Residentie Lennox: architectuur voor patiënten

De uitbreiding van de residentie William Lennox is bestemd voor zwaar epileptische patiënten. Het gebouw houdt tot in de kleinste details rekening met de bewoners.

Sinds 1984 verblijven in de residentie William Lennox in Ottignies een dertigtal zwaar epileptische patiënten. Twintig jaar na de start wenste de stichting Arthur Legros, de oprichter van het centrum, een nieuw aanpalend gebouw op te trekken om er akoestisch en visueel stimulerende activiteiten voor de patiënten te organiseren.

Er werd gezocht naar een geschikte ligging in de onmiddellijke omgeving van de permanente residentie. Probleem: het oorspronkelijke gebouw ligt aan de rand van het staatsbos van Clerlande, een beschermd bosgebied dat toebehoort aan de Université Catholique de Louvain, die haar grondreserves maar met mondjesmaat vrijgeeft. Gelukkig gaf het Bestuur der Domeinen de toelating om gebouwen van collectief belang op deze plaats te bouwen.

“We hebben talrijke gesprekken gehad met de bevoegde overheden om de beste ligging te bepalen,” licht architect Fabienne Courtejoie van het bureau Artau toe. “Het ging ook over welke middelen we moesten gebruiken om de omliggende natuur te respecteren. Samen met de landmeter hebben we een nauwkeurige opmeting uitgevoerd om de oudste bomen aan te geven en te vermijden dat we ze moesten kappen.”

Eén met de omgeving

Het gebouw lijkt op een groot parallellepipedum op funderingspalen. De hele omtrek bestaat uit glas en het gebouw wordt geaccentueerd door twee terrassen aan elk uiteinde. Een houten loopbrug die iets hoger hangt, slingert door het bos tot aan het nieuwe gebouw.

De structuur is een mix van hout en staal. Op het niveau van de vloer- en dakrompen koos de architect voor dwarsbalken in Kerto, een fineer in gewone spar. “Dit materiaal biedt het voordeel dat het in grote afmetingen beschikbaar is,” legt Courtejoie uit. “Bovendien biedt Kerto evenwaardige prestaties als staal en beton, maar is het lichter en dat kwam goed uit in dit project. Het is bovendien veiliger bij brand.”

De vloer- en dakrompen zijn verbonden met lange stalen balken die het geheel een aspect van lichtheid geven. De buitenwanden bestaan volledig uit dubbelglas met een hoge isolatiecoëfficiënt. De keuze voor transparantie heeft therapeutische redenen. “De patiënten die in dit dagverblijf komen, lijden aan zware handicaps en verplaatsen zich meestal in een rolstoel. Het was de bedoeling om hen een plaats te bieden in een natuur waar ze zelf geen toegang meer toe hebben,” preciseert de architect.

Natuur aan het werk

Tussen de twee binnenvolumes kan de ruimte met een mobiele wand in twee worden gesplitst. Hetzelfde principe werd ook gebruikt voor de zijgang achteraan het gebouw, waar de deuren van de kantoren de doorgang kunnen afsluiten. De gangen zijn breed genoeg om er met een wagentje door te kunnen. Aan elk uiteinde verlengt een terras in dennenhout het contact met de natuur. Het geluid van buiten wordt gedempt door de beplanting. De sfeer is kalmerend en op zich al een bewijs van de zorg die werd besteed aan de keuze van de ligging.

Philippe Coulée

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content