Repliek op de kritiek

Anderhalve week geleden presenteerde premier Jean-Luc Dehaene zijn aangepaste begroting. De beloofde lastenverlaging schoof met een half jaar op. Er kwam kritiek van alle kanten. In een gesprek met Trends verdedigt de premier zich.

Op 10 en 11 oktober rondde de regering- Dehaene haar begroting af. Ze besliste enkele “sociale correcties” door te voeren en een aantal andere maatregelen, waaronder de beloofde loonkostenverlaging, uit te stellen tot 1 juli 1999. De werkgevers onderbraken onmiddellijk het sociaal overleg. Inmiddels zijn ze weer aan tafel gaan zitten, maar de kansen op een akkoord zijn er zeker niet op vergroot.

De begroting kreeg ook heel wat kritiek van de liberale oppositie. VLD-voorzitter Guy Verhofstadt lanceerde een plan voor een drastische verlaging van de loonlasten met 200 miljard frank. In de Kamer ging premier Dehaene vinnig in op de kritieken. In dit interview gaat hij verder en dieper.

Lastenverlaging In één keer als het kon

TRENDS. U was in de regering de grote pleitbezorger van de lastenverlaging. Nu wordt die een half jaar uitgesteld terwijl er wél ruimte is voor een aantal sociale correcties. Zijn die dan belangrijker?

JEAN-LUC DEHAENE. De ene maatregel heeft niets te maken met de andere. De coalitie wou een aantal signalen uitsturen. Maar door de groeivertraging kregen we minder ruimte dan aanvankelijk gedacht. We blijven trouwens de afspraken met de sociale gesprekspartners naleven. We zullen met een verschil van zes maanden het oorspronkelijke objectief bereiken: de patronale lasten worden afgestemd op die van onze drie buurlanden.

Zodra het economisch wat minder goed gaat, is het wel de lastenverlaging die als eerste sneuvelt.

Het tewerkstellingsbeleid mag niet worden herleid tot alleen maar de loonkostenverlaging. Voor de concurrentiekracht is de discussie over de loonevolutie in de komende twee jaar belangrijker dan het feit of de loonkostenverlaging nu op 1 januari 1999 of op 1 juli 1999 ingaat.

Houdt u vast aan de datum van 1 juli als de economische crisis voortduurt?

Die datum blijft, zoniet zouden we het contract verbreken. Bovendien hebben we uitdrukkelijk afgesproken dat, als de zaken beter evolueren dan voorzien, er één opgeschoven maatregel toch vroeger kan worden uitgewerkt, namelijk de lastenverlaging.

Zou u het logisch vinden als ook de werkgevers hun engagement inzake vorming zouden uitstellen?

Ja. Als de inspanning over de periode dezelfde blijft, is daar niets verkeerds mee.

De vakbonden denken daar anders over.

Werknemers en patroons hebben altijd een verschillende vertreklogica. Het akkoord dat je moet bereiken, is een compromis tussen twee logica’s, dat uiteindelijk alleen de logica van het compromis heeft.

Wat als de sociale partners niet tot een akkoord komen?

Dat is sciencefiction. Zeggen wat je gaat doen als er geen akkoord komt, draagt meestal bij tot het mislukken van het akkoord.

De loonnorm bekijkt de loonkostenevolutie van jaar tot jaar. Op die manier blijft de handicap uit het verleden bestaan.

Al sinds het Globaal Plan proberen we een halt toe te roepen aan de verglijding ten opzichte van onze drie buurlanden. Eerst met de reële loonblokkering, vervolgens met de loonnorm – twee maatregelen die al een zekere correctie hebben opgeleverd. Nu proberen we te komen tot een meer overlegd systeem. Ik zal niet ontkennen dat we uit het verleden een gecumuleerd loonkostenverschil overhouden van 5% à 6%. Dat willen we met de lastenverlaging stapsgewijs afbouwen. Met dat gepland perspectief mikken we op toekomstige investeringsbeslissingen. Ik ben geen voorstander van een brutale afbouw in één keer. Er bestaat geen enkel model waarbij je zo’n afbouw compatibel kan maken met de muntunie, de begroting en het behoud van de sociale zekerheid. Het is een illusie te denken dat, als je plots de loonkosten naar beneden haalt – zoals de VLD wil met zijn voorstel van 200 miljard frank – zich dat ook plots zal vertalen in tewerkstelling.

