Rem op normale overdrachten

Wie een handelszaak overkoopt, moet voortaan zeer goed opletten. De regering heeft immers van haar volmachten gebruikgemaakt om vrijwel geruisloos een regeling in het leven te roepen die zo’n overname tot een ware hel kan maken.

In twee woorden gezegd, komt de regeling die de regering uitdokterde hierop neer : de overdracht is voortaan gedurende een bepaalde termijn niet tegenstelbaar aan de fiscus ; en de overnemer blijft in zekere mate hoofdelijk mee aansprakelijk voor de belastingschulden van de overdrager. Tenzij de overnemer over een “fiscaal certificaat” beschikt, waaruit blijkt dat de overdrager fiscaal volledig clean is.

NOORDERZON.

Vanwaar die nieuwe regeling ? Blijkbaar heeft de fiscus in de praktijk een aantal keer moeten ondervinden dat bepaalde belastingplichtigen aan de invordering van belastingschulden pogen te ontsnappen, door hun handelszaak nog vlug te verkopen om vervolgens met de centen en de noorderzon te verdwijnen.

Vandaar dat men nu poogt om die belastingschulden alsnog te recupereren. Maar het mechanisme dat daarvoor op het getouw wordt gezet, ziet er zo vreselijk log uit dat men mag vrezen dat eens te meer de goeden het met de kwaden moeten bekopen.

REGISTRATIE.

Technisch ziet de regeling eruit als volgt. Elke overdracht van een algemeenheid van goederen of van een bedrijfsafdeling moet voortaan geregistreerd worden bij de ontvanger van de registratierechten. Dat geldt ook als de overdracht niet schriftelijk vastgesteld wordt, maar het voorwerp uitmaakt van een mondelinge overeenkomst. Partijen moeten dan een verklaring op papier zetten die vervolgens geregistreerd moet worden.

INKOMSTENBELASTING.

Het tweede luik van de regeling situeert zich op het gebied van de directe belastingen. Voortaan is een overdracht van een algemeenheid van goederen of van een tak van werkzaamheid pas tegenstelbaar aan de Administratie van directe belastingen, na afloop van de tweede maand die volgt op de maand waarin de registratieformaliteit heeft plaatsgevonden. En op het einde van die periode van niet-tegenstelbaarheid is de overnemer bovendien mee hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschulden van de overdrager die op dat ogenblik nog bestaan. Zij het dat die hoofdelijke aansprakelijkheid dan wel beperkt is tot het bedrag van de overnameprijs dat de overdrager (of zijn bank) inmiddels reeds heeft betaald.

Aan die niet-tegenstelbaarheid en aan die hoofdelijke aansprakelijkheid kan slechts op één manier ontkomen worden : namelijk door aan de belastingontvanger een fiscaal certificaat te vragen, waaruit blijkt dat de overdrager geen enkele fiscale schuld meer heeft. En door dit certificaat samen met de akte van overdracht te laten registreren.

INTERPRETATIE.

Op het eerste gezicht ziet deze regeling er niet echt schrikwekkend uit. Blijkbaar volstaat het immers ervoor te zorgen dat men over zo’n fiscaal certificaat beschikt, om vervolgens zonder zorgen een handelszaak te kunnen overnemen. Maar zo eenvoudig liggen de zaken niet.

In de praktijk zal het in veel gevallen immers onmogelijk zijn om dergelijk fiscaal certificaat te bemachtigen. De belastingontvanger zal namelijk uitsluitend een certificaat afleveren op voorwaarde dat de overdrager “geen enkele fiscale schuld” meer heeft. Hij zal bovendien de afgifte van het certificaat kunnen weigeren, zodra de aanvraag ingediend is na de aankondiging van een fiscale controle (bij de overdrager), of terwijl zo’n controle loopt ; of nog, zodra de aanvraag ingediend wordt nadat de fiscus een vraag om inlichtingen verzonden heeft in verband met de fiscale toestand van de overdrager.

Voorts is het niet voldoende dat men op gelijk welk ogenblik over het certificaat beschikt. Om aan de “niet-tegenstelbaarheid” en “hoofdelijke aansprakelijkheid” te ontsnappen, is bovendien vereist dat het certificaat opgesteld is “binnen twintig dagen vóór de registratieformaliteit”.

SINECURE.

Het moge dan ook duidelijk zijn dat het (tijdig) verkrijgen van het vereiste certificaat in heel wat gevallen geen sinecure zal zijn. En dat een weigering van afgifte van het certificaat hoegenaamd niet betekent dat er kwaad opzet in het spel is. De ontvanger kan het certificaat immers geweigerd hebben, omdat er b.v. een vraag om inlichtingen verstuurd is (wat uiteraard nog niet wil zeggen dat er iets verkeerds aan de hand is).

