Samen sterker

Ondernemen voor de meerwaardezoeker: met een cvba streeft een ondernemer samen met anderen naast winst, ook een schaalvoordeel of een goed doel na.

Volgens de jongste cijfers, die al dateren van eind 2010, waren er in België 26.626 actieve coöperatieve vennootschappen. Het valt niet te zeggen of er nu meer coöperaties zijn dan vijf jaar geleden, maar Ines Rothman van het adviesbureau Coopkracht ziet de interesse voor deze manier van ondernemen toenemen. “Daar waar we het coöperatieve model in het verleden traditioneel in de financiële sector of in de landbouw vonden, zijn er de afgelopen jaren veel nieuwe coöperaties in de meest uiteenlopende, en vaak heel innoverende, sectoren bijgekomen. Ook jongeren zijn meer bezig met coöperatief ondernemen. Dat is logisch, want de waarden die aan de grondslag van coöperatief ondernemen liggen, hebben een sterke aantrekkingskracht op jongeren. Ik denk aan de participatieve en democratische manier om een coöperatie te besturen en de voordelen van multistakeholderoverleg. De coöperatieve optie maakt hen duidelijk dat ze maatschappelijke doelstellingen en rendement kunnen behalen door ondernemerschap.”

“Als mensen met een ondernemingsplan bij ons komen, vragen we eerst of het wel een coöperatie moet zijn”, zegt Febecoop-directeur Peter Bosmans. “In België heb je tal van vennootschapsvormen met elk hun waarde. Wanneer moet je voor een coöperatieve vennootschap kiezen? Als je met meerdere mensen, liefst met complementaire competenties, wil ondernemen en kapitaal wil openstellen. Inherent aan een coöperatie is ook dat je bereid bent op termijn andere vennoten of aandeelhouders in de coöperatie te betrekken. Dat kan gaan van sympathisanten en klanten tot werknemers die vennoot worden.”

“Bij een coöperatie staat het vervullen van de gemeenschappelijke behoefte van de leden centraal”, zegt Lieve Jacobs van Coopburo. “Coöperaties bestaan ook in veel varianten. Je hebt mensen die niet alleen willen ondernemen en zich groeperen. Denk aan een cameraman of een elektricien. Voorts zijn er handelaars die een deel van hun bedrijfsvoering samen doen. Dat kan ofwel enkel te maken hebben met de promotie en de aankopen zoals bij de drankhandelaars van Prik & Tik en de Selexion-elektrozaken, ofwel een deel van de productie betreffen zoals bij Milcobel waar melkboeren hun melk gezamenlijk in een kaasfabriek verwerken. Het schaalvoordeel maakt hen sterker. Tot slot heb je wereldverbeteraars als Inclusie Invest dat kapitaal ophaalt om aangepaste woningen te bouwen en tegen een betaalbare prijs aan mensen met een handicap te verhuren.” Een handleiding om een coöperatieve vennootschap op te richten is er niet, maar er zijn wel een aantal kritische succesfactoren.

1. Leer samenwerken

“Je moet bereid zijn samen te werken. Dit wil zeggen, bereid zijn een deel van je zaak af te staan”, stelt Lieve Jacobs. “Samenwerken betekent paradoxaal dat je op een beschaafde manier moet leren ruziemaken”, zegt Bosmans hierover. “In een onderneming moet je beslissingen nemen en daarvoor de juiste methodieken kennen. De sector heeft daarin een heel pak expertise opgebouwd. Vroeger was het in een coöperatie de norm dat iedereen over elke strategische en operationele beslissing moest oordelen. Nu hebben we methodieken om beslissingen op het juiste moment en in het juiste tempo te nemen.”

2. Zoek de meerwaarde

“Een coöperatieve ondernemer moet zelf de meerwaarde van een coöperatie inzien”, stelt Jacobs. “Coöperatief ondernemen doe je niet omdat het een sympathieke of duurzame manier van ondernemen is. Dat is niet de juiste insteek. Dat lokale economie hier verankerd blijft, is een meerwaarde. Net als de langetermijnvisie van coöperatieve ondernemers. Aangezien coöperaties gericht zijn op de dienstverlening aan de vennoten, is het voortbestaan van de coöperatie voor de volgende generatie evident. Vennoten willen hun coöperatie niet verkopen aan de meest biedende, maar overdragen aan de volgende generatie vennoten.”

3. Toets je visie en waarden bij vennoten af

“Zorg dat je op dezelfde golflengte als je vennoten zit”, voegt Ines Rothman van Coopkracht toe. “Je kunt een beroep doen op extern advies en op de ervaring van andere coöperaties, maar uiteindelijk moet je samen met je vennoten weten waar je naartoe wilt. Organiseer dus voldoende overleg, niet enkel vooraf maar ook gaandeweg.”

4. Bepaal een solide structuur

“Een vaak voorkomend struikelblok is dat mensen te weinig nadenken over de structuur van de vennootschap. Kies dus eerst het juiste vennootschapsstatuut en maak een goede architectuur”, zegt Bosmans. “Er bestaan typestatuten, maar dat is zoals een mediumjas kiezen terwijl je coöperatie misschien een small of large nodig heeft. Schat ook je markt goed in en maak de ramingen in je financiële plan niet te optimistisch.” “Goede afspraken maken is echt nodig”, aldus Jacobs. “Wij vergelijken het met een spelreglement. Dat haal je ook pas boven bij discussies.”

5. Bepaal een relevant beginkapitaal

“Laat je kapitaalbehoefte niet bepalen door wat de wetgever voorschrijft — bij een coöperatieve vennootschap is dat 18.550 euro — maar maak een weldoordacht financieel plan, hou rekening met je investeringen en opstartverliezen en leg op basis daarvan het beginkapitaal vast”, stelt Peter Bosmans. “Onze ervaring is dat innoverende projecten met een maatschappelijke meerwaarde en een goed ondernemingsplan meestal weinig probleem hebben om kapitaal bij vennoten en gespecialiseerde investeringsfondsen te vinden.”

Julie De Jonghe, fotografie Debby Termonia

“Samenwerken betekent dat je op een beschaafde manier moet leren ruziemaken”- Peter Bosmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content