Polonaise

Deceuninck Plastics wil tegen de eeuwwisseling een vierde van zijn omzet realiseren in Oost-Europa. Vandaag is dat 13 %. De draaischijf wordt Deceuninck Polska, waar een nieuwe fabriek wordt gebouwd.

Poznan (Polen).

“Ik zal nooit vergeten hoe Poolse troepen, onder leiding van generaal Majek, in 1945 onze contreien zijn komen bevrijden. Wat we vandaag in Polen doen, is een soort wederdienst, of in ieder geval een eresaluut, aan het grote Poolse volk.” Dat zei de 74-jarige Roger Deceuninck in Polen terwijl hij de prestigieuze prijs Trophée International de l’Industrie (zie kader Erkenning) in ontvangst nam. Deceuninck senior, voorzitter van de raad van bestuur van Deceuninck Plastics Industries, was vergezeld van zowat de voltallige top van het familiebedrijf.

Gedelegeerd bestuurder Clement De Meersman maakt er geen geheim van : tegen de eeuwwende moet Oost-Europa, waarin Polen als draaischijf dienst doet, tekenen voor 25 procent van de groepsomzet (in 1995 goed voor 5,3 miljard frank).

Een dag na de uitreiking stonden de Deceuninck-managers weer in de dagdagelijkse realiteit : de Budma-beurs van Poznan. Die geldt als “the place to be” voor iedereen die zich op de Poolse bouwmarkt wil manifesteren. Tijdens de beurs werd de volgende stap voorbereid : op 21 januari werd in Poznan de notariële acte verleden die Deceuninck Plastics het recht geeft op de aanschaf van 4,5 hectare grond in Swarzedz, aan een van de invalswegen van Poznan. Daar wordt straks een nieuwe fabriek opgericht. Daarmee wordt de veelbelovende Poolse lijn doorgetrokken : in ’90 gebeurden de eerste leveringen naar Polen vanuit Hooglede, in ’93 werd er een representative office en een distributiemagazijn geopend en in ’95 kwam er een beperkt aantal extrusielijnen bij. De nieuwe productie-eenheid moet tegen eind dit jaar operationeel zijn en zal zich vooral toeleggen op het extruderen van hoogwaardige kunststof raam- en bouwprofielen.

Die snelle ontwikkeling heeft alles te maken met de exploderende Poolse markt. “De Poolse eenheid wordt vermoedelijk de enige Deceuninck-fabriek in zijn soort op Oost-Europese bodem,” zegt export manager Alain Swyngedauw op de Budma-beurs. “Dat we voor Polen kiezen, heeft zo zijn redenen : zowel de bouwmarkt zelf als de economie (met een groei van om en bij de 7 %) zijn er absoluut booming. Vanuit Polen kan je ook de andere Oost-Europese markten, inclusief Rusland, makkelijk bedienen.”

Volgens Paul Zdziebkowski, manager van Deceuninck Polska, hebben de West-Vlaamse PVC-profielen in geen tijd een leiderspositie ingenomen in een nochtans vrij concurrentiële markt. Zegt Zdziebkowski, die aan het hoofd staat van een uitsluitend Pools management : “In 1993 zijn we hier van nul gestart. Onze omzet is zowat jaarlijks verdubbeld. Voor 1997 reken ik op meer dan 500 miljoen frank, gekoppeld aan een excellente cashflow. Straks hebben we hier tien extrusielijnen, en daarmee kunnen we zowat de helft van de Poolse behoeften dekken, de andere helft wordt alsnog aangevoerd vanuit onze Vlaamse thuishaven. Het is de bedoeling dat Deceuninck Polska op termijn de behoeften van de lokale markt grotendeels kan opvangen. Het zal dus vermoedelijk niet bij tien extrusielijnen blijven.”

Een zoveelste voorbeeld van delokalisatie ? Zonder twijfel. Maar omdat de impact van de loonkost in deze sector vrij gering is, ligt het accent op kapitaalintensieve investeringen. Zdziebkowski zegt : “En die investeringen moeten nu eenmaal zo dicht mogelijk bij de markt gebeuren. Je moet de klant volgen. Doe je dat niet, dan speelt de transportkost negatief. “

BOUWWOEDE.

In Polen heeft Deceuninck vandaag 66 dealers. Grote steden als Warschau of Wroclaw tellen zelfs tot zeven verkooppunten. Polen zou, volgens de laatst beschikbare gegevens van het Polish Agency for Foreign Investment voor om en bij de 6 miljard dollar aan buitenlandse investeringen hebben aangetrokken in ’96. Polen is vandaag dan ook een reusachtige bouwwerf. Het aantal tenders is nauwelijks bij te houden.

Toch blijven volgens Swyngedauw de prijzen aantrekkelijk. Ook al heeft Deceuninck bij een inflatie van om en bij de 20 % in ’96 zijn prijzen niet aangepast. “Dat drukt uiteraard ons rendement een beetje,” zegt hij. “Dat is de tol die je betaalt in een markt met een ontzettend breed aanbod van PVC-profielen.”

Maar de grote bouwwoede en de grote winstmarge op PVC-profielen laten dit toe. De big three van de sector, Deceuninck en twee Duitse groepen ( Rehau en Veka), gunnen elkaar het licht in de ogen. Maar Clement De Meersman ziet al verder : “We moeten nog verder groeien en onze leidersplaats handhaven in een steeds concurrentiëlere markt.”

K.C.