Regering op zoek naar 50 miljard frank

Een lagere economische groei, dure initiatieven en de vroegtijdige indexsprong schudden de begrotingsplannen van de regering-Verhofstadt grondig dooreen. In tegenstelling tot wat hij beweert, beschikt begrotingsminister Vande Lanotte over geen enkele buffer.

Bij het opstellen van de begroting ging de regering uit van een economische groei dit jaar van 2,5%. Als de groei naar 2,1% daalt, stijgen de financieringsbehoeften van de overheid met 0,2% van het bruto binnenlands product (BBP), goed voor 20,6 miljard frank. Zakt de groei tot 1,5%, dan kijkt de Belgische overheid aan tegen een toename van haar financieringsbehoeften van 0,53% van het BBP, meteen al 54,5 miljard frank. Het gaat vooral om gederfde inkomsten als gevolg van de lagere groei. Deze cijfers komen uit berekeningen van KBC-economen Edward Roosens en Bart Van Craeynest. Hun uitvoerige studie verschijnt later dit jaar in boekvorm.

Deze cijfers zijn van cruciaal belang om de recente oproep van minister van Begroting Johan Vande Lanotte ( SP) tot een extra begrotingsronde in de juiste context te plaatsen. Op Radio 1 verklaarde Vande Lanotte dat de regering een terugval van de economische groei tot 2% of 2,1% kan opvangen via de ingebouwde buffers. Nu de prognoses van de meeste analisten in de richting van 2,1% wijzen, zou er geen vuiltje aan de lucht mogen zijn. Toch roept Vande Lanotte op tot een bijkomende begrotingsronde. Waarom dan?

Elementaire logica, en dit los van puur politieke overwegingen (zie Opinies, blz. 175), brengt drie mogelijke redenen voor de merkwaardige vraag voor een begrotingscontrole op zo’n ongewoon tijdstip aan het licht. Ten eerste: de buffers van Vande Lanotte en de regering- Verhofstadt zijn luchtbellen. Ten tweede: het loopt uit de hand met één of meer categorieën van overheidsuitgaven. Ten derde: Vande Lanotte ziet een zware conjuncturele bui hangen en vreest dat de economische groei onder de 2% duikt. Een rondvraag op kabinetten en bij begrotingsspecialisten leert dat de aanleiding niet bij één, maar bij de drie aspecten ligt.

Overheidsuitgaven

Op diverse ministeriële kabinetten, niet het minst bij Financiën en bij de eerste minister zelf, heerst de grootste twijfel over het realiteitsgehalte van de vermeende buffers in de begrotingsopmaak. Bij nader toezien blijkt dat de buffers waar Vande Lanotte het voortdurend over heeft, alleen verwijzen naar het feit dat de regering bij de begrotingsopmaak uitging van 2,5% groei en niet van de 2,8%, die toen de consensusprognose vormde. De minister van Begroting heeft dus vandaag geen enkele buffer meer in handen, zo geeft men ook op zijn eigen kabinet toe.

Intussen loopt het ernstig fout met de overheidsuitgaven, zo blijkt uit de fragmentaire gegevens die momenteel opgepikt kunnen worden. Uitgangspunt bij deze berekening is de doelstelling in het Stabiliteitsprogramma 2001-2005, dat de regering in december 2000 aan de Europese Commissie bezorgde. Voor de entiteit I (de federale regering en de sociale zekerheid) verwacht de regering een groei van de reële uitgaven, zonder de rentelasten, met 1,5%. Tabel 1 ( Begrotingsmarge voor federale overheid en sociale zekerheid) wijst aan welke begrotingsmarge dit opleverde ten tijde van de indiening van het Stabiliteitsprogramma. Deze tabel maakt ook duidelijk dat de begroting van 2001 al voor zo’n 20 miljard frank invrat op deze begrotingsmarge.

Bij de begrotingscontrole begin dit jaar bleken de reële primaire uitgaven van de federale regering niet met 1,5% te stijgen, maar met 1,6%. De uitgaven in de sociale zekerheid schieten reëel zelfs met 2,3% omhoog. Nog maar eens loopt het fout met de uitgaven in de ziekteverzekering. De regering bezwoer de goegemeente dat ze deze overschrijdingen zou corrigeren, maar geen kat in en rond de Wetstraat gelooft dat. Hierdoor zal de begrotingsmarge dit en de volgende jaren verder inkrimpen met 18 miljard frank per jaar.

Naar een deficit?

Tabel 2 ( Kosten initiatieven federale regering) geeft een overzicht van de belangrijkste initiatieven van de federale regering. De meeste ramingen in deze tabel stammen van het jongste jaarverslag van de Nationale Bank. Meteen blijkt overduidelijk dat er van enige begrotingsmarge geen sprake meer is, integendeel zelfs. Voor volgend jaar kijkt de regering nu al aan tegen een tekort van 39,8 miljard frank en voor 2003 zelfs van 47,5 miljard frank. Deze cijfers houden niet eens rekening met de effecten van de lagere economische groei.

Tot overmaat van ramp kwam er onlangs de onverwacht vroege overschrijding van de spilindex bij. Daardoor komt de verhoging van de sociale uitkeringen en de overheidslonen drie maanden vroeger dan ingeschreven in de begroting. Alweer 10 tot 12 miljard frank extra voor de begroting van 2001. Tel hierbij de 20 miljard frank als gevolg van de groeiterugval en de 18 miljard frank die al toegegeven werd bij de begrotingscontrole. Dit betekent dat de regering op zoek moet naar 50 miljard frank (en tegelijk mag bidden dat de groei niet onder de 2%-grens valt). Of toegeven dat er dit jaar geen overschot of zelfs geen begroting in evenwicht komt, maar wel een oud vertrouwd deficit.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content