Stel dat u die 200 miljard frank budgettair kan indekken, bijvoorbeeld via privatiseringen. Is een plotse daling dán verdedigbaar?

Als ik ruimte had om de loonkostenverlaging in één keer door te voeren, zou ik dat doen. Maar alleen als de operatie budgettair gedekt is. Financieren via privatiseringen? Als je serieus bent – en dat zijn jullie toch meestal -, dan weet je dat dat niet orthodox is. De Eser-rekeningen ( nvdr – de nieuwe nationale rekeningen volgens Europese richtlijnen) aanvaarden dat niet.

Maar u heeft vroeger zelf privatiseringen gebruikt om het lopende tekort te dichten?

Inderdaad, maar ik heb nooit gezegd dat die techniek orthodox was. Toen aanvaardde de Unie nog deze maatregel. Het was de VLD die toen zei dat het niet orthodox was.

De VLD pleit nu voor een overbruggingsfinanciering.

Ook daar geloof ik niet in. De terugverdieneffecten waarvan de VLD uitgaat, zijn gebaseerd op een enquête bij ondernemers: als de loonkosten met x naar beneden gaan, zullen ze y jobs creëren. Ik heb geen vertrouwen in de wetenschappelijke waarde van zo’n enquête, zeker niet als ze door een politieke partij is uitgevoerd. Ik zou pas rekening houden met een terugverdieneffect als ik het gezien heb. Ofwel voer je het debat van de alternatieve financiering. De discussie rond een energietaks als basis om de loonkosten te verminderen, heb ik altijd zinnig gevonden.

Houdt u die taks dan in de index?

Dat is crazy. Met de gezondheidsindex zal die er trouwens grotendeels uit blijven. Alternatieve financiering moet je neutraliseren.

Tewerkstelling Geen binding jobs-loonkostenverlaging

De werkloosheid is eigenlijk niet gedaald sinds 1994 en de activiteitsgraad is onvoldoende toegenomen.

De activiteitsgraad is tussen 1990 en vandaag gestegen van 54,7% naar 57,2%, terwijl de achterstand op de Europese Unie verminderd is van 7,9% naar 2,9%. Daarom pleit ik trouwens al zeer lang voor het optrekken van de brugpensioenleeftijd. We zitten nu op 58 jaar en het is evident dat we verder in die richting zullen evolueren.

De werkloosheidsgraad zit onder het Europees gemiddelde. Het grote probleem is het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië. Wallonië zit met zijn erfenis uit de eerste industriële revolutie, die ook het landschap bepaalt. Als ik beleidsverantwoordelijkheid zou dragen in Wallonië, zou mijn prioriteit het opkuisen van het landschap zijn.

De vakbonden pleiten voor een strakke binding tussen loonkostenverlaging en jobcreatie. Wat denkt u daarvan?

Daar sta ik huiverig tegenover. Ik heb vrij nare herinneringen overgehouden aan de 5-3-3-operatie in de jaren tachtig. We hebben nog jaren de boekhouding daarvan meegesleurd. De loonkostenvermindering, gemoduleerd zoals wij die uitvoeren, is een langetermijnmaatregel, waarvan niet onmiddellijk spectaculaire effecten moeten worden verwacht. Men moet van de werkgevers tegenprestaties vragen op het vlak van bijvoorbeeld loopbaanonderbreking en deeltijdse arbeid. Het strak binden – in de zin van één voor één -, kan alleen maar leiden tot veel betwisting en een onmogelijke boekhouding.

