Praatjes over Madrid

De vele artistieke, politieke en meteorologische praatjes waarmee uw tafelgenoten u bij de lunch om de oren slaan, zullen menig zakenman verbazen. Onderga het gewoon : het is een kwestie van beleefdheid in de stad van de “tertulia”.

TEKST EN FOTO’S : SERGE VANMAERCKE

De tertulia is een bijeenkomst van mensen die, zonder een bepaald doel voor ogen, over alles en nog wat hun zeg willen hebben. Het is een typisch Spaans fenomeen, maar in Madrid neemt het de allure aan van een echte instelling. In zijn boek Madrid (uitgeverij Alianza Cien) laat Luis Carandell zowel de grote tegenstanders van de tertulia, die de zinloosheid van dit cafégeleuter onderstrepen, als de voorstanders die beweren dat juist deze zinloze discussies tot de meest vruchtbare gesprekken leiden, aan het woord. Hoewel de tertulia het laatste decennium van haar pluimen heeft verloren, laat de beweging de moed niet zakken. Sommige cafés, zoals het honderd jaar oude instituut Gijon aan de Paseo de Recoletes, hebben wat deze bijeenkomsten betreft een stevige reputatie opgebouwd.

Het culturele

leven in Madrid stond reeds in het begin van deze eeuw op een hoog niveau. La Residencia de Estudiantes ( la Resi), gelegen aan het Museo de Ciencias Naturales, tussen de Paseo de la Castellana en de Calle de Serrano, heeft zich in de loop der tijden mogen verheugen over het bezoek van Marie Curie, Albert Einstein, Henri Bergson, John Meynard Keynes, Paul Claudel, Paul Valéry, Maurice Ravel en Igor Stravinski. Onder de toekomstige dokters, advocaten, architecten en ingenieurs die in de Resi kind aan huis waren, vond men namen als Federico García Lorca, Salvador Dalí, Luis Buñuel… Deze intellectuele Madrileense traditie leeft vandaag nog verder. Met name in het Ateneo de Madrid. In de cafetaria wordt u ondergedompeld in een echt Madrileens instituut, even authentiek als de bar tapas waar men de kleine honger (en dorst) stilt.

In tegenstelling tot andere grote Europese steden, heeft Madrid geen blikvanger, een monument of gebouw dat ontegensprekelijk met de stad vereenzelvigd wordt : het Atomium in Brussel, de Tower Bridge in Londen, Tour Eiffel in Parijs… Madrid, het katholieke bolwerk, heeft zelfs geen belangrijke kerk die de concurrentie met de Dom van Keulen, de Notre-Dame in Parijs of Sint-Pieters in Rome kan aangaan. Toch heeft men verwoede pogingen ondernomen om de stad via hedendaagse architectuur een zekere eigenheid te geven : de scheve torens van Phillip Johnson, Puerta de Europa, of de wedstrijd uitgeschreven voor de uitbreiding van de luchthaven van Barajas. Norman Foster trok zich inmiddels uit het concours terug, maar zowel Rem Koolhaas,Frank O. Gehry als Cesar Pelli blijven in de running voor de opdracht.

De gouden driehoek

die gevormd wordt door het museum Thyssen-Bornemisza in het Palacio Villahermosa, het Prado en het Centro de Arte Reina Sofia, blijft desondanks het kloppende hart van de Spaanse hoofdstad. Het eerste heeft de uitstraling van een privé-collectie, met al zijn voor- en nadelen, maar is zeker het bezoeken waard : Caravaggio, Ernst Ludwig Kirchner, Max Beckmann, Otto Dix, George Grosz, Laszlo Moholy-Nagy, Jackson Pollock, Mark Rothko of Edward Hopper, stuk voor stuk bekende namen die een belangrijke bijdrage leverden tot de kunstgeschiedenis. Helaas is de uitgesproken zalmkleur niet de meest ideale om deze kunstwerken volledig tot hun recht te laten komen.

