Saint-Tropez

Momenten van geluk

In de herfst, de winter en de lente heerst in het pittoreske Provençaalse dorp Saint-Tropez opnieuw de grote kalmte, die Colette en Signac zo aantrok. Het geschikte ogenblik voor een verblijf met een subtiel amalgaam van luxe en eenvoud en veel lekkers.

TEKST EN FOTO’S : SERGE VANMAERCKE

La Bastide de Saint-Tropez telt vier sterren, maar wat ontbreekt hier eigenlijk om niet het maximum van vijf sterren te krijgen ? Het ‘optrekje’ van Janine en Boris Sidoroff bevindt zich op 15 kilometer van het centrum, nabij de Route de Ramatuelle, op de Sainte-Anneheuvel met uitzicht op het dorp. Het charmante, okerroze gebouwencomplex met groene luiken is het hele jaar door open. Appartementen, suites, junior-suites en kamers (samen 26 eenheden) zijn verdeeld over drie gebouwen rond een groot, met groen omzoomd zwembad. Iedereen heeft een terras, een privé-tuin en sommigen zelfs een eigen jacuzzi. Geen probleem als u ‘s avonds vrienden wil uitnodigen voor een etentje : de menu’s van het restaurant L’Olivier worden ook in uw tuin of op uw terras opgediend. Ontbijten kan men tot 14 uur. Voor de bediening zorgt Monsieur Larry, de man met de witte handschoenen.

De kamers werden door de eigenares zelf ingericht, op z’n Provençaals. Heel aangenaam, luxueus en comfortabel. Het personeel is zeer professioneel, alomtegenwoordig en tegelijk discreet, elegant en vriendelijk. Niet meteen voor ieders beurs, maar wél waar voor je geld. Een overnachting voor twee kost 950 FF tot 2100 FF (van de traditionele kamer tot appartement).

Het sobere decor

van de gebouwen contrasteert fel met het smaragdgroen van de in het licht badende tropische tuin, midden in dit heuvelachtige landschap : palmbomen, olijfbomen, vijgenbomen, dracena’s, laurierbomen, rozelaars, eucalyptus en parasolpijnbomen. Wie aankomt tegen lunchtijd, wordt door de sommelier vergast op een glaasje Plaisir de la Bastide, het huisaperitief op basis van rode vruchten, Cointreau en champagne. Men geeft u raad bij de spijskaart en de wijnkaart van L’Olivier, het domein van Francis Cardaillac, die zijn Michelin-ster en 17/20 van Gault Millau ruimschoots verdient.

Het is niet toevallig dat Jeanne Moreau, Johnny Halliday, Vanessa Paradis en andere ‘sterren’ al van deze geïnspireerde keuken hebben geproefd. De gerechten vertellen alles over de Provence. Dichter-meesterkok Francis Cardaillac uit Albi goochelt met een tiental verschillende olijfolies, talrijke vis- en vleesbouillons. Hij is naar eigen zeggen een “vendeur d’émotions” en stelt alles in het werk om zijn gasten gelukkig te maken. “Een gerecht kan men nog vergeten”, zegt hij, “maar momenten van geluk niet.” Daarom wisselen de meest gesofisticeerde schotels af met de meest eenvoudige gerechten. Een lust voor het oog en voor de smaakpapillen. Volgens directeur Pascal Lambert verblijven sommige Belgische klanten tot anderhalve maand in La Bastide. De acteur Michel Serrault bleef zelfs twee maanden hier. In het gulden boek zie je wel meer beroemde handtekeningen : Jacques Chirac, Brian Adams, Jean-Paul Belmondo, France Gall, Sophie Marceau en zelfs Pamela Anderson, kortom beau monde.

De omgeving

biedt mogelijkheden genoeg voor wie wil genieten van de ware rust in het dorpje, waar de place des Lices opnieuw het domein geworden is van de petanquespelers en de verkopers van bonenkruid en olijven. Niet te missen : de markt op dinsdag- en zaterdagmorgen met duizend en één specialiteiten zoals de boutis, decoratieve Provençaalse weefsels die passen in veel verschillende interieurs. Buiten het hoogseizoen is men in de havencafés aan een grote schoonmaak toe en hebben de jachten van rijke lieden plaats geruimd voor eenvoudige vissersbootjes.