Niettemin wordt de overdracht van dan af (bij gebrek aan certificaat) als een verdachte transactie beschouwd. Als gevolg daarvan is zij gedurende meer dan twee maanden niet tegenstelbaar aan de Administratie van directe belastingen, en zij brengt ook de hoofdelijke aansprakelijkheid van de overnemer mee voor de eventuele belastingschulden van de overdrager.

NUANCEREN.

Bij zo’n drastische gevolgen zou men verwachten dat de regeling zeer genuanceerd, en vooral zeer duidelijk in mekaar zit. Zodat iedereen heel nauwkeurig weet wat zijn respectieve rechten en plichten zijn. Niets is nochtans minder waar. De tekst van het volmachtenbesluit is op verschillende punten zeer onduidelijk en in het Verslag aan de Koning wordt wat de gevolgen op het gebied van de directe belastingen betreft niet de minste toelichting verschaft.

Neem b.v. alleen al maar de “niet-tegenstelbaarheid”. De overdracht van een algemeenheid van goederen of van een tak van werkzaamheid is, zoals gezegd, voortaan slechts aan de Administratie van directe belastingen tegenstelbaar, na afloop van de tweede maand die volgt op de maand waarin de registratieformaliteit plaatsvindt.

FRITUUR.

Een en ander betekent dus dat de periode van “niet-tegenstelbaarheid” slechts kan eindigen als de overdracht wel degelijk geregistreerd is geworden. Stel dat dit niet gebeurt. Veronderstel b.v. een frituur die “bij mondeling akkoord” overgedragen wordt tegen een bepaalde prijs. Partijen zijn zich van geen kwaad bewust en beseffen niet dat zij zich naar het registratiekantoor moeten spoeden. Wil dit dan zeggen dat deze overdracht ook na verschillende jaren nog steeds niet tegenstelbaar is aan de Administratie van directe belastingen ?

En wat zijn daar dan de gevolgen van ? Kan de belastingontvanger ook na verschillende jaren nog beslag leggen op de handelszaak “alsof die niet overgedragen” zou zijn ? Ook als verschillende goederen, tafels en stoelen bijvoorbeeld, al lang door de overnemer vervangen zijn ? En tot waar strekt de “niet-tegenstelbaarheid” zich uit ? Allicht mag men aannemen dat zij enkel geldt op het gebied van de “invordering” van de inkomstenbelasting, maar de tekst van het volmachtenbesluit is ook op dit punt allesbehalve duidelijk.

En wat als de zaak inmiddels al weer verkocht is aan een derde ? Kan de Administratie dan nog altijd doen alsof de eerste overdracht niet heeft plaatsgevonden ? Ook als die tweede overdracht wel degelijk geregistreerd is ?

AANSPRAKELIJKHEID.

Op het ogenblik dat de niet-tegenstelbaarheid ophoudt dit is dus op het einde van de tweede maand die volgt op de maand van de registratie is de overnemer hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschulden van de overdrager die op dat ogenblik bestaan. Tot beloop van de prijs die inmiddels werd betaald. Het moge duidelijk zijn dat een overname waarvoor om een of andere reden geen fiscaal certificaat verkregen kan worden aldus een erg hachelijke onderneming kan worden. Zolang de periode van niet-tegenstelbaarheid niet afgelopen is, kan de belastingontvanger immers beslag leggen op de overgedragen goederen “alsof zij niet overgedragen” zouden zijn ; en op het ogenblik dat die periode afloopt, kan hij bovendien de overnemer mee aansprakelijk houden tot beloop van de inmiddels betaalde sommen. De overnemer dreigt zodoende twee keer te verliezen.

VOORWAARDEN.

Voor een voorzichtige overnemer zal het er bijgevolg op aankomen de juiste contractsvoorwaarden te bedingen. Eenvoudig is dat niet. Temeer omdat de belastingontvanger nog andere wapens heeft om belastingschulden lastens derden te innen.

Het probate middel om van al deze kopzorgen verlost te zijn, is het “fiscaal certificaat”. Maar, zoals gezegd, kan dit slechts verkregen worden als op de overdrager fiscaal niets, maar dan ook niets aan te merken valt. Die strengheid maakt dat ook bij veel “bona fide” overdrachten geen fiscaal certificaat verkregen kan worden. Met als resultaat dat men in de praktijk allicht zeer terughoudend zal zijn om tot een overname over te gaan.

De nieuwe regeling blokt zodoende niet alleen potentiële misbruikers af. Door haar overdreven karakter dreigt zij bovendien een rem te zetten op normale overdrachten van handelszaken waar niets verkeerds aan de hand is. En dat kan uiteraard de bedoeling niet zijn.

Jan Van Dyck

Jan Van Dyck is fiscalist.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content