RUSLAND IS ZO SLECHT NOG NIET

GERUSTSTELLING VOOR WESTERSE INVESTEERDERS.

Ondanks de crisis meent Charles Adriaenssen dat er ruimte is voor westerse investeringen in Rusland, “zonder dat er moet gegrepen worden naar bizarre praktijken als ruilhandel of het optrekken met gangsters.”

De jurist en oud-diplomaat in Moskou is algemeen-directeur van CAP Group, een in de ex-Sovjet-Unie gespecialiseerde consultingfirma met lokale antennes in verschillende Gos-republieken. CAP Group, met hoofdkantoor in Brussel, heeft in zijn portefeuille management- en human resources-opdrachten voor onder meer Coca-Cola, Pepsico, British American Tobacco, IBM, Colgate-Palmolive, Unilever en gidst ook Tractebel, De Smet Engineering, Bekaert en Interbrew door de valkuilen van het Russische ondernemerslandschap.

“Alle westerse namen die meetellen, hebben de voorbije drie jaar posities ingenomen, zowel in de automobielsector als in de productie van voedingswaren en huishoudproducten. En er zijn nog meer mogelijkheden. Vraag me niet in een kristallen bol te kijken, maar men moet toch de situatie nuanceren: enerzijds zal het politiek moeilijker worden om een stabiele koers te varen die hervormingsvriendelijk is; anderzijds staat het buiten kijf dat de regering in Moskou en zeker de plaatselijke autoriteiten in de deelrepublieken er alles aan doen om buitenlandse investeringen vlotter te laten verlopen – behalve in nationalistisch gevoelige sectoren als de exploitatie van grondstoffen of de ruimtevaart.”

Adriaenssen schetst twee onderstromen die hem optimistisch stemmen: “Er is nu privé-kapitaal in Rusland. Dat was er niet begin de jaren ’90. Het mag dan grotendeels voortgekomen zijn uit privatiseringen en dus uit cleptocratie of deels afgevoerd zijn naar het buitenland, toch wordt er volop business gedaan.” Belangrijker vindt hij de “consolidatie van een ontluikende middenklasse, niet alleen in Moskou maar in alle grootsteden. Weliswaar krijgt ze zware klappen, zoals in Oost-Azië, maar ze is politiek mondig geworden.”

Voor tienduizenden jonge bankiers, computerprogrammeurs, mediadeskundigen, bedrijfsleiders, is back to the USSR volstrekt ondenkbaar geworden. “Ze zullen zich actief inzetten om de hervormingen te behouden. Dit is een fundamentele mentale ommekeer. Er is geen weg terug: protectionisme biedt geen soelaas – al kunnen controles op de geldtransfers tijdelijk stabiliserend werken. Ook een ultraliberale koers is voortaan uit den boze. Er zullen nieuwe evenwichten gevonden worden, onder druk van de middenklasse.”

Hyperinflatie, botsingen tussen maffia en overheden, ingebakken corruptie en afpersing, een stilgevallen import na de weggesmolten koopkracht? Charles Adriaenssen relativeert de duizend-en-één kwalen van de Russische beer. Zonder ze te ontkennen. “Het komt er op aan de juiste context te vinden waarin een bedrijf kan functioneren. Ook volgens westerse normen.”

Primordiaal zijn enkele basisnoties: “Wat te maken heeft met transport en distributie is meestal corrupt; ook aangebrand zijn de metaalsector, de oliebusiness, tabak en alcohol; daarbuiten valt best te werken.” Voor investeringen in een zeepfabriek, in een textielweverij, een brouwerij of in andere industriële activiteiten, ziet Charles Adriaenssen geen onoverkoombare problemen: “Een link tussen overheden en maffia is not your business; corruptie en veiligheid kan je outsourcen, zonder een scheve schaats te rijden. Zitten er in het aandeelhouderschap van een bedrijf dubieuze elementen, dan kan de lokale overheid die verwijderen. Een goede gang van zaken berust op de juiste netwerken.”

Netwerken zijn fundamenteel om twee redenen:

1. voor het inwinnen van correcte informatie (het sovjetsysteem steunde immers voor elk beroep of elke bedrijfstak op één of twee scholen of instituten; in deze old boys-netwerken moet men wegwijs raken en vertrouwelingen hebben);

2. het netwerk is nodig om politieke dekking en medewerking te krijgen. “Het is niet waar dat je in Rusland niet op een rationele, westerse manier kan werken. Maar je mag niet tewerkgaan met de Amerikaanse agressiviteit of

naïviteit,” commentarieert Adriaenssen. “Intellectuele capaciteit en vorming zijn aanwezig. Wat ontbreekt, zijn management skills. Noodzakelijk om als westers bedrijf te slagen zijn – één – westerse controle, om te vermijden dat men in de oude gewoonten hervalt, – twee – een sterk lokaal management, en – drie – gevormde kaders. Cruciaal zijn: een goede financiële opleiding, motivering en responsabilisering. Het heeft geen zin om een intelligente financiële manager te sturen als hij niet kan worden omringd door lokale mensen die de brute cijfers kunnen omzetten in bruikbare info voor het management. Het heeft geen zin een westers HR-manager, een MBA’er of een briljante marketingman te sturen, als hij bij zijn aankomst zelf nog zijn Russische medewerkers moet beginnen opleiden. Russen zijn fijne mensen als je hun scepsis kan doorbreken. Dan zijn ze leergierig en veranderen ze hun gedrag heel snel,” zegt Adriaenssen.

De oud-diplomaat gelooft sterk in de onderhuidse dynamiek van Rusland. “Er is heel wat ten goede veranderd tussen 1992 en 1996. Mensen doen business, trekken er met plastic zakjes op uit om business te doen tot in Dubai of Jakarta. De schoktherapie was nodig, maar men heeft ze slecht verkocht aan de bevolking. Ik vrees dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) systematisch de verkeerde voorwaarden heeft opgelegd.” Volgens de Russische schrijver Solomon Volkov hadden westerse zakenlui zich beter wat meer verdiept in de Russische literatuur dan zich blind te staren op de beurskoersen van Moskou. Een goed begrip van de Russische cultuur is een must.

E.B.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content