PPS tijdelijk in de vuilnisbak

Het gebrek aan een gegarandeerde prijs voor de verwerking van het restafval heeft de scheidings- en vergistingsinstallatie in Antwerpen gekelderd. Maar op termijn zien de stad en Igean toch nog mogelijkheden.

Op 21 oktober 2003 buigt de raad van bestuur van de Verwerking met Energierecuperatie van Restafval in de provincie Antwerpen ( Vera) zich over zijn toekomst. Na de begrafenis van het plan om een scheidings- en vergistingsinstallatie te bouwen, staat dit samenwerkingsverband tussen de publieke en de privé-sector op springen.

“Niet waar,” repliceert Erwin Pairon ( Agalev), schepen van Milieu in Antwerpen. De stad bezit 25 % van de aandelen. “Vera blijft als overlegorgaan tussen vier lokale overheden (stad, provincie, Igean en Isvag) en twee bedrijven ( Indaver en Sita) bestaan. In die zin heeft het initiatief zeker zijn nut bewezen. Terwijl de stad en Igean vroeger elk afzonderlijk hun afvalproblemen moesten oplossen, doen we nu op elkaars diensten een beroep.”

Zo zal Igean al het groente-, fruit- en tuinafval, inclusief luiers (het zogenaamde GFT Plus) uit beide regio’s verwerken (80.000 ton). Daarvoor wordt de oude Dranco-installatie van OWS in Brecht opnieuw opgestart. Bovendien gaat een deel van het restafval en grof vuil (75.000 ton) naar de gemoderniseerde verbrandingsoven van Isvag, waar de stad eveneens in participeert. Ook zullen de containerparken en de overslagplaatsen van de stad en Igean beter op elkaar afgestemd worden. Op die manier hopen beide overheden het afvaltransport in de provincie gevoelig te kunnen verminderen, wat gezien de nakende werken aan de Antwerpse ring zeker geen overbodige luxe is.

Maar waarom doekt Vera na vier jaar studiewerk zijn plan voor een scheidings- en vergistingsinstallatie op? “Dit is een gezamenlijke beslissing van alle partners,” aldus schepen Pairon. “Van bij het begin hebben wij gezegd dat het project staat of valt met de eindprijs voor de verwerking van het restafval. Die prijs moest binnen de marge voor het verbranden blijven, met andere woorden tussen de 100 en de 125 euro per ton. Zelfs in het gunstigste scenario kwamen we boven die grens uit.”

Drie problemen lagen aan de basis van de meerprijs. In de eerste plaats rekenden de initiatiefnemers op een subsidie. Maar na een klacht van de Federatie Belgische Milieubedrijven ( Febem) – waarvan tussen haakjes Marc Devogele van Sita voorzitter is – wegens concurrentievervalsing, weigerde het gewest financieel tussenbeide te komen. “In tegenstelling tot de intercommunale IOK en de provincie Vlaams-Brabant, waar respectievelijk Herhoff en Biffa een alternatieve afvalverwerkingseenheid bouwen, kregen wij van onze privé-partners binnen Vera géén vaste prijs voor het verbranden van de reststoffen uit de scheidings- en vergistinginstallatie,” zegt Jos VanHoydonck, algemeen directeur van Igean. “De fractie waarvoor Indaver en Sita moesten zorgen (75.000 ton), bleek van minderwaardige kwaliteit en was grotendeels uit Vlaams-Brabant afkomstig. Dat zou een aanzienlijke verkeerslast veroorzaken.”

Toch sluiten de stad en Igean geen enkele deur. Op termijn acht Pairon toch nog de bouw van een scheidings- en vergistinginstallatie in Antwerpen mogelijk. “De eerstkomende jaren kunnen we met ons restafval bij Isvag terecht, waarvan de financiële toekomst nu dankzij ons verzekerd is,” aldus de schepen. “Maar niets sluit uit dat deze intercommunale geleidelijk naar alternatieve afvalverwerking overschakelt.”E.P.

E.P.

Na de begrafenis van het plan om een scheidings- en vergistinginstallatie te bouwen, staat de PPS op springen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content