Politiek nihilisme

Marc De Vos © Marc De Vos

Meelijwekkend is het vertoon van wat dezer dagen in België doorgaat voor beleid. De aanloop naar 1 mei was een koortsaanval van populisme. De sociale partners abdiceren en de partijvoorzitters spelen een politieke parodie, allemaal te midden van de pandemie. België steekt Italië naar de kroon in politiek nihilisme. We zijn hard bezig een unieke afspraak met de geschiedenis te verkwanselen. Dit is een kortstondig politiek mirakelmoment. Politiek is de kunst van het haalbare en de pandemie maakt het onhaalbare haalbaar. Geld en begroting zijn van geen tel, de overheid kan en mag alles, Europa gooit de remmen los en het klimaat is een doel dat alle middelen heiligt. Nog even. Wat bakken we daarvan?

Corona heeft de overheid overal aan zet gebracht, maar in België is de overheid vooral onmachtig.

Het relanceplan is een mix van renovatiesubsidies, digitalisering van de overheid, mobiliteitsinfrastructuur, onderwijsbudget en socialewoningbouw. We gebruiken de pandemie voor bestedingen die tot de normale overheidswerking behoren. Geen wonder dat het Planbureau de economische return veel lager inschat dan die van de relanceplannen bij de buren. Een kleine 4000 banen voor een kleine 6 miljard, dat is omgerekend 1,5 miljoen euro per baan. Dat is geen relance, dat is surplace.

De Europese Centrale Bank schat dat wij slechter uit de crisis zullen komen dan de buurlanden. Maar wie maalt daarom als de politieke energie en de media dagelijks doldraaien in het Belgische coronacircus? De welvaartsfundamenten verrotten onder onze voeten. De belasting op werken is alweer de hoogste van de hele OESO, voor het twintigste jaar op rij. We hebben een gigantisch belastingprobleem, maar we spelen liever met subsidies en achterpoortjes voor politieke favorieten. Belastinghervorming betekent in België steevast een wedstrijdje nieuwe belastingen uitvinden.

We kennen al decennialang het risico van automatische indexeringen en loonsverhogingen die groei en banen kunnen kosten. Maar dat probleem heeft zowaar de status van dogma. Dan maar loonnormen fabriceren. Die scheren de hele economie over dezelfde kam: te veel matiging voor de ene, te weinig voor de andere. Dan maar uitzonderingen maken en onderhandelingen subsidiëren. We cultiveren de onverantwoordelijkheid van onderhandelaars en laten de partijpolitiek recupereren door vakbonden en werkgevers.

We hebben een van de duurste en meest rigide arbeidsmarkten ter wereld. We marginaliseren wie geen productiviteitswonder kan zijn, we cultiveren werkloosheid en inactiviteit, we fnuiken de ruimte voor flexibele loopbanen, we halen de neus op voor e-commerce. Maar als de statistieken wijzen op generatiewerkloosheid, kansarmoede en burn-outs, klinkt alleen de toorn van onrecht en de roep om nog meer regels. We betreuren de afschrijfcultuur in het personeelsbeleid, maar bij elke tegenwind komt het brugpensioen weer boven. We hebben onbetaalbare pensioenen, maar we besteden vooral tijd aan nieuwe pensioenbeloftes, inclusief minimumpensioenen en pensioenbonussen. De gezondheidszorg kan de behoeften niet volgen, maar we discussiëren alleen over hoeveel meer belastinggeld we daarvoor jaarlijks kunnen veroorloven.

Corona heeft de overheid overal aan zet gebracht, maar in België is de overheid vooral onmachtig. Aan de top domineert de verpakking over de inhoud en verdringt de communicatie de ambitie. Daaronder huist kneuterige bureaucratie, oorlogvoerend overleg, kankerende lobbygroepen en een hoofdschuddende bevolking, allemaal een deel van het probleem. Straks hebben we 120 procent overheidsschuld, een begroting zonder bodem, tien jaar een Brusselse ring met versmalde rijstroken en het Brusselse Justitiepaleis eeuwig in de steigers. En ja, dat passeert allemaal. Tot de bevolking kiest en de geschiedenis opnieuw aan de deur staat.

De auteur is decaan aan de Macquarie University in Sydney en visiting fellow bij de denktank Itinera. @devosmarc

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content