Schalkse biecht van een computerlegende

Steve Ballmer, kapitein naast god Bill Gates op het Microsoftûschip, riep het computerbesturingssysteem Linux uit tot vijand nummer één van Windows. Voorlopig lijkt dat zwaar overdreven. Maar Linus Torvalds, de Finse schepper van Linux, schreef alvast een (schalkse) autobiografie. Op zijn dertigste.

Inmiddels heeft het paar het koele Scandinavië geruild voor het zonnige Silicon Valley. Hij is wereldberoemd als jonge stamvader van het computerbesturingssysteem Linux, zij als karatekampioene (en bedenkster van het speelse pinguïnlogo van Linux). Samen met David Diamond, hoofdredacteur van het onvermoeibare technologiemagazine Red Herring, schreef de Finse nerd nog net voor zijn dertigste al de autobiografie Gewoon voor de fun.

Dat lag sowieso moeilijk, want de Fin haakte met zijn werk in op het ideeëngoed van Richard Stallman. Al in 1991 woonde Torvalds een lezing van de informaticagoeroe bij: “Hij was de pionier van het begrip vrije beschikbaarheid van broncode als iets dat bewust nagestreefd moest worden. Ik moet toegeven dat ik niet echt bekend was met de sociopolitieke overwegingen die hem zo na aan het hart lagen (en liggen). Ik was geïnteresseerd in de technologie, niet in de politiek, want daar had ik thuis al meer dan genoeg van.”

Prompt verwijst Linus naar het engagement van zijn (gescheiden) ouders. Zijn moeder is nog altijd vertaalster bij het Finse persagentschap, zijn vader journalist voor radio en tv. Eind jaren zestig waren ze actief in de communistische partij. “Ik werd min of meer tussen de campusprotesten door geboren, waarschijnlijk met Joni Mitchell op de achtergrond. Het liefdesnestje van ons gezin was een kamer in het appartement van mijn grootouders. Een wasmand vormde mijn eerste wieg.” Grootvader was hoogleraar Statistiek en liet de knaap al vlug op zijn computer tokkelen. “Ik weet niet hoeveel andere lagere-schoolkinderen in de kamer van hun opa zaten om wiskundige uitdrukkingen te simplificeren en in de computer in te tikken.”

Ook Torvalds volgde de goldrush-karavaan naar Silicon Valley en gunt ons een glimp in zijn financiële kaarten. Terwijl hij aan de slag ging bij chipontwikkelaar Transmeta, kreeg hij opties toegespeeld van Red Hat en VA Linux. De eerste kon hij tijdig verzilveren, de tweede zag hij grotendeels wegsmelten, omdat hij de opties niet meteen kon lichten. Pakweg twee jaar eerder nog kon hij slechts met moeite een lening voor een auto lospeuteren.

“Journalisten leken dol op het feit dat Bill Gates in een hightechvilla aan een meer woonde, terwijl ik over het speelgoed van mijn dochters struikelde in een twee-onder-één-kapwoning met drie slaapkamers en krakkemikkig loodgieterswerk in het suffe Santa Clara. Of dat ik in een suffe Pontiac reed. En mijn eigen telefoon opnam. Wie zou er niet van me houden?” Ironie en zelfrelativering zijn nooit ver weg in deze snaakse biecht van een computerlegende.

Luc De Decker

Linus Torvalds & David Diamond, Gewoon voor de fun. Karakter Uitgevers, 221 blz., 640 fr.

“Journalisten leken dol op het feit dat Bill Gates in een hightechvilla woonde, terwijl ik over het speelgoed van mijn dochters struikelde in een twee-onder-één-kapwoning.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content