Begroting Maastricht als schaamlapje

België is er de voorbije jaren in geslaagd zijn begrotingstekort te beperken. Via een verhoging van de belastingen was u verantwoordelijk voor de helft van die daling. Fons Verplaetse, die als gouverneur van de Nationale Bank de frank aan de Duitse mark koppelde, zorgde voor de andere helft. Aan de uitgavenkant is er weinig of niets gebeurd.

Tussen 1993 en 1998 zijn de uitgaven gedaald van 40% naar 38%. Volgend jaar gaan we naar 37,7%. De inkomsten zijn geëvolueerd van 43,8% naar 43,1% van het bruto binnenlands product (BBP).

Er zijn drie elementen die de daling van het tekort mogelijk hebben gemaakt: de binding aan de Duitse mark, het Verdrag van Maastricht en de beslissing om niet meer te werken op het netto te financieren saldo, maar wel op het primaire saldo.

Was Maastricht geen schaamlapje?

Voor mij was dat economisch-politiek project belangrijk. Het was positief dat we via Maastricht een probleem in België konden oplossen dat we sowieso moesten aanpakken.

Het groei- en stabiliteitspact wordt door sommigen bestempeld als een atoombom. De nationale overheden worden er budgettair door vastgeankerd. Dat kan problematisch zijn als het economisch slechter gaat.

Het stabiliteitspact zal ons verplichten de lijn aan te houden. We moeten een beleidsruimte creëren voor de demografische evolutie. Al ben ik me ervan bewust dat mijn opvolgers daar vooral politiek-psychologische problemen mee zullen hebben. Een hoog primair saldo zal immers leiden tot een reëel overschot. Men zal zich afvragen waarmee we bezig zijn. Maar om een echt sociaal beleid te voeren, moet je de begrotingslijn aanhouden.

Europese Centrale Bank De ECB moet werken voor alle EU-landen

De Amerikanen hebben de rente al tweemaal verlaagd. Wordt het niet tijd voor Europa om ook iets te doen?

Ik ben het eens met mijn Luxemburgse collega Jean-Claude Junker, die vindt dat hij veel te veel politici hoort spreken over interestvoeten. Als je een autonome Europese Centrale Bank (ECB) voorstaat, dan moet het interestvoetbeleid van daaruit worden gevoerd. Maar die ECB moet vanzelfsprekend ook werken in functie van Europa als geheel en niet in functie van een of twee landen.

Is de democratische controle op de Europese Centrale Bank voldoende geregeld?

Die controle moet pragmatisch groeien. Eerst moeten we het dringende probleem van de externe vertegenwoordiging van de euro oplossen. Het kan niet zijn dat de drie Europese landen in de G7 zonder meer als vertegenwoordigers van euroland zetelen. We moeten de externe vertegenwoordiging ook niet overlaten aan de ECB. Die discussie moet worden opgeklaard vóór de start van de euro.

Vreest u een continue sociale afbraak? Leidt de EMU naar het Britse model?

Neen. We zullen een aantal structurele aanpassingen moeten doorvoeren omdat we in een meer geglobaliseerde wereld leven – ik denk aan de herverdeling van de arbeid. Daar hebben de problemen bij Levi’s mee te maken. Daarom vind ik het demagogisch als VLD-parlementslid Rik Daems op televisie verklaart dat het een schande is dat de regering de lastenverlaging opschuift op het moment dat Levi’s sluit. Implicerend dat als de lastenverlaging niet was opgeschoven, Levi’s niet zou sluiten. Zo creëer je valse illusies. Reconversie is het juiste antwoord.

De globalisering gaat gepaard met de evolutie van een industriële naar een informatiemaatschappij. Dat is de basis van de hervormingen die we zullen moeten doorvoeren. En de muntunie zal die aanpassingsdruk versterken. De uitdaging voor mij is in welke mate we in staat zijn dat te doen zonder te vervallen in het Amerikaanse model. Ik wil niet onze koppositie in termen van laagste armoedecijfers opgeven om op kop te komen in de rangschikking van de landen met het beste ondernemingsklimaat. Nee, merci. We moeten zoeken naar een systeem waar je beide kan combineren. Europa moet dat zo sturen dat we een sociaal-gecorrigeerde markteconomie behouden.

