel.”

Vader en zoon Wilssens zijn dankbaar voor de steun van het IWT en Flanders Investment & Trade, maar toch wringt daar het schoentje nog. “Voor ontwikkeling gaat het goed, maar voor export is het scheefgetrokken en vreemd dat wij in verhouding niet meer krijgen dan een firma die 90 procent in het buitenland produceert”, zegt Jempi Wilssens. “Het frustreert me dat België voorrang geeft aan buitenlandse ondernemingen als Ikea of Decathlon, die hier minder belasting betalen”, vult Koen Wilssens aan. “Ze bieden honderden jobs, maar die gaan dan wel weer bij lokale handelaars verloren. Dat is niet houdbaar.”

Bert Lauwers, fotografie Emy Elleboog

“Wij kunnen nauwkeurig analyseren en meten of een jong paard of een jonge kameel een kampioen kan worden”

“We leggen de lat heel hoog, maar als Vlaming moet je die hoger durven te leggen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content