Poetin financieren is geen kerntaak van de overheid

Daan Killemaes

Loopt er ergens een wiel van de wagen, dan kijkt iedereen steevast naar de overheid voor oplossingen. In het energiedossier is het niet anders. Nu een liter diesel meer dan 2 euro kost, en ook gas en elektriciteit peperduur zijn, neemt de federale regering een deel van de factuur over, met een verlaging van de accijnzen op brandstoffen, stookoliepremies en een btw-verlaging op elektriciteit en gas. Die smeekbede aan de overheid is begrijpelijk, maar een regering met een haar op de tanden hield die boot af, om verschillende redenen.

Zo komt een btw-verlaging op aardgas niet in de juiste zakken terecht. In de praktijk vloeit dat voordeel grotendeels naar de verkopers van aardgas, die die subsidie aan de gezinnen in de huidige krappe marktomstandigheden vlot kunnen opeten door hun prijzen en hun marges te verhogen. Onderzoek heeft aangetoond dat 80 procent van een btw-verlaging op aardgas naar de producenten gaat, en in dit geval dus ook naar Rusland, zegt professor economie Gert Peersman ( lees blz. 20). Je kunt oorlogszuchtige regimes financieren bezwaarlijk een kerntaak van de overheid noemen.

Op termijn loont het daarom het best het prijssignaal het zware werk te laten doen. Hoge energieprijzen moedigen gezinnen aan te investeren in zonnepanelen, warmtepompen of isolatie. De overheid kan daar, volledig gratis, de grootste bijdrage aan leveren met een stabiele wetgeving in plaats van in het wilde weg maatregelen te nemen die vervolgens om de haverklap weer veranderd worden. Laat de hogere prijzen dus wegen op het energieverbruik. Dat is goed voor het milieu en slecht voor Vladimir Poetin.

Zowat ieders inkomen is grotendeels beschermd tegen de hogere energieprijzen, leert nieuw studiewerk van de KU Leuven. De lagere inkomens kunnen een beroep doen op een uitgebreid sociaal tarief. Daar gaat het prijssignaal verloren, maar de meest kwetsbare groepen kun je moeilijk in de kou laten staan. De belangrijke nevenschade is dat het minder loont werk te zoeken of promotie te aanvaarden, als je daardoor het sociaal tarief verliest. Het is voor een hogere werkgelegenheidsgraad essentieel dat werken voldoende financieel beloond wordt.

De middelste en de hogere inkomens worden beschermd door de automatische indexatie van de lonen en uitkeringen. Er zit zelfs winst in voor gezinnen die over de hogere prijzen enkel lezen in de pers, omdat ze nog een vast energiecontract hebben. Dat is natuurlijk tijdelijk, want die contracten doven langzaam uit. Vroeg of laat wordt iedereen met de hogere prijzen geconfronteerd, wat dankzij de indexering van de lonen voor de meeste gezinnen verteerbaar is.

Daar eindigt het verhaal niet. Door de indexering van de lonen schuift de energiefactuur door naar de bedrijven. Dat zet hun concurrentiekracht onder druk, vooral omdat de inflatie en de lonen in België bij een energieschok traditioneel sneller stijgen dan in de buurlanden. De gezinnen betalen dat verlies aan concurrentiekracht van hun werkgevers impliciet met een grotere kans op werkloosheid. Vanuit dat perspectief kan een btw-verlaging wel nuttig zijn, want de lagere btw vertaalt zich via de index in een tragere stijging van de lonen. Een lagere btw is dus een inkomenstransfer van de overheid naar de bedrijven, voor zover dat voordeel dus niet naar de energieleveranciers vloeit.

Laat de hogere prijzen wegen op het energieverbruik. Dat is goed voor het milieu en slecht voor Poetin.

Een laatste reden om omzichtig te zijn met compensaties, is de wankele toestand van de overheidsfinanciën. Het begrotingstekort en de schuld zijn te hoog om de energiefactuur op te rapen. Vergeet de fabel dat de overheid verdient aan hogere energieprijzen. De energieschok betekent een aanslag op de economische groei, en dus ook op de belastinginkomsten. Bij een recessie dreigt het tekort te ontsporen. In dit dossier kan de regering het best op de handen zitten en de prijs het werk laten doen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content