POKER & EIGENBELANG

Het spelletje poker dat de regering en de banken momenteel spelen, is bikkelhard. De aanleiding is de invoering van een heffing van 15 % op beleggingsfondsen met minstens 40 % in obligaties. De inzet is hoog: 235 miljoen euro. En – opvallend – geen van beide partijen schuwt de trucs onder tafel.

Dat de regering het gat in de begroting voor 2006 wil dichten met een nieuwe roerende voorheffing op obligatiefondsen, was al bekend. Puur illusoir, zo las u in dit blad. En vorige week kwam daarvan de bevestiging. De banken becijferden zwart op wit dat de nieuwe belasting volgend jaar slechts 45 miljoen euro in het laatje zou brengen. Ook het jaar daarna zou de opbrengst ondermaats blijven. En pas in jaar drie zouden de inkomsten boven 235 miljoen euro uit klimmen.

Prompt gaven de banken de suggestie om die inkomsten over de komende jaren te egaliseren. Dus de eerste jaren zouden de bankiers de opbrengst voorschieten en de jaren nadien een stuk van de opbrengst in eigen zak steken. Een gouden tip. De reactie van de regering liet niet op zich wachten. ‘Banken schieten heffing op fondsen voor,’ blokletterden de kranten op aangeven van de kabinetten.

Maar hoe de banksector dat gigantische bedrag zou voorfinancieren (stel u voor, een rondgang bij alle leden van Febelfin met de vraag: ‘wie draagt bij?’), was niet duidelijk. Laat staan of de hele constructie technisch en juridisch haalbaar is. En de banken leken in snelheid genomen.

Deze regering viseert – in tegenstelling met wat diverse kranten aanvankelijk schreven – de volledige meerwaarde van de fondsen: dus een heffing op rente én meerwaarde. Hierin wijkt ze af van de Europese spaarrichtlijn waaraan de bankiers hun informaticasystemen hadden aangepast.

Nog vervelender is dat een belasting op de meerwaarde ook impliceert dat een eventuele minwaarde van de intrestopbrengst mag worden afgetrokken. Is die minwaarde groter dan de opbrengst uit intresten, dan betaalt de belegger simpelweg géén belasting. Geen goed nieuws voor een bank die dit bedrag al heeft voorgeschoten aan de regering.

En de druk van Verhofstadt II op de banken om in te stemmen met de voorschotregeling is torenhoog. Komt ze er niet, dan wordt de heffing uitgebreid naar andere producten, zoals populaire fondsen met kapitaalbescherming waaraan de banken flink hun boterham verdienen. En hier is de financiële sector verdeeld. ‘Laat maar komen,’ zegt Deutsche Bank. Ook ABN Amro dringt daarop aan. Precies omdat die niet-belaste fondsen een oneerlijk concurrentievoordeel bieden aan Belgische banken, zo stellen zij.

Als de politici zo ver willen gaan, dan snijden ze in hun eigen vel, hoor je dan weer in bankierskringen. Want in die fondsen belegt ook Jan met de pet. Dit zijn geen rijke beleggers en daar zijn zeker de socialisten gevoelig voor. Trouwens, mocht het ooit zover komen, redeneren sommige bankiers, dan staan onze Luxemburgse filialen met open armen klaar om die Belgische belegger op te vangen.

U ziet het, genoeg argumentatie voor een lang uitgesponnen partijtje poker op het scherp van de snee. Poker waarbij geen enkele van beide spelers het eigenbelang over het hoofd ziet. En dat laatste doet vragen rijzen. De belangen van de banksector zijn de jongste jaren steeds meer verweven geraakt met die van de overheid.

Niet alleen doet België voor creatieve begrotingstrucs steeds meer een beroep op het advies van de grote banken. Daar zijn ook gesofisticeerde ‘producten’ uit voortgekomen. De omzetting van achterstallige belastingschulden in effecten, waarbij een privé-financiële instelling (in dit geval Fortis) de schulden ‘koopt’ en de opbrengst van de inning zelf opstrijkt, is een recent voorbeeld. Die operatie zou de begroting dit jaar 500 miljoen euro moeten opleveren.

O ja, vanaf deze maand brengt Fortis die schulden in de vorm van obligaties op de markt. Dat u daarop als belegger opnieuw roerende voorheffing zal moeten betalen, bewijst hoe spitsvondig dergelijke producten voor zowel overheid als banken kunnen zijn. Ze maken beide partijen echter ook vatbaar voor nog meer hand- en spandiensten.

Onlangs spuide de Nederlandse minister van Financiën, Gerrit Zalm, weinig omfloerste kritiek op de creatieve boekhouding die de regering-Verhofstadt met behulp van banken toepast. Een week ervoor zei ook EU-commissaris voor Economie en Financiën Joaquin Almunia dat hij nauwer zou toezien op de manier waarop regeringen van lidstaten (hij noemde geen namen) hun begrotingstekort met de hulp van banken weg camoufleren.

Signalen genoeg dus om de uitkomst van dit pokerspel met de nodige argwaan tegemoet te zien.

piet depuydt

België doet voor zijn begrotingstrucs een beroep op het advies van de grote banken. Dat maakt beide partijen vatbaar voor nog meer hand- en spandiensten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content