Het Prado telt duizenden schatten. Selecteren is de boodschap, voor wie niet over een zee van tijd beschikt. De Europese elegantie van Madrid zal u nog meer bekoren na het bekijken van het werk van Velázquez, terwijl Goya u in vervoering zal brengen voor de volkse kant van de hoofdstad.

Voor de liefhebber van de hedendaagse kunst tenslotte, is het derde museum een must. Ondergebracht in het 18de-eeuwse Hospital General brengt dit nationaal museum hulde aan de voor het grote publiek minst toegankelijke periode in de kunstgeschiedenis : de hedendaagse. De grootste kunstenaars van deze eeuw geven hun fundamentele kijk en commentaar op onze tijd : Guernica (1937) van Pablo Picasso bijvoorbeeld, is niet alleen een topwerk van het Spaanse kunstpatrimonium, maar van het hele universum van de 20ste eeuw.

Aan meesterwerken

geen gebrek in Madrid. Het Palacio Real telt er honderden. In de Real Academia de Bellas Artes vindt u rust, om niet te zeggen eenzaamheid, in het bijzijn van Tiepolo, Goya, Ribera, Murillo, Rubens, Bellini, Archimboldo, El Greco en tal van hedendaagse Spaanse kunstenaars die meer aandacht verdienen. Het 16de-eeuwse Monasterio de las Descalzas Reales herbergt werken van Titiaan, Zurbaran, Murillo en Ribera, maar ook schilderijen van Rubens en tal van wandtapijten, waaronder enkele Brusselse uit de 17de eeuw. Uitsluitend geleide bezoeken. In een van de kapellen van de zusters, die het klooster bevolkten en die vandaag nog 25 in getale zijn, vindt men zowaar een afbeelding van de Maagd van Scherpenheuvel. Nog een ander museum, eveneens minder bekend, is een ommetje waard : Museo Cerralbo. Het is een huis van rond de eeuwwisseling, dat de woonideeën en de levenswijze van de Madrilaanse aristocratie van weleer in de verf zet.

Wie op de hoogte wil zijn van wat reilt en zeilt in cultureel Madrid, moet zich op vrijdag een krant aanschaffen : Guia del Ocio bijvoorbeeld, El Pais, met zijn wekelijkse bijlage Tentaciones, of El Mundo met het supplement Metropoli (hét magazine van Madrid). Een aangenaam plaatsje om de krant te lezen, vindt u in het jazzcafé Central, Plaza del Angel, nabij hotel Reina Victoria op het Santa Ana plein. In dit café brachten Ernest Hemingway en de beroemde matador Manolete vele uren door.

Ook als cultuur u de strot uitkomt, blijven er nog voldoende mogelijkheden over om geld uit te geven en zich te ontspannen en te amuseren. Maar het zaligste is gewoon wat rond te kuieren en de schitterende kantjes van de stad te ontdekken : Plaza Mayor, waar Jan en Alleman samenkomen ; Puerta del Sol, een geanimeerde plek met een even geanimeerde kroeg Tio Pepe ; de kerk van San Isidro ; het stille pleintje Plaza de la Villa met zijn sympathiek torentje uit de 15de eeuw ; de twee parken Campo del Moro, vlak achter het koninklijk paleis, en Parque del Retiro, waar het enige standbeeld ter wereld prijkt dat een hommage brengt aan de duivel ; het grootse Plaza de España met zijn Torre de Madrid ; de prachtige Gran Via, die een unieke collectie gebouwen uit het begin van de eeuw toont. U wandelt langs het beroemde Hotel Ritz, Puerta de Alcala, Plaza de Cibeles, Plaza de Colon, komt in de wijk Rastro met zijn vlooienmarkt, de Calle de Fuencarral waar u de prachtige barokke inkom van het Museo Municipal ontdekt en de Estacion de Atocha. Vandaaruit vertrekken de treinen naar Toledo. Maar daarover meer in een volgende bijdrage.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content