Plukken zonder gesis

Michel Maus Advocaat en hoogleraar fiscaal recht aan de VUB

Wie dacht dat 2015 het fiscale jaar bij uitstek was, lijkt zich schromelijk te hebben vergist. 2016 is nog maar enkele weken oud en de problemen vliegen ons weer om de oren. De Europese Commissie veroordeelde onze excess profit rulings voor multinationals, en de auditeur bij de Raad van State heeft zich vernietigend uitgelaten over de interne instructie die de belastingadministratie moet volgen bij fiscale regularisaties. Bovendien ligt de Vlaamse energieheffing, de zogenoemde Turteltaks, voor de zoveelste keer onder vuur.

In die drie gevallen gaat het om fiscale aangelegenheden die maatschappelijk als onfair worden beschouwd. Het toekennen van fiscale voordelen aan uitsluitend multinationals, de mogelijkheid bieden aan belastingzondaars om hun situatie te regulariseren, en een historische energieschuld afwentelen op de bevolking maar de dertig grootste verbruikers van elektriciteit vrijstellen van die belasting – het doet wat met de mensen blijkbaar. Daar moeten lessen uit worden getrokken.

De politiek zou er dan ook goed aan doen terug te grijpen naar de klassiekers. Naar de Franse staatsman Jean-Baptiste Colbert bijvoorbeeld, die al in de zeventiende eeuw zei dat de kunst van het heffen van belastingen erin bestaat de gans zo te plukken dat je zo veel mogelijk pluimen hebt met zo weinig mogelijk gesis. Die kunst zijn we in de eenentwintigste eeuw blijkbaar verleerd. De roep naar een rechtvaardiger fiscaliteit klinkt dan ook steeds luider.

Maar wat is een rechtvaardige fiscaliteit? Eigenlijk is dat vrij eenvoudig. Het rechtvaardige karakter van een belasting hangt af van de mate waarin ze door de maatschappij wordt aanvaard. Iedereen beseft dat belastingen op zich noodzakelijk zijn. Je kunt er collectieve voorzieningen mee financieren, waar we met z’n allen van profiteren. Over de omvang van die collectieve voorzieningen kun je uiteraard discussiëren, maar het gaat erom dat iedereen bereid is eraan mee te werken. Alleen lijkt de bereidheid om dat te doen sterk af te nemen, als de manier waarop de belasting over de deelnemers aan de maatschappij wordt verdeeld, grote ongelijkheden bevat. Dat is een van de hoofdproblemen van ons fiscale systeem. Om dat te wijzigen zijn twee zaken cruciaal.

Vooreerst is het vanzelfsprekend dat de belastingdruk gelijkmatiger moet worden verdeeld. Het is een open deur intrappen als we stellen dat onze fiscaliteit onder invloed van allerlei lobbygroepen is verworden tot een systeem dat bol staat van allerlei gunstregimes, waarvan de kosten door de anderen worden gedragen. Dat leidt tot enorme scheeftrekkingen in de belastingdruk. Een sanering van de fiscale voordelen, die jaarlijks 59 miljard euro kosten, dringt zich dan ook op.

Wil dat zeggen dat er geen fiscale gunstregimes mogen bestaan? Nee, ze zijn nodig om wervend of sturend te werken. Alleen moet je ervoor zorgen dat ze economisch of maatschappelijk nuttig, en voor iedereen toegankelijk zijn. Dat is vaak niet het geval in ons land. De notionele-intrestaftrek bijvoorbeeld is niet gekoppeld aan de voorwaarde om te investeren en werkgelegenheid te creëren, en heeft te weinig maatschappelijke verdiensten. Andere voorbeelden zijn de flexi-jobs, die enkel in de horeca mogelijk zijn, en de karaattaks, die enkel geldt voor de diamantsector. Zulke systemen veroorzaken veel fiscale frustratie, en dat begint zich stilaan te wreken.

Daarnaast moet de fiscaliteit meer worden geïndividualiseerd. De tijd is voorbij dat mensen accepteren dat de kosten van schadelijk gedrag kunnen worden afgewenteld op de solidariteit van de samenleving. Zo wees een studie van de UGent en de VUB onlangs uit dat de maatschappelijke kosten van het gebruik van alcohol, tabak, drugs en medicatie in België jaarlijks 4,6 miljard euro bedragen. Als onderdeel van een faire belastingheffing is het niet meer dan logisch dat een deel van die kosten bijvoorbeeld wordt gedragen door hogere accijnzen. Hetzelfde geldt voor de ecologische kostprijs van auto’s die meer vervuilen en waar bijvoorbeeld een hogere verkeersbelasting op kan worden geheven.

De auteur is advocaat en hoogleraar fiscaal recht.

MICHEL MAUS

Een sanering van de fiscale voordelen, die jaarlijks 59 miljard euro kosten, dringt zich op.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content