SAÏDA EN PAWEL BIJ UW ZIEKBED

De scholen voor verpleeg-kunde zien hun studentenrol verlengen. U zult dus iemand aan het ziekbed vinden die uw stoelgang opruimt, uw polsslag meet, inspuitingen geeft en misschien een goed woord over heeft voor uw lijden. Zal het een Jan of een Greet zijn? Neen, het wordt een Saïda of Pawel.

Wat als u over enkele jaren in een witte tent kokhalst van uw slijm? Ja. Er is een opflakkering, weliswaar geïnspireerd door centen en de zucht naar een veilige job. De herontdekking van de zelfverloochening die hoort bij enkele essentiële beroepen zal uitblijven. De eerste Saïda’s, Fatima’s, Soeads en Nachari’s marcheren in de Belgische zorgfabrieken. Zij zullen gevolgd worden, als België eindelijk het fatsoen heeft om zijn grenzen te openen voor de nieuwe Europese burgers van Centraal-Europa, door de Pawels, Dominika’s, Hana’s van het ommeland van Poznan en Bialystock.

Saïda en Pawel arriveren uit gemeenschappen waar de zorg aansluit bij de traditie van Florence Nightingale (1820-1910). De Britse blauwkous organiseerde de lazaretten in de Krimoorlog en reduceerde door tucht en hygiëne de mortaliteitsgraad. Haar NotesonNursing (1859) werden een bestseller. Saïda en Pawel zijn evenmin als Florence Nightingale versmoord door het ikke, ikke, ikke. Mantelzorg is in Noord-Afrika en landelijk Polen de dagelijkse werkelijkheid, geen mode-idee voor colloquia.

Dienst aan de naaste. Een tevreden verhaal was het in De Standaard. Het nieuws paste in de kersttijd. Zorgzaamheid, aandacht voor de zwakkere, hoop over de jonge generatie; het roetste door de verslaggeving en de commentaren. De aantrekkingskracht van de verpleegscholen stijgt.

Of met dezelfde zwaai eveneens het probleem van motivering, vasthoudendheid en roeping is opgelost, lijkt volslagen twijfelachtig. In Groot-Brittannië en de VS groeit het aantal niet-nationale verplegers. In 2002 klom in het Verenigd Koninkrijk voor de eerste maal het aantal nieuwelingen van overzee (16.155) hoger dan de Britse gegadigden (14.538). In 2013 behoeft de VS 1 miljoen nurses uit het buitenland. Aan de bedden daalt de kwaliteit van het Engels en de rekruten hebben reisvoeten; zij dienen de meestbiedende.

De cultuur van de zorg verandert grondig door de moderne obsessie met status en zelfbevestiging. Machines en medicijnen zijn nodig om mensen gezond te maken. Maar evenzeer zijn zorgende, bekwame verplegers nodig aan het voeteneinde, voor de lagere taken. Verplegers die het niet doen om de pree, maar uit respect voor de patiënt.

Voor het ploeteren met iemands urine, het prikken in iemands zieke aderen, het schoonmaken van iemands verrotting, het wegdragen van iemands gal willen onze vrouwen en mannen vandaag minder opdraaien. Werken in een ziekenhuis is nu in de eerste plaats een middel voor een goed inkomen (en daar heeft niemand iets tegen) en een administratief-technologische bezigheid. De verpleegklerken zwarten papieren, monitoren wijzers en morrelen aan pompjes.

In 2006 is er in de Belgische (en westerse) verpleging iets dat vloekt met de moderne wereld. Wij zijn bezig met persoonlijke rechten en zelfontplooiing. Verplegen gaat over zelfverloochening. Een mannelijke verpleger met de moderne ijzerwinkel aan de oren, neus en vingers – er zijn van die exemplaren recht uit de disco – hoeft zich niet te beroepen (dit is een reëel geval) op zijn “recht als mens tot zelfexpressie”. Verpleging gaat over dienst aan de naaste, niet over zelfexpressie.

Moslims en Poolse boerenmeisjes. Theorie, bureaucratie en status vervangen de oude plicht van liefdadigheid voor het lichaam. Verpleegsters waren, zelfs als niet-religieuzen, een orde met tucht en uniformen. Velen bleven ongehuwd om hun inzet te optimaliseren. De feministische retoriek heeft de omslag verhevigd: verplegers waren verpleegsters, hele of schiermaagden ondergeschikt aan de seksevijand, de dokters. Tot voor een halve generatie mannen. Deze mannen deden het fijne werk en de dames droegen de bedpan.

Indien Aboe, Saïda, Nahima, Youssef de kleur van de Vlaamse ziekenhuizen mee bepalen, sluiten zij aan bij een traditie van medische kennis in de moslimwereld. Moslims kwamen op het idee van sharab, siroop of stroop, een mengsel met suiker om de vieze smaak van medicijnen te verhelen. Ook vonden zij soda uit, een middel tegen hoofdpijn, afgeleid van het Arabische woord suda dat migraine betekent. Ahmad ibn Roesjd, bekend als Averroës (1126-1198), studeerde geneeskunde aan de universiteit van Cordoba en ontdekte dat niemand twee keer door pokken getroffen werd, de basis van de theorie van de antistoffen. Hij begreep de rol van het netvlies.

Gelukkig zullen de moslims en de Poolse boerenmeisjes er zijn als u na een gevuld leven een sukkelaar bent. De harten van de autochtonen kickend op empowerment zijn dan verkild.

Reacties: frans.crols@trends.be

Frans Crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content