Politiek en moord in Vlaanderen

Een twaalfde-eeuws dagboek over de moord op de graaf van Vlaanderen geeft inzicht in het politieke huishouden van die tijd. En is veel actueler dan vele Vlamingen graag willen toegeven.

In de vroege ochtend van een koude, mistige maartdag in 1127 werd Karel van Denemarken, de graaf van Vlaanderen, vermoord in de Brugse Sint-Donatiaanskerk. De graaf, beter bekend als Karel de Goede, was niet het enige prominente slachtoffer. De moordenaars maakten er een ware dag der lange messen van. Tal van oude geschillen werden vereffend. Spil in de slachting was dealtijd ambitieuze Bertulf.

Toen Karel van Denemarken in 1119 als graaf van Vlaanderen geïnstalleerd werd, was Bertulf al 28 jaar heer en meester in de regio. De nieuwe graaf verschilde echter van zijn voorgangers. Hij wilde een beter bestuur en stuitte op wantoestanden in zijn administratie, die gedomineerd werd door Bertulf en diens handlangers. De graaf zag in hoe de vork in de steel zat en besefte meteen in welke zakken de grafelijke opbrengsten verdwenen.

‘DA JOENK’ STOORT ONS.

Dan kan je twee houdingen aannemen. Ofwel sluit je als een volleerd laf en cynisch politicus de ogen voor de wantoestanden en weet je je op die manier voldoende geruggensteund om op de troon te blijven pronken. Ik duld jou en jij duldt mij. Niemand van ons wordt er slechter van. Het status-quo zegeviert, terwijl de burger kreunt en het land sociaal-economisch stilaan ten onder gaat. Het zal onze tijd wel duren. En als er al te grote problemen opdoemen, dan pakken we ze wel aan wanneer ze zich aandienen.

Ofwel kom je als een Don Quichote in opstand tegen de windmolens van de geperverteerde macht. Je schreeuwt wat er misloopt én wat er moet gebeuren om alles in het reine te trekken. Daardoor bedreig je de machtscenakels, die prompt het volk bestoken met een norse propagandacampagne. De onverlaat die hun rust verstoort, wordt de politieke woestijn ingestuurd. In min of meer geciviliseerde landen anno eind twintigste eeuw wordt er dan in een besloten vergadering gekrijst dat da joenk niet meer mag meespelen.

In het turbulente graafschap Vlaanderen in de twaalfde eeuw werd het probleem definitiever opgelost: de verstoorder werd vermoord. Om de actualisering nog even vrank en vrij door te trekken: da joenk (de huidige premier Guy Verhofstadt, VLD) werd weliswaar niet fysiek afgeslacht en slaagde er zelfs in een spectaculaire politieke comeback te maken op het hoogste schavotje, maar moet wel nog bewijzen dat hij niet figuurlijk onthoofd werd, dat hij zich niet heeft neergelegd bij de almacht van de kringen die aan de touwtjes trekken en dat hij de burger wél een fatsoenlijk bestuur kan aanbieden.

VERRIJKING IN OPENBARE DIENST.

Uiteraard houdt zo’n politiek incorrecte, geactualiseerde vergelijking alleen rekening met parallelle machtsstructuren. Wie de historische omstandigheden haarfijn wil leren kennen en alle boeiende nuances kleurrijk onder het prisma wil houden, kan terecht bij De moord op Karel de Goede. Zo luidt de titel boven de vertaling die Albert Demyttenaere ( Universiteit van Amsterdam) maakte van een handschrift van Galbert van Brugge. Eerst op wastafeltjes en daarna op perkament hield Galbert in het Latijn een kroniek bij, waarin de aanloop naar de moord en de chaos die erop volgdedetailrijk beschreven staan. De dagboekschrijver was zelf lid van de centrale administratie en ooggetuige. Niet toevallig vormt deze historische bron voor heel wat studenten Geschiedenis aan Amerikaanse universiteiten verplichte lectuur. In de Lage Landen zélf geniet het handschrift minder bekendheid, al is de nu in een goedkope editie uitgegeven vertaling ruim twintig jaar geleden al uitgebracht door het Mercatorfonds.

In zijn inleiding toont Raoul van Caenegem (hoogleraar emeritus aan de Universiteit Gent) meesterlijk aan dat we niet alles zwart-wit mogen inschatten. Bertulf leek dan wel het vlees geworden symbool van de intrigant, de fraudeur en de machtswellusteling, maar zijn optreden past ook in de politieke evolutie. Hij had zich immers opgewerkt van horige tot hoofd van de centrale administratie. De opgang van zijn familie zegt ook veel over de (nog voorzichtige) opmars van de stedelijke burgerij. “We mogen ons niet laten verblinden door de fouten die de clan maakte,” waarschuwt Van Caenegem. “De leiding over de administratie van het erg dynamisch en heterogeen graafschap was geen kleine onderneming. Langdurige topcarrières leiden als vanzelf tot macht en invloed, en verrijking in openbare dienst werd vroeger niet met dezelfde argusogen gevolgd als in onze voor corruptie beduchte tijd. Het is ook duidelijk dat de ambitieuze en ondernemende familie, opgeklommen uit de rangen van het gewone volk, een doorn in het oog was van de oude geboorteadel.”

Galbert van Brugge, De moord op Karel de Goede. Met voorwoord van Raoul van Caenegem, vertaling door Albert Demyttenaere en een Brugse situering door Luc Devliegher. Davidsfonds, 280 blz., 795 fr. ISBN 9061526868.

LUC DE DECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content