Rekenen op huisvlijt is zwaktebod

Kurt De Cat redacteur

VOOR EEN VEILIGE heropstart van het openbaar vervoer, de scholen en sommige werkplekken wordt het dragen van een stoffen mondmasker verplicht. Dat wordt wennen, want nog niet zo lang geleden werd het opzetten van een mondkapje in de supermarkt nog weggezet als onzin. Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) had het over een vals gevoel van veiligheid. Het kan verkeren. Nu is het dragen van een mondmasker een bewijs van burgerzin. Het is niet de bedoeling dat we massaal chirurgische of FFP2-maskers in huis halen. Die professionele beschermingsmiddelen blijven voorbehouden voor het zorgpersoneel. Volgens premier Sophie Wilmès (MR) zullen de federale overheid en de deelstaten ervoor zorgen dat iedere burger minstens één stoffen mondmasker ontvangt. Wanneer dat in de bus valt, is niet duidelijk, maar de deadline van 4 mei wordt niet gehaald.

De overheid hoeft niet alles te doen, maar de bevolking beschermen is een kerntaak.

Maar geen nood, minister van Justitie Koen Geens (CD&V), nu ook bevoegd voor stoffen mondmaskers, rekent onder andere op ‘huisvlijt’. Maak uw eigen masker. Lukt dat niet, dan volstaat een sjaal of een bandana. Een belangrijke hoeksteen van de Belgische exitstrategie is dus gebaseerd op het zelf knutselen van stoffen mondmaskers. Na maanden achter de feiten aanhollen, met tekorten aan medische mondmaskers voor de zorgverleners, slaagt ons land er nu niet in iedere Belg op tijd een kwalitatief stoffen masker te bezorgen. De overheid hoeft niet alles te doen, maar de bevolking beschermen is een kerntaak. Moeten rekenen op huisvlijt voor de productie van miljoenen stoffen mondmaskers, lijkt sympathiek en creatief, maar het is in een efficiënte welvaartsstaat een zwaktebod. Hoe onze beleidvoerders de zoektocht naar mondmaskers hebben aangepakt, is geen voorbeeld van goed bestuur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content