POLITICI ZONDER MOED

De Belgische overheid doet er alles aan om een begrotingsevenwicht in elkaar te knutselen. Van méér moed zou het getuigen om de belastingen te verlagen en een begrotingsdeficit te tolereren.

Het tekort op de lopende rekening van de Amerikaanse betalingsbalans evolueert stilaan naar 7 % van het Amerikaanse bruto binnenlands product (bbp). Dat betekent concreet dat er elke werkdag vanuit het buitenland een bedrag van 4 miljard dollar naar de VS moet vloeien. Wanneer die massale kapitaalstroom plots zou stokken, zou het gegarandeerd keet zijn op de internationale wissel-, geld- en kapitaalmarkten.

De oorzaak van dat enorme externe onevenwicht in Amerika is het tekort aan spaarvolume dat de Amerikaanse ingezetenen genereren in vergelijking met de investeringen. Tot de ingezetenen van de VS behoort uiteraard ook de Amerikaanse overheid. Een begrotingstekort van de overheid betekent niets anders dan ontsparen. En een vermindering van het deficit komt dus neer op een bijdrage vanwege diezelfde overheid aan het interne spaarvolume dat, voor het overige, door particulieren en ondernemingen wordt ingekleurd.

Meevaller voor Bush. Dat de begrotingstekorten van de Amerikaanse overheden vandaag behoorlijk teruglopen, is dan ook goed nieuws voor het toekomstige externe deficit van diezelfde Amerikaanse economie. Enkele weken geleden raakte immers bekend dat het begrotingstekort van de Amerikaanse overheid voor het budgetjaar 2006 niet zou uitkomen op het aanvankelijk ingeschreven bedrag van 423 miljard dollar (3,2 % van het bbp), maar wel op 296 miljard dollar (2,2 % van het bbp).

Deze onverwachte terugloop van het begrotingstekort vloeit absoluut niet voort uit een plotse besparingsbevlieging van de spendeerzieke Bushadministratie. Niet alleen militaire uitgaven in de brede zin van het woord, maar ook de uitgaven voor onderwijs en sociale zekerheid blijven onder George Bush jr. de pan uit swingen. Neen, de stevige terugloop van het Amerikaanse begrotingstekort hangt sterk samen met de… belastingverlagingen van diezelfde Bush jr. Ondanks de verlaging van een aantal fiscale aanslagtarieven nemen de belastingontvangsten toch stevig toe.

De onverwachte evolutie van het begrotingsdeficit in de VS leert dat de zo vaak door economieprofessoren verguisde Laffercurve opnieuw alive and kicking is. De Amerikaanse econoom Arthur Laffer tekende, zo wil de traditie het, in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 1980 – gewonnen door taxcutter Ronald Reagan – deze curve op een servet in een restaurant in Washington. De omgekeerde U-vorm van de Laffercurve geeft aan dat de belastingontvangsten bij lage belastingdruk relatief méér toenemen dan de belastingdruk zelf, op een bepaald moment een piek bereiken en dan bij verdere verhoging van de belastingdruk effectief beginnen af te nemen.

Laffer vertelde daarmee weinig nieuws, want Adam Smith schreef al in zijn Wealth of Nations (1776): “Hoge belastingen, soms via verminderde vraag naar de belaste goederen en soms via aanmoediging van smokkelactiviteit, leveren de overheid een lagere opbrengst op dan mogelijk zou zijn bij meer gemodereerde belastingen”.

Eenmalige en zinloze maatregelen. De les van Adam Smith, Arthur Laffer en de recente Amerikaanse ervaring is eenvoudig: heel zeldzaam zijn de sociaaleconomische problemen die je met een gestaag oplopende belastingdruk kan oplossen. Meer nog, hogere belastingen ontmoedigen sparen, investeren en ondernemen en zetten aan tot zwartwerk en belastingontduiking.

Het is dan ook vrij logisch dat een verlaging van de aanslagvoeten op termijn aanleiding geeft tot stijgende inkomsten. Vertaald naar de Belgische realiteit zou het van meer moed getuigen om een echte belastingverlaging door te voeren en een deficit te tolereren, in plaats van – zoals nu de regel is – te streven naar een evenwicht via eenmalige maatregelen die onze toekomst in gevaar brengen.

De auteur is directeur van de denktank VKW Metena.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content