Rechters voor de rijken

Ilse De Witte

De perceptie van een klassenjustitie is opnieuw gewekt. De Brusselse ondernemingsrechtbank heeft geen vonnis geveld in de zaak die Deminor in naam van meer dan 2.100 mensen had aangespannen tegen de Arco-vennootschappen, de voormalige topvrouw Francine Swiggers, Belfius en de Belgische staat. De rechter oordeelde dat Deminor onvoldoende bewijzen kon voorleggen voor de individuele vorderingen en dat van een groepsvordering geen sprake kan zijn.

Het debacle toont vooral aan dat we in België nog altijd een probleem van rechtstoegang hebben. De Belgische vordering tot collectief herstel of classaction kan enkel worden ingeroepen voor feiten die dateren sinds 1 september 2014. De wetgever besliste de werking niet retroactief te maken en de classaction kan ook niet tegen de Belgische staat gebruikt worden. Misschien had de rechter anders geoordeeld, als er wel een groepsvordering voor de Arco-zaak kon worden ingeroepen. We zullen het nooit weten.

Er zijn nog meer mankementen aan die Belgische wet op de classaction. Zo mogen belangenorganisaties die opkomen voor een groep gedupeerde mensen, niks verdienen aan zo’n groepsvordering. Behalve Test-Aankoop zijn er niet veel partijen die daarvoor tekenen. Los van Arco – en de vraag wie aansprakelijk is voor het verlies van 1,5 miljard euro spaargeld – moeten we toch de vraag stellen welk nut wetten hebben, als we ze niet kunnen afdwingen.

Bedrijven hebben niet altijd het beste voor met omwonenden, zoals de affaire-3M aantoont, met hun klanten, met hun werknemers of met andere belanghebbenden. Gaan we echt elk individu apart als David tegen Goliath laten strijden, of gaan we mensen rechtsmiddelen geven die aangepast zijn aan de 21ste eeuw?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content