Zal bij die aanpassingen ook niet de automatische indexering moeten sneuvelen?

Dat is een van die dingen waar je niets aan zal doen, als je dat op die manier op tafel brengt. We hebben de gezondheidsindex ingevoerd, samen met een aantal andere aanpassingen. Voor 1997-1998 heeft Fabrimetal in zijn cao’s de periodes van indexaanpassingen gepland. Zo zet je stappen vooruit.

Pensioenen Verrottingsstrategie of niet?

Daarnet beklemtoonde u zelf het belang van de demografische uitdaging. Nochtans is de regering in een grote bocht rond het pensioendossier gelopen.

Voor de privé-pensioenen hebben we een vertragingsingreep uitgevoerd die sommigen onderschatten. Daarmee is de hervorming van de privé-pensioenen niet ten einde. Er zal zeker nog een discussie komen over de gelijkgestelde jaren en de afgeleide rechten.

Voor de ambtenarenpensioenen is er helemaal niets gebeurd.

Inderdaad niet. Daar zullen ook afremmingen moeten gebeuren. De ambtenarenvakbonden zullen op een bepaald ogenblik worden geconfronteerd met de keuze: als ze de perequatie – de koppeling van de pensioenen aan de evolutie van de lonen van de actieven – onverkort willen aanhouden, dan zal er voor de actieven alleen peanuts overblijven. De vraag is of je dat probleem nu al oplost of op het moment dat het zich reëel aandient.

Dat is een verrottingsstrategie.

Helemaal niet. Dat is de mensen met de reële problemen confronteren.

Maar u zou ook nu kunnen ingrijpen en dan zouden de problemen in de toekomst minder groot zijn.

Maar de vakbonden zijn niet bereid om over het probleem te discussiëren. Momenteel – en wellicht nog voor een tijdje – hebben we geen baremieke aanpassingen voor de ambtenaren. Het probleem van de perequatie rijst dus niet. Als we gaan praten over de reële marge van loonsverhoging, zal men moeten kiezen. De keuze voor de perequatie zou ik verkeerd vinden, omdat op die manier de lonen van de actieve ambtenaren spectaculair zullen gaan achterlopen op de lonen van de actieven in de privé-sector. En dat is voor de kwaliteit van het overheidsambt niet goed.

Communautaire spanningen Arbeidsbemiddeling herfederaliseren

Zal bij de volgende communautaire ronde de federalisering van de sociale zekerheid niet op tafel komen?

Ik vind dat je de instellingen de tijd moet geven om ervaring op te doen met de al doorgevoerde staatshervorming. Maar de staatshervorming is een dynamisch proces, dat we regelmatig moeten evalueren. Essentieel is dat de aanpassingen gebeuren via politieke akkoorden. Sommigen bereiden het dossier voor alsof ze alleen met zichzelf zullen moeten onderhandelen. Je voert geen onderhandelingen met de idee dat je de andere gaat doodpikken.

Dat er een aantal dossiers op tafel zullen komen, is evident. Ten eerste het financieringssysteem als dusdanig. Ten tweede het probleem van Brussel met zijn lasten als hoofdstedelijk gebied. Daar hoort de problematiek van het gezamenlijk beheer door Nederlands- en Franstaligen bij. Ten derde moeten we op basis van ervaringen bevoegdheidspakketten homogener maken. Men moet dat wel in de twee richtingen doen. Bepaalde dingen zijn beter homogeen op federaal vlak, andere beter op het vlak van de gewesten.

Is arbeidsbemiddeling één van de voorbeelden van een bevoegdheid die beter homogeen federaal is?

Ik denk effectief dat er daar elementen voor te vinden zijn, iets wat ook geldt voor Justitie.

Sommigen zeggen dat u blijft doordoen omdat u vreest dat uw opvolger het land niet zal kunnen bijeenhouden?

Als dat mijn motivering zou zijn, dan zou ik een pretentieuze zot zijn.

GUIDO MUELENAER JOHAN VAN OVERTVELDT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content