Voor cultuurliefhebbers heeft het Musée de l’Annonciade heel wat in petto. In dit kleine museum nabij de haven, in een oude kapel uit 1568, hangen werken van befaamde schilders als George Braque, Raoul Dufy, Henri Matisse, Georges Seurat en Kees Van Dongen. In het begin van de 20ste eeuw was Saint-Tropez het centrum van de avant-garde schilderkunst. In 1892 werd het dorpje ontdekt door Paul Signac. Hij kocht er een huis en installeerde er zijn atelier. Later streken ook Matisse, Derain en Marquet hier neer.

In de kleine rue Etienne Berny, op wandelafstand van de haven, staat het Maison des Papillons, een museum met 4500 van die kleurige insecten. In dit gebouw werkte ook de schilder Dany Lartigue, zoon van de beroemde fotograaf Jacques-Henri Lartigue en vader van de al even beroemde Gibus van La Guerre des Boutons.

Al meer dan 400 jaar wordt het dorp gedomineerd door de citadel. Het was het belangrijkste verdedigingsfort van de streek tussen Antibes en Toulon. Sedert 1958 bevindt zich in de toren het Musée Naval (zeevaartmuseum) met objecten van de oudheid tot de landing in 1944.

In het dorp kan men urenlang wandelen : langs de haven, via de torens en de portieken uit de 15de eeuw, de platanen op de beroemde place des Lices, en het Cimetière Marin langs de chemin des Graniers.

De Chapelle Sainte-Anne, niet ver van La Bastide, is eveneens een leuke plek. De kapel werd door de Tropezianen gebouwd in 1618 uit dank omdat ze van de pest gespaard bleven. Ze bevindt zich op de Colline Sainte-Anne en biedt een verrassend uitzicht op de baai ( le Golfe).

In de buurt

van Saint-Tropez bevinden zich ook enkele stranden. Eenmaal het naakte vlees verdwenen is, zijn de mooiste stranden die van Pampelonne-Ramatuelle (laatstgenoemd dorp loont alvast de moeite voor een uitstap). In de streek bevindt zich ook een aantal wijngaarden.

In de oudheid reeds zou Saint-Tropez bewoond zijn geweest door de Phocaeërs. Als we sommige specialisten mogen geloven, gaat het wellicht om het oude Athenopolis, beschreven door Plinius de Oudere, tussen Fréjus en Olbia. De Romeinen doopten het om tot Heraclea. De naam Saint-Tropez is afkomstig van de legende van Torpes, een christen wiens lichaam aan de monding van de Arno in een bootje gelegd werd en met de stroming naar de kust van Saint-Tropez dreef. De stad heeft een zeer oude maritieme traditie. Maria de Medici verbleef er in 1600.

Van de moedige zeevaarders of zeerovers afkomstig uit Saint-Tropez is Pierre-André de Suffren (1729-1788) de meest beroemde. Zijn standbeeld is een echt baken in Saint-Tropez : het staat tegenover Hôtel Sube, dat op de eerste verdieping een prachtig café in art deco heeft. Op de quai Jean-Jaurès, bevindt zich het Terrasse de Sénéquier, een must voor al wie Saint-Tropez bezoekt. Proef er de befaamde noga van Sénéquier.

Saint-Tropez is een paradijs voor smulpapen : de Tarte Tropézienne, uitgevonden in 1955 door Alexandre Micka (brioche met een gebrevetteerde crème), is op talrijke plaatsen te koop. De Gendarme de Saint-Tropez (een herinnering aan de gelijknamige film met Louis de Funès) is een rijkswachterskepi in vanillecrème en chocolademousse. Dat vertelt Christophe Leroy die deze lekkernij vier jaar geleden ‘uitgevonden’ heeft en verkoopt in zijn delicatessenzaak La Table du Marché.

Wie een gesigneerde foto wil van Brigitte Bardot kan terecht in de boetiek helemaal gewijd aan de ex-godin van de Franse film. De Dalaï-Lama is erelid van de stichting. Lidmaatschap voor ‘gewone’ burgers : 50 à 200 FF. B.B. zal ook niet vreemd zijn aan wat eveneens een specialiteit van Saint-Tropez geworden is : de échte Tropeziaanse sandalen, een simpele vondst van schoenmaker Rondini uit 1927.

Saint-Tropez heeft alle troeven om ons te verleiden, ook als de 50.000 vakantiegangers opnieuw plaats ruimen voor de 6000 inwoners, op een boogscheut van het paradijs op aarde : La Bastide de Saint-Tropez.

La Bastide de Saint-Tropez, waar zelfs Pamela Anderson zich heeft laten verwennen.

Saint-Tropez en B.B. Wie een gesigneerde foto wil van de ex-godin van de Franse film, kan terecht bij de Stichting Brigitte Bardot.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content